4. Bidden, vechten, werken

Hoofdstuk 4 Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Hoe viel het Romeinse rijk?
Monniken, ridders, koningen...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak juiste combinaties
Rome werd in twee delen verdeeld
De periode na het Romeinse Rijk
Tegenstanders van de Romeinen
Het West- en Oost Romeinse Rijk
De Germanen
De Middeleeuwen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De koning en zijn leenmannen
Blz. 86-89

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Land te leen
  • Koning van de Franken: Karel de Grote. Hij heeft land te leen!
  • Geeft stukken land aan zijn edelen die dat stuk mochten besturen.
  • Leenman, leenheer.. leenstelsel!
  • Karel zelf reisde veel rond.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies










Karel moet wel rondreizen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Hofstelsel 
  • Edelmannen hebben een eigen stuk land.
  • Boeren gaven hun vrijheid in ruil voor bescherming van de heer.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ridders: de soldaten van de koning of graaf.
Veel ridders hadden een tamme vogel: een  valk.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek

Slide 12 - Tekstslide

Toelichting slide 10
Luister naar de middeleeuwse muziek en laat de leerlingen hierop dansen en bewegen. Dat kan alleen of in duo's. Geef tijdens het dansen opdrachten als:
  • loop als een ridder
  • dans als een jonkvrouw
  • ren als een paard
Laat leerlingen eventueel meespelen met eenvoudige ritme instrumentjes.
De koning en zijn leenmannen
Opdrachten blz. 86-89
Is huiswerk, kan ook tijdens kwt dus.

Nakijken op 28 maart.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4.3 Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een veilig huis
De eerste kastelen waren van hout en moesten bescherming bieden tegen aanvallen. 
Vaak werd een kasteel op een heuvel gebouwd, omdat je dan de vijand goed in de gaten kon houden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kasteel
In de vroege middeleeuwen moest een kasteel een veilige plek zijn.

Kastelen waren eenvoudig ingericht. Er waren nog geen glazen ramen, dus in de winter was het er erg koud. 
Er woonden en werkten veel mensen in en om het kasteel.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kasteel was niet meer dan een versterkte wachttoren. Hier woonde de leenheer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden zoals bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de leenheer. De wapenuitrusting moesten ze dan zelf betalen.
De akkers van de leenheer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was.
De grote boerderij (hoeve) is van de leenheer. Hier woonde de leenheer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast de boerderij woonden de horige boeren als er gevaar dreigde, zoals oorlog.
Bij het grote boerderij waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten de veilige muren
Het domein was eigendom van de heer die daar met zijn horigen woonde. Het domein was een dorp dat helemaal voor zichzelf kon zorgen, zij hadden dus niemand anders nodig.

Op het domein waren de huizen van hout gemaakt. Het enige gebouw dat van steen gebouwd was, was de kerk. Geloof was voor de mensen in de middeleeuwen namelijk erg belangrijk en ik Europa was bijna iedereen christelijk.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een domein bestond uit een grote boerderij/ houten toren waarin de leenman woonde. Daaromheen waren de huizen van de horigen en andere arbeiders. Om het domein was vaak een muur gebouwd met daaromheen weer een gracht, dit zorgde ervoor dat de bewonders zich veilig konden terugtrekken bij een aanval.
Buiten de muren was de landbouwgrond en graasden de dieren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel plichten, weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de leenman hoorde bij het domein.

    De boeren werden horigen van de leenman: ze moesten gehoorzaam zijn en waren zijn eigendom.

  • Om op de grond van de leenman te  wonen, moest je pacht (belasting) betalen.

  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten (klusjes) te doen.

  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken voor de graaf
  • Werken op het land van de heer
  • het onderhouden van wegen en hekken
  • Kappen van bomen
  • Vechten als soldaat

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies