H4 volgordevraag oefenen

Wat gaan we vandaag doen?
1) Wat weet  je nog?
2) Uitleg over volgorde vragen.
3) Oefenen met volgorde vragen
4) Bedenk je eigen volgorde vraag
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
1) Wat weet  je nog?
2) Uitleg over volgorde vragen.
3) Oefenen met volgorde vragen
4) Bedenk je eigen volgorde vraag

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitspraak over jagers en verzamelaars (JV) is onjuist?
A
JV hebben weinig bezit
B
JV leven sedentair
C
JV hebben weinig sociale verschillen
D
JV leven in groepen van ongeveer 50

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer eindigde de prehistorie in Nederland?
A
Toen Caesar de eerste schriftelijke bron over NL schreef
B
Toen in Mesopotamië het schrift werd uitgevonden
C
Toen de romeinen de landbouw naar NL brachten
D
Toen in Mesopotamië de landbouw werd uitgevonden

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitspraak is onjuist?
A
Bij het rationalisme gebruik je vooral je zintuigen
B
Bij het empirisme gebruik je vooral je zintuigen
C
Bij het rationalisme gebruik je vooral je verstand
D
De oude Grieken zijn de grondlegers van het empirisme en het rationalisme

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak is onjuist?
A
Bij een democratie is het volk aan de macht
B
Bij een aristocratie zijn de rijken aan de macht
C
Bij een monarchie is een koning aan de macht.
D
Een referendum is een voorbeeld van directe democratie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld van Romanisering?
A
In Didam is een Romeinse munt gevonden
B
In Bemmel zijn graven van Romeinse soldaten gevonden
C
In Rome krijgen rijke kinderen Griekse les
D
In Elst staat een gallo-romeinse tempel

Slide 6 - Quizvraag

Welke uitspraak is onjuist?
A
Jezus was een Jood
B
Jezus is volgens het christendom God
C
Jezus is volgens het christendom de zoon van God
D
Jezus vond religieuze regels belangrijker dan liefde

Slide 7 - Quizvraag

Hoe maak je een volgorde vraag?
1) Leer de tijdvakken!

2) Elke omschrijving is terug te koppelen aan een kenmerkend aspect 
3) Schrijf op je vragenblad / kladbladje


Slide 8 - Tekstslide

De volgende historische gegevens hebben te maken met voedsel en staan in willekeurige volgorde:

1. Kort na de ontdekkingsreizen van Columbus naar Amerika maken de Europeanen kennis met de aardappel.
2. Jagersgemeenschappen in de Indusvallei vestigen zich op plaatsen waar zij kunnen oogsten van de planten die zij gezaaid hebben.
3. Na de oprichting van de Hanze wordt er tussen verschillende handelssteden in Noord-Europa intensief gehandeld in producten als granen, zout, vis en bier.
4. De Romeinse Senaat beloont de veteranen uit hun legioenen met boerderijen in de veroverde gebieden.
5. De meier van de Frankische koning Karel de Grote zorgt ervoor dat er voldoende horige boeren zijn om de oogst binnen te halen.
6. Terwijl de mannen van jagersgemeenschappen in de Indusvallei op jacht gaan, verzamelen de vrouwen allerlei vruchten en zaden.

Slide 9 - Tekstslide

Vul hier de juiste volgorde in:

Slide 10 - Open vraag


1. Julius Caesar stelde, nadat hij Gallië had veroverd, de viering van het begin van het jaar vast op 1 januari. Dat deed hij ter ere van de God Janus, die de God van het begin en einde was.
 2. In Babylon werd een slaaf op de troon van de koning gezet voor één dag, waarna deze slaaf werd geofferd. Dit werd opgetekend in het spijkerschrift.
 3. Kruisridders, die terugkeerden van hun kruistocht naar het Midden-Oosten, brachten het eerste vuurwerk mee naar Europa.
 4. Door vele oorlogen na de val van het Romeinse Rijk begonnen de inwoners van West-Europa oliekoeken te bakken, die er tijdens een aanval op het kasteel voor zorgden dat er toch wat te eten was dat niet bedierf.
 5. Nu het christendom staatsgodsdienst was geworden, werd het de Germanen door de Romeinen verboden nog langer heidense vreugdevuren te stoken om de boze demonen te verdrijven tijdens de viering van het nieuwe jaar.
 6. De vijf dagen die vlak voor Nieuwjaar vallen, werden door de Maya’s de ongelukkige dagen genoemd. Iedereen bleef dan thuis om ongeluk te vermijden. Columbus maakte dit mee tijdens zijn eerste kennismaking met de nieuwe wereld.
 






Slide 11 - Tekstslide

Vul hier de juiste volgorde in:

Slide 12 - Open vraag

De onderstaande gebeurtenissen hebben allemaal te maken met carnaval en staan in willekeurige volgorde:

1. In het na de Reformatie overwegend protestantse deel van het huidige Nederland verdween de openbare carnavalsviering uit het straatbeeld. De vastenavond werd geduid als een ‘Roomsche superstitie’ en met verboden de kop in gedrukt.

2. In de steden in Vlaanderen en Noord-Italië verkleden de mensen zich tijdens de Vastenavond. Omdat men nu anoniem was kon er makkelijker kritiek geuit worden op de nieuwe rijke burgerij, die rijk geworden was van de opkomst van de handel en de ambachten.

3. Omdat het de katholieke kerk niet lukte om wilde heidense rituelen (zoals het carnaval) uit te bannen, werd het feest omgevormd tot een Christelijk feest. Zo werd carnaval officieel vastgelegd als een laatste uitlaatklep voordat de 40 dagen vasten voor Pasen begonnen.

4. Door de groei van het Romeinse rijk, word het romeinse Saturnaliafeest verder verspreid over Europa. Tijdens dit feest ter eren van de landbouw en de welvaart werd de lokale dronkenlap voor drie dagen benoemd tot koning.

5. In Athene werden tijdens de Dionysusfeesten in februari toneelvoorstellingen opgevoerd. Tijdens dit vrolijke oogstfeest werd er zeer veel gedronken van de nieuwe wijn.

6. In de eerste steden in Mesopotamië, worden tijdens het saceae feest praalwagens door de stad gereden. Voor een korte tijd zijn de slaven gelijk aan hun meesters.

Slide 13 - Tekstslide

Vul hier de juiste volgorde in:

Slide 14 - Open vraag

Bedenk je eigen volgorde vraag
1) Bedenk een thema
2) Bedenk welke kenmerkende aspecten erbij passen. Let op dat deze uit verschillende tijdvakken zijn.
3) Maak een mooi, korte omschrijving
4) In je antwoordblad zet je welk kenmerkend aspect in elke omschrijving terug komt

Slide 15 - Tekstslide