> Formuleer je eigen persoonlijke leerdoelen voor het vak studievaardigheden met behulp van de planningstool.
Maak je leerdoel SMART
> Sla je planningstool op in je WORD map Studievaardigheden
Slide 9 - Tekstslide
Planningstool
SQILL:
In deze training ga je verder oefenen met de studievaardigheden uit de leereenheid uit het eerste jaar en leer je hoe je examens kunt plannen en uitvoeren. Er wordt gekeken waar nog uitdagingen voor je liggen ten aanzien van studievaardigheden en hoe daarmee om te gaan.
Waar liggen jullie leervragen?
Wat zijn jullie leerdoelen?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
SMART
Van Inventarisatie van wensen en behoeften ga je naar doelen.
Doelen formuleren we SMART:
S= specifiek
M= meetbaar
A= acceptabel
R= realistisch
T= tijdsgebonden
Slide 12 - Tekstslide
S= specifiek
> Wat wil je bereiken?
> Wie zijn erbij betrokken?
> Waar vindt het plaats?
> Wanneer vindt het plaats?
> Waarom wil je dit bereiken?
Slide 13 - Tekstslide
M = meetbaar
> Hoeveel ga je doen of moet gedaan worden?
> Hoe kun je dat meten?
> Welk resultaat levert dat op?
A= acceptabel
> Is het doel aanvaardbaar: staat cliënt achter zijn leerdoel?
> Is het doel logisch gebaseerd op huidige of eerdere omstandigheden, gebeurtenissen of gedragingen?
> Is er voldoende draagvlak om het doel te bereiken: staan andere betrokkenen achter het doel?
Slide 14 - Tekstslide
R = realistisch
> Is het doel haalbaar?
> Is het plan uitvoerbaar: zijn de stappen richting het doel aanvaardbaar en haalbaar voor alle betrokkenen?
> Zijn de kennis, mogelijkheden en middelen aanwezig om het doel te behalen?
> Is het doel niet te eenvoudig te behalen (waardoor bepaalde acties niet nodig zijn)
> Is het doel relevant, oftewel zinvol voor je cliënt?
Slide 15 - Tekstslide
T = tijdgeboden
> Wanneer starten de activiteiten?
> Wanneer worden de acties beëindigd?
> Wanneer is het doel behaald?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Opdracht Belbin
> Ga naar https://www.123test.com/nl/groepsrollentest/
> Maak de test
> Noteer de rol waarop je het hoogste scoort
We bespreken de opdracht klassikaal na
Slide 18 - Tekstslide
Groepsrollen van Belbin
Slide 19 - Tekstslide
STARR- Methode
situatie
taak
resultaat
reflectie
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Reflecteer op een gebeurtenis op je stage. Gebruik hiervoor de STARR methode.
Slide 21 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Aan het einde van de les ken ik mijn rol volgens de theorie van Belbin en weet ik wat ik nodig heb om tot een goede samenwerking te komen.
Aan het einde van de les kan ik reflecteren volgens de STARR-methode op mijn teamrol en de samenwerking met anderen.
Kan ik mijn leerdoelen bepalen met behulp van de planningstool.
Slide 22 - Tekstslide
Vooruitblik
Huiswerk
Werk aan je leerdoel volgens je planningstool.
Volgende les
?
> Informatie zoeken en verwerken
Slide 23 - Tekstslide
Alternatief programma
Slide 24 - Tekstslide
Samenwerken is een belangrijke vaardigheid. Goede samenwerking is ontzettend leuk en zorgt voor veel motivatie.
Maar samenwerken kan ook best moeilijk zijn en voor veel gedoe zorgen. Je hebt er namelijk best een aantal zaken voor nodig.
Denk je dat goed kunnen samenwerken is aangeboren of dat je het kunt leren?
1: Wat verwacht je?
Slide 25 - Tekstslide
Vul de vragen in op de volgende slides en bekijk hoe jij nu samenwerkt.
Zijn er ook zaken die je lastig vindt bij samenwerken?
