B1: 4,3 - In en om het kasteel

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? (2)
-Lesdoelen
-Herhaling
-In en om het kasteel 
-Teken het domein
-Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-Herhaling
-In en om het kasteel
-Opdrachten
-Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  •   kun je herkennen en uitleggen hoe de mensen in de vroege middeleeuwen leefden.

  • kun je uitleggen welke rechten en plichten horigen hadden.

  • kun je uitleggen hoe de middeleeuwse samenleving was ingedeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Leg uit wat je ziet gebeuren op de bron. Verwijs hierbij naar een beeldkenmerk uit de bron.

Slide 5 - Open vraag

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit wat een domein is en wat er op het domein te vinden was.

Slide 7 - Open vraag

Het kasteel was niet meer dan een versterkte wachttoren. Hier woonde de leenheer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden zoals bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de leenheer. De wapenuitrusting moesten ze dan zelf betalen.
De akkers van de leenheer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was.
De grote boerderij (hoeve) is van de leenheer. Hier woonde de leenheer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast de boerderij woonden de horige boeren als er gevaar dreigde, zoals oorlog.
Bij het grote boerderij waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten de veilige muren
Het domein was eigendom van de heer die daar met zijn horigen woonde. Het domein was een dorp dat helemaal voor zichzelf kon zorgen, zij hadden dus niemand anders nodig (autarkisch).

Op het domein waren de huizen van hout gemaakt. Het enige gebouw dat van steen gebouwd was, was de kerk. Geloof was voor de mensen in de middeleeuwen namelijk erg belangrijk en ik Europa was bijna iedereen christelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.

Slide 9 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 10 - Tekstslide

Onveiligheid na de val van het Romeinse Rijk
Zonder de Romeinen is het niet langer veilig in Europa:
  • Groepen rovers trekken rond
  • De wegen worden steeds slechter
  • Steden vervallen
  • Handel en nijverheid verdwijnen

                                                               gevolg



Mensen zoeken bescherming in ruil voor arbeid.

Slide 11 - Tekstslide







Blz. 58

Slide 12 - Tekstslide

Het domein
  • Door die onveiligheid (oorzaak) ontstonden er beveiligde dorpen (gevolg).

  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein.

  • De leenman, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.

  • Hij woonde soms in een houten kasteel en soms in een grote boerderij.

  • Agrarisch-urbane samenleving--> Agrarische samenleving
Let op, kastelen in de vroege middeleeuwen waren van hout en een kasteel in die tijd was vaak niet meer dan een grote toren. Dat is dus iets anders dan de grote kastelen van steen die wij nu nog kennen.
Het kasteel was vaak op een heuvel gebouwd, dan had de leenman veel overzicht en was hij veiliger.

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Het kasteel was niet meer dan een versterkte wachttoren. Hier woonde de leenheer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden zoals bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de leenheer. De wapenuitrusting moesten ze dan zelf betalen.
De akkers van de leenheer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was.
De grote boerderij (hoeve) is van de leenheer. Hier woonde de leenheer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast de boerderij woonden de horige boeren als er gevaar dreigde, zoals oorlog.
Bij het grote boerderij waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten de veilige muren
Het domein was eigendom van de heer die daar met zijn horigen woonde. Het domein was een dorp dat helemaal voor zichzelf kon zorgen, zij hadden dus niemand anders nodig (autarkisch).

Op het domein waren de huizen van hout gemaakt. Het enige gebouw dat van steen gebouwd was, was de kerk. Geloof was voor de mensen in de middeleeuwen namelijk erg belangrijk en ik Europa was bijna iedereen christelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de oorzaak dat veel mensen bescherming zochten bij een lokale heer?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Veel plichten, 
weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de leenman hoorde bij het domein.

  • De boeren werden horigen van de leenman: ze moesten gehoorzaam zijn en waren zijn eigendom.

  • Om op de grond van de leenman te  wonen, moest je pacht (belasting) betalen.

  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten (klusjes) te doen.

  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen.

Slide 18 - Tekstslide

Herendiensten
  • Werken op het land van de heer
  • het onderhouden van wegen en hekken
  • Kappen van bomen
  • Vechten als soldaat

Slide 19 - Tekstslide

Noem een aantal rechten en plichten van horige boeren.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

De standensamenleving
  •  Iedereen heeft zijn eigen plek en taak van god had gekregen:

  1. Geestelijken (bidden voor de boeren en de adel)
  2. Adel (vechten om de geestelijken en de boeren te beschermen )
  3. Boeren (werken op het land om de geestelijken en adel te voeden)

Slide 22 - Tekstslide

De eerste stand bestond uit de geestelijkheid. De taak die zij van God hadden gekregen was bidden voor het volk!
Tot de geestelijkheid behoren monikken, bischoppen, priesters, nonnen en natuurlijk de paus.
De tweede stand was de adel. Dit waren rijke mensen met hun eigen land (vaak in leen gekregen van de koning). Zij konden met hun geld een goede wapenuitrusting kopen. Als sterke ridders moesten zij de koning helpen en de mensen op hun land bescheremen. 
De derde stand waren de boeren (en burgers). Binnen deze stand waren sommigen rijk, maar de meeste waren erg arm. Ze waren geboren in de derde stand en dat was omdat god het zo wilde. Ze moesten hard werken, hadden veel plichten en weinig rechten.

Slide 23 - Tekstslide

Welke drie standen kennen we in de middeleeuwen?

Slide 24 - Open vraag

Opdrachten
Paragraaf 4,3 - In en om het kasteel
Opdrachten: 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 11
Blz. 90 t/m 93
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Teken het domein
Je bedenkt wat er allemaal nodig is op een domein. Dus: aan welke eisen moet een domein voldoen om een domein te kunnen zijn? 
  • Gebruik hierbij je bronnen die je gekregen hebt. Markeer alles wat op of om het domein aanwezig moet zijn.

Teken met je groepje (3/4 tal) een middeleeuws domein. Gebruik daarvoor het A3-papier dat je gekregen hebt. 
  • Dit doe je in de vorm van een plattegrond met een legenda.

Hints: eten, drinken, kleding, huizen, warmte, gereedschappen, beroepen, indeling, etc.  

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Een domein bestond uit een grote boerderij/ houten toren waarin de leenman woonde. Daaromheen waren de huizen van de horigen en andere arbeiders. Om het domein was vaak een muur gebouwd met daaromheen weer een gracht, dit zorgde ervoor dat de bewonders zich veilig konden terugtrekken bij een aanval.
Buiten de muren was de landbouwgrond en graasden de dieren.

Slide 30 - Tekstslide

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  •  kun je herkennen en uitleggen hoe de mensen in de vroege middeleeuwen leefden.

  • uitleggen welke rechten en plichten horigen hadden. 

  • uitleggen hoe de middeleeuwse samenleving was ingedeeld.

Slide 31 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 32 - Tekstslide

Welke plichten die horigen hadden komen in de bron hiernaast terug? (klik op de bron om hem groter te maken)

Slide 33 - Open vraag

In de bron wordt gezegd dat de horigen herendiensten moeten doen. Geef zelf zoveel mogelijk voorbeelden van herendiensten (minimaal 4).

Slide 34 - Open vraag