6.4 Is het eerlijk verdeeld? en vragen H6.1 bespreken

4-MAVO
H6.4 Is het eerlijk verdeeld? + vragen H6.4 bespreken 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4-MAVO
H6.4 Is het eerlijk verdeeld? + vragen H6.4 bespreken 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Les 1: 
Uitleg over H6.4 
Vragen van H6.1 bespreken
Les 2:
Zelfstandig werken 
Toets H5 is op vrijdag 5 februari

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • welke uitgangspunten zijn er bij de belastingheffing

  • hoe zorgt de overheid voor gelijkmatige inkomensverdeling
  • wat is nivelleren en denivelleren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Draagkrachtbeginsel 
  • Bij het draagkrachtbeginsel kijkt de overheid na je inkomen om te bepalen hoeveel belasting je moet betalen.
  • Hoe meer geld je verdient hoe hoger de belasting wordt die je betaalt. (in procenten)


Slide 5 - Tekstslide

Directe belastingen

  • loon en inkomstenbelasting
  • vennootschapsbelasting
  • gemeentelijke belasting


Indirecte belastingen

btw
accijns

Niet  belastinginkomsten
leges voor paspoort,
id-kaart of rijbewijs.

Slide 6 - Tekstslide

Werkt elke belasting van Nederland volgens het draagkracht beginsel?
A
Ja
B
Nee
C
Maakt dat iets uit?

Slide 7 - Quizvraag

Valt inkomstenbelasting onder het draagkracht beginsel?

A
Ja
B
Nee
C
Soms wel, soms niet

Slide 8 - Quizvraag

Valt de BTW ook onder het draagkrachtbeginsel?


A
Jawel
B
Nee HOOOOOOOOOOOORRRRRRRRR!
C
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
D
Soms wel, soms niet

Slide 9 - Quizvraag

Degressief en proportioneel tarief
  • Wanneer een land je steeds minder belasting laat betalen, naarmate je meer verdient heeft een land een degressief belastingstelsel 
  • Wanneer een land een belastingsysteem heeft met 1 belastingtarief heet dat een proportioneel belastingstelsel

Slide 10 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel
  • Hierbij staat iedereen een deel van zijn inkomen af, om de mensen zonder inkomen of met weinig inkomen financiële steun te geven, zodat zij een acceptabel leven kunnen leiden.

Slide 11 - Tekstslide

Hebben wij in Nederland een solidariteitsbeginsel?
A
Ja, gelukkig wel
B
Nee dit hebben we nooit gehad
C
Dit hebben we wel gehad, maar dit afgeschaft door de VVD (Mark Rutte)
D
Ja helaas wel

Slide 12 - Quizvraag

Solidariteitsbeginsel wordt uitgevoerd door:
  • Sociale zekerheid te bieden. Iedereen kan een uitkering krijgen, wanneer hij of zij niet meer kan werken of voldoende inkomen kan bemachtigen
  • Mensen met lage inkomens extra inkomen geven, via zorgtoeslag en huurtoeslag.

Slide 13 - Tekstslide

Nivellering en denivellering
Nivellering:
  • Het verschil tussen arm en rijk wordt steeds kleiner
  • Hier kan de overheid voor zorgen.
Denivellering: 
  • Het verschil tussen arm en rijk wordt steeds groter
  • Dit gebeurt als de overheid niks doet of een degressief belastingstelsel invoert

Slide 14 - Tekstslide

Profijtbeginsel 
De overheid laat je meer belasting betalen, wanneer je gebruik maakt van collectieve goederen.


Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van belasting dat via het profijtbeginsel word geheven?
A
Loonbelasting
B
BTW
C
Wegenbelasting
D
Accijns

Slide 16 - Quizvraag

Vragen H6.1 bespreken

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 2.1 Welke gevolgen heeft een economische crisis voor : de investeringen door bedrijven
A
Die stijgen
B
Die blijven gelijk
C
Die dalen

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 2.2 Welke gevolgen heeft een economische crisis voor: de werkloosheid
A
Dat gaat stijgen
B
Dat gaat dalen
C
Dat blijft gelijk

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 2.3 Welke gevolgen heeft een economische crisis voor: Het nationaal inkomen
A
Dat gaat stijgen
B
Dat gaat dalen
C
Dat blijft gelijk

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 5 
Het kan ook slecht gaan met de economie. Een van de gevolgen kan een daling van het nettoloon zijn. Zet die redenering in een schema met pijltjes. 
  • Economische krimp: minder afzet ,  minder productie,
  •   meer werklozen,  meer uitgaven aan sociale zekerheid,  hogere belastingen en premies  lager nettoloon.

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 7b. Noem twee voorbeelden van belastingontvangsten van de overheid die dalen door een gevolg van bedrijfssluitingen

Slide 22 - Open vraag

Vraag 10b
Bereken met de gegevens uit de tabel hieronder de staatsschuld in procenten van het bbp in de genoemde jaren. Wij berekenen alleen die van 2010 
  • Gegevens uit tabel: 
  • Bbp 2010: 632miljard                          Staatsschuld: 373miljard
  • Formule= Deel : Geheel x 100
  • €373.000.000.000 : €632.000.000.000 x100= 59% 

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Maak opgave 33 t/m 42 van H6.4 (blz.184 t/m blz.187)
  • Maak oefenopgave 2 t/m 8 van H6.1 (blz.190)
  • Maak oefenopgave 10 t/m 18 & 21 van H6.2 (blz.191)

Slide 24 - Tekstslide