Breuken vereenvoudigen

Welkom
  • Zoek alvast een plekje volgens de plattegrond.
  • Telefoon + Ipad in de tas.

  • Pak je rekenmachine
  • Pak een pen


timer
5:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Zoek alvast een plekje volgens de plattegrond.
  • Telefoon + Ipad in de tas.

  • Pak je rekenmachine
  • Pak een pen


timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

  • Lesdoel bespreken
  • Klassikaal opdrachten maken / bespreken.
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel van geheel
Procenten, breuken en kommagetallen
zijn met elkaar verbonden:

ze zijn allemaal een deel van een geheel
en je kunt ze naar elkaar omrekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procenten
Procent betekent per honderd. 1 procent is:
                         of: 0,01

Procenten kun je omzetten naar een honderdste breuk.
Deze kun je vervolgens vereenvoudigen.

Procenten kun je omrekenen naar een kommagetal
door het aantal te delen door 100.
1001

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 65% op als een decimaal getal.

Slide 6 - Open vraag

Je rekent een percentage om naar een decimaal getal door het door 100 te delen.
Schrijf 83% op als decimaal getal

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 0,45 op als percentage

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Breuken
Breuken rekenen je om naar een decimaal getal
als je de teller deelt door de noemer.

Met het decimale getal bereken je vervolgens makkelijk het percentage door het met 100 te vermenigvuldigen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1/8 kan je ook schrijven als:
A
0,8
B
0,125
C
0,2
D
0,3

Slide 11 - Quizvraag

Deel de teller door de noemer.
2/5 kun je ook schrijven als:
A
0,4
B
0,35
C
0,2
D
0,3

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3/8 kun je ook schrijven als:
A
0,45
B
0,375
C
0,5
D
0,425

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies