Project politiek

Staatsinrichting/Politiek in Nederland
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting/Politiek in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
We gaan beginnen met wat quizvragen.. 

Slide 2 - Tekstslide

Uit hoeveel zetels bestaat de Tweede Kamer?
A
75
B
100
C
125
D
150

Slide 3 - Quizvraag

Wie mogen er stemmen in Nederland voor de Tweede Kamer?
A
Alle Nederlandse mannen
B
Alle Nederlandse vrouwen
C
Alle mensen met een Nederlands paspoort vanaf 18 jaar
D
Alle mensen die in Nederland wonen

Slide 4 - Quizvraag

Wie mogen er in Nederland wetten bedenken?
A
Alle mensen in Tweede Kamer
B
Alle mensen in de Eerste Kamer
C
Alle mensen in de Eerste en Tweede Kamer
D
De ministers, minister-president en de koning

Slide 5 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 6 - Tekstslide

1848
De grondwet van 1848 maakt Nederland een parlementaire democratie. 
Het parlement wordt gekozen door de burgers en heeft grote invloed op het bestuur. 

Slide 7 - Tekstslide

GRONDWET?
Iedereen in Nederland moet zich houden aan de grondwet. In de grondwet staan de belangrijkste regels.
  • Niet discrimineren.
  • Vrijheid van godsdienst
  •  Vrijheid van meningsuiting.
  • Vrijheid van onderwijs.
  • Vrijheid van vereniging. vergadering 

De grondwet beschermt burgers tegen de overheid. 

Slide 8 - Tekstslide

Parlementaire democratie
Het parlement ( Eerste en Tweede Kamer ) controleren de regering.
De regering bestaat uit de koning en de ministers. 
Eerst controleert de Tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tweede Kamer
De Tweede Kamer wordt 1 keer in de 4 jaar rechtstreeks gekozen door het Nederlandse volk.
150 zetels.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Eerste Kamer
De Eerste Kamer wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten.
Provinciale Staten worden gekozen door het Nederlandse volk.
75 zetels.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Politieke Stelsel in Nederland 
Burger met kiesrecht
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste Kamer
(75 zetels)

Tweede Kamer
(150 zetels) 
Regering
Koning 

Ministers

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Eigen politieke partij

Slide 16 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Staatsinrichting/Politiek in Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Recht van initiatief
Ministers hebben dit recht, zij mogen wetsvoorstellen indienen. 
Ook leden van de Tweede Kamer mogen voorstellen indienen. 

Slide 22 - Tekstslide

Recht van amendement
Dit is het recht om wetsvoorstellen te wijzigen. Bijvoorbeeld als je het niet helemaal eens bent met een wet. Of je wilt wat toevoegen. 
Dit recht heeft de Tweede Kamer.

Slide 23 - Tekstslide

Recht van budget
De Eerste en Tweede Kamer hebben allebei dit recht. Recht om uitgaven en inkomsten te controleren. En een wet goed of af te keuren. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Recht van interpellatie
Recht om een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak. 

Slide 26 - Tekstslide

Recht van enquête
Het recht om een zaak tot de bodem toe uit te zoeken. Mensen kunnen onder ede ondervraagd worden. 

Slide 27 - Tekstslide

Rechten Tweede Kamer
Initiatief
Amendement
Budget
Interpellatie
Enquete
Rechten Eerste Kamer
Budget
Interpellatie
Enquete

Slide 28 - Tekstslide

Bevoegdheden
Wetgevende bevoegdheden:
Initiatief, amendement, budget.

Controlerende bevoegdheden:
Interpellatie en enquete. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Rechten
Regering neemt samen met de Eerste en de Tweede Kamer de belangrijkste beslissingen. 
Ze hebben verschillende rechten. 

Slide 31 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 32 - Tekstslide

Wat is een constitutie?
A
Grondwet
B
Absoluut vorst
C
Een wetsvoorstel
D
Verkeersovertreding

Slide 33 - Quizvraag

Wat mag de Eerste Kamer niet?
A
Een minister ondervragen
B
Een wetsvoorstel goed of afkeuren
C
Een wetsvoorstel indienen
D
Zich bemoeien met financiën

Slide 34 - Quizvraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Minister of 2e kamerlid dient wetsvoorstel in
De 2e kamer stemt over het wetsvoorstel
De 1e kamer stemt over het wetsvoorstel
De koning ondertekent de wet
Minister ondertekent de wet

Slide 35 - Sleepvraag

Welke Kamer heeft meer zetels?
A
Eerste
B
Tweede

Slide 36 - Quizvraag

Opdracht
Eigen politieke partij

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video