Leesvaardigheid H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...verschillende signaalwoorden herkennen;

...verschillende tekstverbanden benoemen;

...de structuur van een tekst herkennen en benoemen.

Wat is een tekstverband?

1. Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
2. Het belangrijkste in een alinea.
3. De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
4. Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Wat is GEEN tekstverband?

1. opsomming
2. voorwaarde
3. tegenstelling
4. synoniem

1. Wat is een synoniem?
2. Geef een voorbeeld van een synoniem.

Het signaalwoord "Om.......te...." hoort bij
een .... tekstverband?

1. oorzaak - gevolg
2. redengevend
3. doel - middel
4. concluderend

Welk tekstverband herken je?

'Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.'

1. Doel-middelverband
2. Concluderend verband
3. Samenvattend verband
4. Vergelijkend verband

Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?

1. terwijl
2. daarnaast
3. toch
4. mits

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?

Tekstverband: VOORWAARDE

1. mits
2. waardoor
3. omdat
4. alles bij elkaar

Aan de slag!

1. Klassikaal vraag 7, 8, 9 & 11 maken van opdracht 2 (tekst over IKEA)

2. Startopdracht H2, blz. 42

3. Theorie blz. 42: vaste tekststructuren

4. Zelfstandig werken aan opdracht 1.

Welkom!

Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...verschillende signaalwoorden herkennen;

...stijlfiguren benoemen;

...de structuur van een tekst herkennen en benoemen.

Tekstbegrip

1. Klassikaal bespreken, opdracht 1, blz. 43 (huiswerk)

2. Klassikaal lezen tekst 3: Prijzige nostalgie met weinig inhoud (blz. 44 & 4)

3. Zelfstandig werken aan opdracht 2, blz. 44

Klaar = 

H1 Woordenschat, maak 

startopdracht & lees theorie 

stijlfiguren

Welkom!

Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...stijlfiguren benoemen;

...de beeldspraak 'personificatie' en 'vergelijking' herkennen.

Aantekening!

Beeldspraak is een vorm van figuurlijk taalgebruik.

Je gebruikt een ander woord die een niet-letterlijke betekenis heeft. 

Doel: je boodschap wordt duidelijker en krachtiger.

Aantekening!

Vormen van beeldspraak:

1. vergelijking

vb.: Hij heeft honger als een paard.

2. personificatie 

= objecten krijgen menselijke eigenschappen

vb.: De wind fluistert mijn naam.

+ herhaling, tegenstelling & opsomming 

(zie blz. 24)

Aan de slag!

1. Huiswerk nakijken.

2. Zelfstandig werken H1 Woordenschat

Maak opdracht 1 t/m 4, blz. 24

Lesdoelen??

Aan het einde van de les kun je...

...stijlfiguren benoemen;

...de beeldspraak 'personificatie' en 'vergelijking' herkennen.

Welkom!

Lesdoelen

Terugblik

Uitleg: vaste tekststructuren

Aan de slag!

Lesdoelen

Aan het einde van de les...

...kun je verschillende leesstrategieen toepassen;

...kun je vier tekststructuren benoemen;

...heb je geoefend met begrijpend lezen.

Als je de eerste en laatste zin van elke alinea leest, welke leesstrategie gebruik je dan?

1. Oriënterend lezen
2. Globaal lezen
3. Grondig lezen
4. Zoekend lezen

Wat is het doel van oriënterend lezen?

1. Onderwerp van een tekst vinden.
2. Hoofdzaken uit een tekst halen.
3. Bijzaken uit een tekst halen.
4. De tekst onthouden.

Wat is een deelonderwerp?

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Aan de slag!

Klassikaal lezen tekst 1, blz. 13: 

Over de grens.

Maak opdracht 1, blz. 13

Welkom!

- Lesdoelen  

- Terugblik: tekststructuren

- Aan de slag!

Terugblik

- Leesmanieren, tekstdoelen

- Onderwep, deelonderwerp, hoofdgedachte

- Woordraadstrategieen 

- Tekststructuren

Tekststructuur, blz. 7

Aspectenstructuur

inleiding = onderwerp

middenstuk = diverse aspecten v/h onderwerp

slot = samenvatting

Verleden/heden(/toekomst)structuur

inleiding = onderwerp

middenstuk = situatie vroeger

                           = situatie nu

slot = conclusie of situatie in de toekomst 

Tekststructuur, blz. 8

voor- en nadelenstructuur

inleiding = onderwerp, vraag og stelling

middenstuk = voor- en nadelen

slot = afweging of conclusie

vraag/antwoordstructuur

inleiding = vraag

middenstuk = antwoord(en)

slot = samenvatting of conclusie

Aan de slag!

- Lees tekst 'Een eeuw in cijfers' (uitgeprint, blz. 10 & 11)

- Markeer de signaalwoorden.

- Geef antwoord op de vragen op blz. 10 & vragen over tekstverklaren (zie GoFormative, code CONLTD).

--> Klaar = opdracht 1 & 2, blz 49 maken (= huiswerk).