Basis 1 KERN les 45

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

spoorloos
eigen
een sporter
het vertrekschot
de beste prestatie
het record
onvindbaar
de atleet
persoonlijk
het startschot

Slide 2 - Sleepvraag

Een bezittelijk voornaamwoord?

wat is waar
A
geeft aan wat je voornaam is
B
geeft aan hoeveel iemand bezit
C
geeft aan dat iets van iemand of iets is
D
geeft aan dat iemand iets bezit

Slide 3 - Quizvraag

welk bezittelijke voornaamwoorden staat in de zin?

Het glas van mijn telefoon is stuk.

Slide 4 - Open vraag

welk bezittelijke voornaamwoorden staat in de zin?

De vriend van m'n zus gaat er een nieuwe inzetten.

Slide 5 - Open vraag

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je? Noem er minimaal 6.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

mislukken
voorkomen
voorspellen
het compliment
de scholier

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak  kern les 45 opdracht 1 t/m 10 voor de volgende les.

Slide 17 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord
welke weet je nu?

Slide 18 - Woordweb

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Ik ga een cadeau voor je uitzoeken samen met Bo.
Zijn de onderstreepte woorden een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 19 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Wat wil je eigenlijk voor je verjaardag hebben?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 20 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Geen idee, jullie kunnen een bioscoopbon geven.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 21 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Oké, dat is dan ons cadeau voor jou.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 22 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Zullen we dan met z'n drieën naar de film gaan?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 23 - Quizvraag

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Ja, goed! Met jullie erbij is het altijd gezellig
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 24 - Quizvraag

mijn
me
zijn
mij
1. Ik had al een tijdje last van een moedervlek op ....... hand.
2. Mijn moeder zei tegen ...... dat ik naar de huisarts moest. 
3. De dokter boog zich over ...... heen.
4. In ...... hand hield hij een glimmend metalen instrument. 

Slide 25 - Sleepvraag