Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
leesboek
NN + schrift
agenda en etui
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom V3L!
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
leesboek
NN + schrift
agenda en etui
Slide 1 - Tekstslide
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 2 - Tekstslide
Toets bespreken
Slide 3 - Tekstslide
Deze les
Tijd en ruimte
Aan het eind van de les:
weet je welke rol de ruimte kan spelen in een verhaal;
weet je wat het verschil is tussen chronologisch en niet-chronologisch;
weet je wat flashbacks en flashforwards zijn;
weet je het verschil tussen versnelling, vertraging en tijdssprong
Slide 4 - Tekstslide
tijd en ruimte in een verhaal
Slide 5 - Woordweb
Tijd
De volgorde waarin de gebeurtenissen verteld worden.
chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn, dus van begin tot eind.
niet-chronologisch: in het verhaal worden sprongen gemaakt naar gebeurtenissen uit verleden of toekomst:
Slide 6 - Tekstslide
Tijd
Chronologisch
terugverwijzing: in het verhaal wordt kort herinnerd aan wat er in het verleden is gebeurd
vooruitwijzing: in het verhaal wordt kort verwezen naar iets wat nog gaat gebeuren
Slide 7 - Tekstslide
Tijd
Niet-chronologisch
flashback: in het verhaal word je meegenomen naar het verleden
flashforward: in het verhaal word je meegenomen naar de toekomst
Slide 8 - Tekstslide
Tijd
Hoe uitgebreid of beknopt de gebeurtenissen beschreven zijn
vertraging: een gebeurtenis wordt uitgebreid verteld
versnelling: een gebeurtenis wordt kort samengevat
tijdssprong: er worden gebeurtenissen (uren/dagen/jaren) overgeslagen
Slide 9 - Tekstslide
Ruimte
plaats
voorwerpen
weer en klimaat
tijdstip
Slide 10 - Tekstslide
Ruimte
De ruimte van een verhaal bepaalt de sfeer van het verhaal:
parallel: de ruimte komt overeen met de gebeurtenissen en de gevoelens van de personages
contrast: de ruimte is tegengesteld aan de gebeurtenissen en de gevoelens van de personages
Slide 11 - Tekstslide
Het kistje
Godfried Bomans
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht deze les
Lees zelfstandig 'Het kistje' van Godfried Bomans. Markeer de open plekken (dus zaken die vragen oproepen). Beantwoord daarna de vragen op de volgende slides.
Klaar?
Lezen in je leesboek
timer
25:00
Slide 13 - Tekstslide
Vragen
. In welke tijd speelt dit verhaal zich ongeveer af, denk je? Waaruit kun je dat afleiden? Geef een voorbeeld.
Kies drie belangrijke ruimte-elementen in dit verhaal (plaats, voorwerp, tijdstip, etc.) Onderstreep deze in de tekst.
'De Pinksterstraat is een merkwaardige straat. Eén kant is ‘mooi en statig.’ De andere is ‘vuil en verlaten.’ Is deze ruimte parallel of in contrast met de personages en gebeurtenissen in de rest van het verhaal? Leg uit.
Is het verhaal in grote lijnen chronologisch verteld of niet?
Slide 14 - Tekstslide
Vragen
5. Welke vooruitwijzing kun je vinden? Zet dit begrip in de kantlijn. 6. Welke flashback kun je vinden? Zet dit begrip in de kantlijn. 7. Wijs zowel een vertraging, een versnelling als een tijdssprong