In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Griekse staatsvormen
Slide 1 - Tekstslide
Waarom bestond Griekenland uit meerdere stadstaten (poleis)
Slide 2 - Open vraag
Waarom gingen de Grieken kolonies stichten en wat was hier het gevolg van?
Slide 3 - Open vraag
Monarchie
Koning
Erfelijk
Slide 4 - Tekstslide
Tirannie
Alleenheerser
Met geweld aan de macht
Niet altijd slecht
Slide 5 - Tekstslide
Aristocratie
Adel aan de macht
Weinig aandacht voor wat 'gewone' mensen nodig hadden
Slide 6 - Tekstslide
Oligarchie
Kleine groep rijke (oude) mannen aan de macht.
Slide 7 - Tekstslide
Democratie
Demos = volk kratein = heersen
Met burgerrecht mocht je meebeslissen.
Vreemdelingen, vrouwen en slaven niet.
Slide 8 - Tekstslide
Tekst
Slide 9 - Tekstslide
Atheense democratie
Eerst aristocratie, maar veel ontevredenheid > conflict.
594 v. Chr. > Hervormingen van Solon: nieuwe wetten op hoop einde conflict. Dat betekende: Einde schuldslavernij: schuld hoefde je niet meer als slaaf af te lossen en voor meer mensen inspraak.
Duurde niet lang: in 546 v. Chr. greep tiran Peisistratos de macht. Bevolking best tevreden > luisterde naar hun belangen.
Door zijn zoon tiran slechte naam > zie boek.
Kleisthenes verjaagde hem. Ontstaan directe democratie. Stemmen in de Volksvergadering.
Democratie
Directe democratie: je stemt rechtstreeks op een wet. Je hebt écht inbreng. 'Hand omhoog als ...' stemmen.
Indirecte democratie: zoals nu in Nederland. Je stemt op een volksvertegenwoordiger die voor jou beslissingen maakt.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Monarchie
Tirannie
Democratie
Aristocratie
Oligarchie
Ostracisme
Met geweld aan de macht
Koning/alleenheerser
Rijke mensen
Erfelijk
Hervormingen Solon
Slecht voor boeren
Goed voor boeren
Adel
Slide 12 - Sleepvraag
Aan de slag!
Pas de kennis toe op de praktische opdracht.
Stel vragen!
Dit is Medusa gemaakt door Caravaggio.
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf iets op wat je hebt geleerd en iets wat je nog wilt/moet leren!
Slide 14 - Open vraag
Wat heb je nodig om verder te komen met de opdracht?