extra oefenen lezen H2 en H3

extra oefenen
doel: ik weet wat de moeilijke woordenwijzer is.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

extra oefenen
doel: ik weet wat de moeilijke woordenwijzer is.

Slide 1 - Tekstslide

Waar gebruik je de moeilijke woordenwijzer voor?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de eerste stap in de moeilijke woordenwijzer?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de tweede stap?


Slide 4 - Open vraag

de 2e stap is, in de context zoeken, wat kun je daar vinden wat je kan helpen om het woord te begrijpen?
(Er zijn er 5 )

Slide 5 - Open vraag

Wat is de derde stap?

Slide 6 - Open vraag

even oefenen
Doel: ik kan verschillende delen in een tekst herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn twee manieren om een tekst op te bouwen en die veel voorkomen.
Welke twee zijn dat?

Slide 8 - Open vraag

Uit welke delen bestaat een driedeling?

Slide 9 - Open vraag

Welke informatie vind je in de inleiding?

Slide 10 - Open vraag

Welke informatie vind je in de kern?

Slide 11 - Open vraag

Welke informatie vind je in het slot?

Slide 12 - Open vraag

Hoe zit dat bij een tweedeling?
Wat is daar anders dan bij een driedeling?

Slide 13 - Open vraag

oefenen
Doel: Ik kan meningen of feiten herkennen

Slide 14 - Tekstslide

Is deze uitspraak een feit of mening?
1. Wat een prachtig doelpunt!
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quizvraag

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
2. Ik denk dat ik alles juist heb.

Slide 16 - Open vraag

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
3. Strips lezen is tijdverlies.

Slide 17 - Open vraag

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
4. Koning Filip is getrouwd met Mathilde.

Slide 18 - Open vraag

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
5. Onze meester is de beste van de hele school.

Slide 19 - Open vraag

oefenen
doel:
Ik kan een opsommend tekstverband herkennen

Slide 20 - Tekstslide

In alle zinnen staat een opsomming, welk signaalwoord is de opsomming?
1: Juf Melis is dol op grammatica, spelling en woordenschat.

Slide 21 - Open vraag

In alle zinnen staat een opsomming, welk signaalwoord is de opsomming?
2: Tevens heb ik een vraag over het onderwijs op afstand.

Slide 22 - Open vraag

In alle zinnen staat een opsomming, welk signaalwoord is de opsomming?
3: Ik zou ook willen vragen hoe u dat precies aanpakt.

Slide 23 - Open vraag

dit was het voor nu

Slide 24 - Tekstslide

volgende keer:
oefenen we signaalwoorden voor tegenstelling
verschil tussen opsommend tekstverband en tegenstellend tekstverband
Kernzinnen
hoofdgedachte van een tekst
onderwerp van een tekst
hoofdzaken en bijzaken

Slide 25 - Tekstslide