chapitre 5: Entre amis: cours 11 15 05 2023 1C

Bonjour HV1C
Je vous souhaite la bienvenue!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour HV1C
Je vous souhaite la bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Devoirs pour lundi, 15 mai
apprendre vocabulaire F



apprendre: bloc G phrases clés n-f f-n page 42

Slide 2 - Tekstslide

Programme pour lundi, 15 mai

  • - révision voc F
  • - révision bloc G phrases clés
  • bloc H - grammaire/adjectif
  • - ex 28 fiche d'identité

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ziet jouw broer eruit?

Slide 4 - Open vraag

Hij is van gemiddelde lengte

Slide 5 - Open vraag

Hij is grappig
Hij houdt van sport

Slide 6 - Open vraag

Hij heeft groene ogen
Hij draagt een bril

Slide 7 - Open vraag

Grammaire Bloc H
Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Het huis is mooi -  Een groen T-shirt
Il est grand - La maison est belle - Un t-shirt vert

Slide 8 - Tekstslide

Grammaire Bloc H
Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Het huis is mooi -  Een groen T-shirt
Il est grand - La maison est belle - Un t-shirt vert

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Grammaire Bloc H
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleu (blauw) op 4 verschillende manieren geschreven?

Maxime porte un jeun bleu.
Maxime porte une ceinture bleue.
Maxime détestent les jeans bleus.
Maxime adorent les ceintures bleues.

Slide 10 - Tekstslide

Grammaire Bloc H
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleu (blauw) op 4 verschillende manieren geschreven?
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord 


Maxime porte un jean (m ev) bleu. 
Maxime porte une ceinture (v ev) bleue.
Maxime détestent les jeans ( m mv) bleus.
Maxime adorent les ceintures (v mv) bleues.

Slide 11 - Tekstslide

Grammaire bloc H
Het bijvoeglijknaamwoord past zich aan aan het zelfstandignaamwoord. 


Il est petit
Elle est petite
Ils sont petits
Elles sont petites

Slide 12 - Tekstslide

Le prof est ______(méchant=gemeen)
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchantes

Slide 13 - Quizvraag

Les frères sont ______(content=blij)
A
content
B
contente
C
contents
D
contentes

Slide 14 - Quizvraag

J'ai une tente _____(vert=groen)
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 15 - Quizvraag

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sacs à dos _______
Il a des  tentes _________

Slide 16 - Tekstslide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos rouge
Il a une tente  rougee
Il a des sacs à dos rouges
Il a des  tentes rougees
!!!!!Dus; als het bijv nw al eindigt op een -e komt er geen extra e bij.

Slide 17 - Tekstslide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sacs à dos _______
Il a des  tentes _________

Slide 18 - Tekstslide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos gris
Il a une tente  grise
Il a des sacs à dos griss
Il a des tentes grises
Dus; als het bijv nw al eindigt op een -s komt er geen extra s bij.

Slide 19 - Tekstslide

Grammaire Bloc H
Samenvatting
Let op: 
un T-shirt orange
une robe orange (geen extra E)

un T-shirt gris
des T-shirts gris (geen extra S)

Slide 20 - Tekstslide

Fiche d'identité
Travaille avec ton voisin.
Décris une fiche par personne

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide