Par 1.4 en 1.5: Leven van landbouw

Leven van landbouw
Paragraaf 1.4 en 1.5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leven van landbouw
Paragraaf 1.4 en 1.5

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • Het verschil tussen verandering en continuïteit uitleggen
  • De twee oorzaken van de landbouwrevolutie uitleggen
  • Kenmerken van de landbouwsamenleving benoemen
  • De jager-verzamelaarsamenleving en de landbouwsamenleving met elkaar vergelijken

Slide 2 - Tekstslide

Verandering
  • De levenswijze van jagers-verzamelaars veranderde bijna niet
  • Dit noemen we continuïteit
  • 10.000 jaar geleden: klimaatsverandering
  • Gevolg: afname wilde dieren, toename te verzamelen granen in Mesopotamië
  • Gevolg: mensen blijven op één plek wonen
  • Deze landbouwrevolutie is een langzame ontwikkeling
  • Naast akkerbouw gaat men aan veeteelt doen

Slide 3 - Tekstslide

Vergelijking
  • Kenmerken jagerverzamelaars:
  • 1. Leven als nomaden
  • 2. Kleine groepen
  • 3. Natuurgodsdiensten
  • 4. Nauwelijks verschillen in macht
  • Kenmerken landbouwsamenleving:
  • 1. Wonen op één plek
  • 2. Groepen worden steeds groter
  • 3. Natuurgodsdiensten met grafmonumenten
  • 4. Groeiende sociale verschillen

Slide 4 - Tekstslide

Toetsing
  • Type vragen:
  • 1. Volgorde vraag: plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
  • 2. Begripsvraag: leg de begrippen uit
  • 3. Bronnenvragen: haal informatie uit de bron

Slide 5 - Tekstslide

Lees de bron.
Bij welk soort samenleving past de omschrijving? Schrijf ook één zin over om dit te bewijzen.

Slide 6 - Open vraag

Toetsing
  • Type vragen:
  • 1. Volgorde vraag: plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
  • 2. Begripsvraag: leg de begrippen uit
  • 3. Bronnenvragen: haal informatie uit de bron
  • 4. Kennisvragen: letterlijk uit de leerstof / lesdoelen
  • 5. Toepassing: pas je kennis toe

Slide 7 - Tekstslide

Is een primaire of een secundaire bron?
A
Primair
B
Secundair

Slide 8 - Quizvraag

Toetsing
  • Type vragen:
  • 1. Volgorde vraag: plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
  • 2. Begripsvraag: leg de begrippen uit
  • 3. Bronnenvragen: haal informatie uit de bron
  • 4. Kennisvragen: letterlijk uit de leerstof / lesdoelen
  • 5. Toepassing: pas je kennis toe
  • Hoe beantwoord je open vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een primaire bron?
Een bron uit de tijd die je onderzoekt
Een primaire bron is een bron uit de tijd die je onderzoekt

Slide 10 - Sleepvraag

Toetsing
  • Herhaal de vraag in je antwoord:
  • Wat is een primaire bron?
  • Een primaire bron is... 

Slide 11 - Tekstslide

Is dit een primaire of een secundaire bron? Leg je antwoord uit. (2p)
Het is een primaire bron
Primair, want het komt uit de tijd die ik onderzoek
Het is een primaire bron, omdat het uit de tijd komt die ik onderzoek

Slide 12 - Sleepvraag

Toetsing
  • Herhaal de vraag in je antwoord:
  • Wat is een primaire bron?
  • Een primaire bron is... 
  • Geef uitleg als om uitleg gevraagd wordt:
  • Het is een primaire bron, omdat...
  • Let op het aantal punten: twee punten betekent twee antwoorden
  • Het is een primaire bron (1p), omdat ... (1p)
  • Gebruik de bron in je antwoord als daar om gevraagd wordt

Slide 13 - Tekstslide

Bij welk soort samenleving past de omschrijving? Gebruik de bron in je antwoord. (2p)
Een jager-verzamelaar samenleving
Het past bij een jager-verzamelaar samenleving, omdat het over jagen gaat
Het past bij een jager-verzamelaar samenleving, omdat in de tekst staat: "Pas dan durf je met je groepje..."

Slide 14 - Sleepvraag

Toetsing
  • Herhaal de vraag in je antwoord:
  • Wat is een primaire bron?
  • Een primaire bron is... 
  • Geef uitleg als om uitleg gevraagd wordt:
  • Het is een primaire bron, omdat...
  • Let op het aantal punten: twee punten betekent twee antwoorden
  • Het is een primaire bron (1p), omdat ... (1p)
  • Gebruik de bron in je antwoord als daar om gevraagd wordt
  • Eerste helft fout? Tweede helft ook!

Slide 15 - Tekstslide