LE 17 les 3

LE 17 les 3
Stemmingsstoornissen: 
depressie, manie en bipolaire stoornis

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LE 17 les 3
Stemmingsstoornissen: 
depressie, manie en bipolaire stoornis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Nabespreken
Leerdoelen
Theorie
Begrippen
Opdracht
Evaluatie 
Huiswerk
Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Zijn er vragen over schizofrenie? 

Wat waren symptomen? 

Wie heeft een verhoogd risico? 

Slide 3 - Tekstslide

psychose, wanen en hallucinaties

mannen, erfelijk, comorbiditeit, stress
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een depressie, manie en bipolaire stoornis inhoudt
Van depressieve stoornis kun je het ontstaan, beloop, kenmerken, symptomen, oorzaken en behandeling benoemen
Je weet wat het verschil is tussen depressie bij jongeren en ouderen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Een zorgvrager met een stemmingsstoornissen lukt het niet meer om gevoelens normaal te beleven. Hij beleeft zijn gevoelens op zo’n ongewoon ernstige manier of zo’n lange periode, dat hij niet meer normaal kan functioneren. Er worden twee categorieën stemmingsstoornissen onderscheiden: depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemmingstoornis
 Er is sprake van een stemmingsstoornis als een van deze emoties heviger, langduriger en vooral anders van karakter zijn.

‘Stemmingsstoornis’ is de verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedsstemming van de zorgvrager ziekelijk is verstoord en/of niet past bij de situatie waarin hij zich bevindt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten
depressieve episode: de gemoedsstemming is bedrukt;

manische episode: de gemoedsstemming is uitgelaten en/of ongeremd;
hypomane episode: de gemoedsstemming is te uitgelaten en/of ongeremd maar heeft een ‘mild’ karakter;
gemengde episode: de gemoedsstemming wisselt voortdurend van bedrukt, terneergeslagen en prikkelbaar, naar uitgelaten en/of ongeremd en snel opgewonden.


Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken van een manie:
overmaat aan energie en wilskracht.
afgenomen behoefte aan slaap.
zelfoverschatting.
opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën.
toegenomen spraakzaamheid of drang om te spreken.
ervaren van drukke, jagende gedachten.
makkelijker afgeleid.
meer doelgerichte activiteiten ondernemen (sociaal, studie, werk, enz).
lichamelijke rusteloosheid.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar waarom dit om een manische episode gaat

Slide 9 - Open vraag

Kenmerken van een manie:
overmaat aan energie en wilskracht.
afgenomen behoefte aan slaap.
zelfoverschatting.
opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën.
toegenomen spraakzaamheid of drang om te spreken.
ervaren van drukke, jagende gedachten.
makkelijker afgeleid.
meer doelgerichte activiteiten ondernemen (sociaal, studie, werk, enz).
lichamelijke rusteloosheid.
Hoe ontstaat het
Het is nog niet bekend hoe een bipolaire aandoening precies ontstaat. Wel zijn er bepaalde omstandigheden bekend, waarin je meer risico loopt op. Het gaat meestal om een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren

Slide 10 - Tekstslide

genetisch
biologisch: tekort aan neurotransmitters (noradrenaline, dopamine, serotonine) 
prefrontale cortex lijkt lagere stofwisslingsactiviteit te hebben. 
Hormonen met name schildklier, bijnieren. Oestrogeen en progesteron die schommelen bij vrouwen. Maar ook bijwerkingen van andere medicijnen
psychologische factoren: copingsvaardigheden
sociale factoren: stress
depressieve stemmingstoornis
intense sombere stemming. Duidelijk verminderde interesse of plezier in bijna alle activiteiten. Deze symptomen moeten bijna dagelijks gedurende 2 weken aanwezig zijn. Maar er moeten ook aanvullende symptomen zijn

Welke zouden dat kunnen zijn? 

Slide 11 - Tekstslide

verminderde eetlust en gewichtsverlies of toegenomen eetlust met gewichtstoename;
slecht slapen, slapeloosheid of heel veel slapen;
geremd gedrag of rusteloos en geagiteerd gedrag;
verlies van (alle) energie en ernstige vermoeidheid;
uiten van verdriet, gevoelens van hopeloosheid of hulpeloosheid;

bedroefd uiterlijk, vlak stemgeluid, neergeslagen blik, lusteloze uitdrukking en/of houding;

vermijden van contact;

weinig of geen interesse, verminderde motivatie, inactiviteit, zelfverwaarlozing;

huilbuien, geen vertrouwen in de toekomst, negatief denken over zichzelf, denken aan de dood.gevoelens van waardeloos zijn en/of overmatige gevoelens van schuld;
sterke problemen met concentreren, nadenken en beslissingen nemen;
terugkerend verlangen naar uit het leven weg willen, dood te willen of zichzelf te willen doden.
Behandeling
medicatie - electroconvulsietherapie- transcraniele magnetische stimulatie- lichttherapie
psychotherapie
psycho-educatie
cognitieve therapie
interpersoonlijke therapie
e-mental-health

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
depressie, manie, bipolaire stoornis
stemming, stemmingsstoornis, episode
unipolaire stoornis, coping vaardigheden
TCA, SSRI, MAO remmers

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Overleg met je buren, en schrijf op
10 min
Eerder klaar? start met je opdrachten in TM

Wat zijn de verschillen tussen een depressie bij jongeren en bij ouderen? Hoe herken je het? 

Slide 14 - Tekstslide

https://www.trimbos.nl/kennis/ouderenpsychiatrie-nkop/stemmingsstoornissen-ouderen/#:~:text=Ouderen%20met%20depressie%20hebben%20minder,onrust%20en%20moeite%20met%20stilzitten.
Evaluatie
Wat is een depressie? 

Wat zijn de verschillen die jij als verpleegkundige ziet bij jongeren en ouderen met een depressie? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees uit het boek Geestelijke gezondheidszorg van TM
Module 6 Angst en aan angst gerelateerde stoornissen
Hoofdstuk 14 Zorgvragers met een angststoornis
Geestelijke gezondheidszorg 1 n4 Paragraaf - eDition (thiememeulenhoff.nl)
Hoofdstuk 15 Zorgvragers met een obsessief-compulsieve stoornis
Geestelijke gezondheidszorg 1 n4 Paragraaf - eDition (thiememeulenhoff.nl)
Hoofdstuk 16 Zorgvrager met een psychotrauma of stressor-gerelateerde stoornis
Geestelijke gezondheidszorg 1 n4 Paragraaf - eDition (thiememeulenhoff.nl)
Hoofdstuk 17 Zorgvragers met een dissociatieve stoornis
Geestelijke gezondheidszorg 1 n4 Paragraaf - eDition (thiememeulenhoff.nl)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
angststoornissen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies