Par 1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland

Par 1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 
Blz 11, het parlement wordt echt de baas in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat een parlementaire democratie is en hoe dit werkt.
- Je weet wie de regering vormen.
- Je kent de rol van Eerste en de Tweede Kamer.
- Je kunt uitleggen hoe een wet tot stand komt.
- Je kunt de Luxemburgse kwestie uitleggen.
- Je kunt de volgende begrippen herkennen en beschrijven parlement, Luxemburgse kwestie
- Je kent de volgende personen en weet hun rol in dit hoofdstuk: Willem III

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een constitutie?
A
Grondwet
B
Absoluut vorst
C
Een wetsvoorstel
D
Verkeersovertreding

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer werd de grondwet gewijzigd?
A
1840
B
1844
C
1848
D
2020

Slide 6 - Quizvraag

Waaruit bestaat het parlement?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer en de koning
C
Eerste en Tweede Kamer
D
Eerste Kamer, Tweede Kamer en het Europees Parlement

Slide 7 - Quizvraag

Welke politieke stroming wil minder macht voor de koning?
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Confessionelen
D
Socialisten

Slide 8 - Quizvraag

Welke wijziging stond niet in de grondwet van 1848?
A
Ministers leggen verantwoording af aan de Kamer
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor hun afdeling
C
De rijke mannen krijgen kiesrecht
D
Ministers leggen verantwoording af aan de koning

Slide 9 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 10 - Tekstslide

1848
De grondwet van 1848 maakt Nederland een parlementaire democratie. 
Het parlement wordt gekozen door de burgers en heeft grote invloed op het bestuur. 

Slide 11 - Tekstslide

Parlementaire democratie
Het parlement ( Eerste en Tweede Kamer ) controleren de regering.
De regering bestaat uit de koning en de ministers. 
Eerst controleert de Tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tweede Kamer
De Tweede Kamer wordt 1 keer in de 4 jaar rechtstreeks gekozen door het Nederlandse volk.
150 zetels.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Eerste Kamer
De Eerste Kamer wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten.
Provinciale Staten worden gekozen door het Nederlandse volk.
75 zetels.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

1849
Nederland krijgt een nieuwe koning: Willem III.
Willem III had moeite met het feit dat hij veel minder macht had. Hij wil regeren zoals Willem I.
Willem III is ook de koning van Luxemburg

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Luxemburgse Kwestie
In 1867 probeerde Willem III om Luxemburg te verkopen aan Frankrijk voor 5 miljoen gulden.
Fransen wilden hun gebied dolgraag uitbreiden en machtiger worden.
Parlement werd hier in niet betrokken

Slide 20 - Tekstslide

Luxemburgse Kwestie



    Pruisen is boos en wil niet dat Luxemburg naar Frankrijk gaat. Ze dreigen zelfs met oorlog. 
    Uiteindelijk wordt Luxemburg onafhankelijk. 



      Slide 21 - Tekstslide

      Luxemburgse Kwestie

      De Kamerleden konden Willem III niet aanpakken. 
      De ministers werden aangepakt, maar weigerden op te stappen.
      Willem III stuurde het parlement naar huis, dit recht had hij nog. Het nieuwe parlement was ook tegen het plan om Luxemburg te verkopen en weigerde dit uit te voeren.
      De ministers stapten op en Willem III was zijn macht definitief kwijt.

      Slide 22 - Tekstslide

      Quiz
      Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

      Slide 23 - Tekstslide

      Wie was er vorst ten tijde van de Luxemburgse Kwestie?
      A
      Willem I
      B
      Willem II
      C
      Willem III
      D
      Wilhelmina

      Slide 24 - Quizvraag

      Welk land wilde Luxemburg kopen in 1867?
      A
      Duitsland
      B
      Frankrijk
      C
      Denemarken
      D
      Belgie

      Slide 25 - Quizvraag

      Hoeveel leden heeft de 2e kamer?
      A
      100
      B
      120
      C
      130
      D
      150

      Slide 26 - Quizvraag

      Stap 1
      Stap 2
      Stap 3
      Stap 4
      Stap 5
      Minister of 2e kamerlid dient wetsvoorstel in
      De 2e kamer stemt over het wetsvoorstel
      De 1e kamer stemt over het wetsvoorstel
      De koning ondertekent de wet
      Minister ondertekent de wet

      Slide 27 - Sleepvraag

      Wie is er niet betrokken bij het maken van een wet?
      A
      Het parlement
      B
      De koning
      C
      De regering
      D
      De gemeenteraad

      Slide 28 - Quizvraag

      En nu?
      Kalm aan..

      Slide 29 - Tekstslide