IB_SP_UNIT 2_Iemand beschrijven 23 24

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
5:00
¡Hola!

Slide 2 - Tekstslide

- La familia - descripción
- Los adjetivos
- Practicar: Los posesivos

Eind van de les kan ik...
- familieleden beschrijven.
¿Qué vamos a hacer hoy?

Slide 3 - Tekstslide

La descripción - De beschrijving
Om iemand te beschrijven heb jij 3 werkwoorden nodig!

SER
TENER
LLEVAR

Slide 4 - Tekstslide

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Cómo se llama tu madre? Ella se llama (ze heet...)
¿Cuántos hermanos y hermanas tienes? Tengo...y...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 5 - Tekstslide

La descripción - De beschrijving
Carácter/personalidad (karakter/personaliteit)

- Je gebruik het werkwoord SER (zijn)

Yo soy ...
Tú eres ...
Mi madre es ...

Adjetivos
Inteligente
Simpático

Slide 6 - Tekstslide

La descripción - De beschrijving
Aspecto físico (uiterlijk)
- Je gebruik het werkwoord TENER (HEBBEN) en soms het werkwoord SER (ZIJN)

Yo soy/tengo ...
Tú eres/tienes ...
Mi madre es/tiene ...

Adjetivos
alto
moreno
corto, grande
p. 31
Cosas
Nariz
Pelo
+ adjetivo

Slide 7 - Tekstslide

La descripción - De beschrijving
Aspecto físico (uiterlijk)
- Je gebruik ook het werkwoord LLEVAR (DRAGEN) om kleding, brillen, baard te beschrijven.

Yo llevo ...
Tú llevas ...
Mi madre lleva ...

Otras cosas
gafas
barba
joyas
p. 31
Ropa
jeans negros
un vestido

Slide 8 - Tekstslide

Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
alto
alta
bajo
baja
inteligente
inteligente
azul-
azul-
voor het meervoud voeg een "s" toe!
[of "es" als het woord eindigt met een medeklinker]

Slide 9 - Tekstslide

Zoek het op!
Vind je favoriete beroemde persoon, influencer, sportspersoon en vertel 3 dingen over hem/haar!
¿Cómo es tu persona famosa favorita?

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf jezelf in het Spaans
Hoe is je personaliteit en je uiterlijk?
¿Cómo eres?

Slide 11 - Open vraag

Beschrijf je favoriete familielid in het Spaans.
Hoe is haar/zijn personaliteit en uiterlijk?
¿Cómo es el/ella?

Slide 12 - Open vraag

Ga naar je favoriete online kleding winkel.
Doe 5 artikelen in je winkelwagen en maak een screenshot. Vertel in het Spaans wat je gaat kopen.

Slide 13 - Open vraag

¡Pregunta!
Loop rond het lokaal en beschrijf 5 klasgenoten. 

- Vertel iets over zijn/haar uiterlijk.
- Vertel iets over zijn/haar personaliteit.
- Vertel wat hij/zij draagt.
- Maak volledige zinnen.
- Be nice & respectful!
es...
tiene...
lleva...
El/Ella
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Nu kan ik...
- iemand beschrijven.
¿Qué puedes hacer ahora?

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan mezelf en familieleden bescrijven.
Ja
Een beetje
Nee

Slide 16 - Poll

Muy bien
Hasta luego!

Slide 17 - Tekstslide