SP_PA4_P1_Iemand beschrijven

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
5:00
¡Hola!

Slide 2 - Tekstslide

Objetivos de hoy
  • Preparar: Descripción /Omschrijven

Eind van de les kan jij...
...iemand beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Quién es tu amiga/amigo? Ella es (ze is)/El es (hij is)...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 4 - Tekstslide

¡A trabajar!
Iemand beschrijven - Structuur

- Wie is hij/zij? > Basis gegevens
- Hoe ziet hij/zij uit? > Uiterlijk
- Hoe is zijn/haar karakter? > Personaliteit
- Aanvullende info > beroep, studie, hobbie's, etc.
SER = ZIJN
TENER = HEBBEN
LLEVAR = DRAGEN

Slide 5 - Tekstslide

¡A describir!
Werkwoorden

- SER > El es/Ella es: naam, beroep, nationaliteit, permanente eigenschappen van uiterlijk en karakter.
- TENER > El tiene/Ella tiene: Leeftijd, uiterlijk
- LLEVAR > El lleva/Ella lleva: kleding, accessoires
- VIVIR > El vive/Ella vive: woonsituatie
- ESTUDIAR > El estudia/Ella estudia: studie
- TRABAJAR > El trabaja/Ella trabaja: werk
- GUSTAR/ENCANTAR > Le gusta/Le encanta: hobbie's
SER = ZIJN
TENER = HEBBEN
LLEVAR = DRAGEN

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Puedes describir a una persona.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

¡Hasta la próxima clase!

Slide 10 - Tekstslide

Luister en kies de juiste optie
klik hier om het fragment te beluisteren

Slide 11 - Tekstslide

Luister en kies de juiste optie
klik hier om het fragment te beluisteren

Slide 12 - Tekstslide

Luister 2x en geef aan of de zin waar of niet waar is
klik hier om het fragment te beluisteren

Slide 13 - Tekstslide

Luister 2x en geef aan of de zin waar of niet waar is
klik hier om het fragment te beluisteren
x
x
x
x
x
x
1: excepto (behalve) dus ze staat iedere dag om half acht op. Behalve zaterdagen en zondagen. 
2: Su madre prepara el desayuno - haar moeder maakt het ontbijt. 
4: Se llama Carlos - Hij heet Carlos.
6:  Se llama Lola - Zij heet Lola

Slide 14 - Tekstslide