2: Hoe doe je het nu?
Slide 26 - Tekstslide
Vraag 1: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking? "Werk eerlijk verdelen."
1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
Slide 27 - Poll
Vraag 2: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking? "Overleggen."
1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
Slide 28 - Poll
Vraag 3: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking? "Luisteren."
1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
Slide 29 - Poll
Vraag 4: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking? "Actief meedoen."
1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
Slide 30 - Poll
Vraag 5: Welke woorden passen bij een goede samenwerking?
past wel bij samenwerking
past niet bij samenwerking
ik ben de baas
neutraal
perfectie
creativiteit
geen ruzie
voorzichtig
moet nu gebeuren
plezier
Slide 31 - Sleepvraag
3.1: Stappen voor goede samenwerking
- Theorie
- Opdracht
- Theorie
- Theorie
3.2: Verschillende teamleden
- Theorie
- Vaardigheid
- Theorie
Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen.
Wat is samenwerken eigenlijk en welke stappen kunnen je helpen bij een goede samenwerking?
Mensen werken op verschillende manieren. Als je weet hoe iemand graag werkt, kan dit de samenwerking helpen.
3: Aan de slag
Slide 32 - Tekstslide
Samenwerken betekent dat je je gezamenlijk inzet om een bepaald doel te bereiken.
Bij een goede samenwerking kun je jouw gedachten verwoorden, luisteren naar elkaar, initiatief nemen, overleggen, vragen stellen en rustig op elkaar reageren.
Op school, maar ook daarbuiten, ga je regelmatig groepswerk doen.
Rechts staan een aantal stappen die je kunnen helpen om goed met elkaar samen te werken.
3.1 Stappen voor goede samenwerking - Theorie 1
Slide 33 - Tekstslide
3.1 Stappen voor goede samenwerking - Opdracht
goede samenwerking
slechte samenwerking
actief meedoen
niet overleggen
schreeuwen
te laat komen
afspraken maken
deadline nakomen
niks doen
werk eerlijk verdelen
Slide 34 - Sleepvraag
Op school leren we van docenten, bij het sporten leren we van een trainer, thuis leren we van onze ouders.
Maar weet je van wie we eigenlijk het liefst leren als we jong zijn? Leeftijdsgenoten. Leren van klasgenoten noemen we sociaal leren.
Hersenen van jongeren laten sterkere signalen zien als ze feedback krijgen van leeftijdsgenoten dan van oudere mensen. Waarom dit is, weten onderzoekers nog niet precies.
Een beetje risico nemen kan je helpen om dingen te ontdekken en kansen te grijpen, maar let wel op!
We hebben het hier over een gezonde dosis risico nemen.
3.1 Stappen voor goede samenwerking - Theorie 2
Slide 35 - Tekstslide
Heb je een filmpje uit je jeugd waarin jij je held van vroeger of je favoriete artiest nadeed?
Dit noemen we imiteren. Als we wat ouder zijn imiteren we nog steeds.
Imiteren kan een hele goede manier van leren zijn. Als iemand in de klas iets doet wat bewondering oplevert, is de kans groot dat we dit ook op die manier gaan doen.
Krijgt iemand negatieve reacties, dan is de kans groot dat we dit gedrag niet imiteren.
In ons brein zitten namelijk gebieden die gevoelig zijn voor zowel positieve als negatieve reacties.
3.1 Stappen voor goede samenwerking - Theorie 3
Slide 36 - Tekstslide
Hoe werken verschillende types?
In een team heb je verschillende type mensen zitten. Sommige teamleden zijn heel enthousiast, anderen weer heel geduldig, sommige zijn goed in nadenken, anderen weer in uitvoeren.
Om verschillende types aan te geven, gebruiken we een kleurenmodel. Elke kleur (type) heeft zijn eigen kwaliteiten. We gebruiken vier kleuren: rood, geel, groen en blauw.
Als je de afbeelding bekijkt, zie je dat er geen enkele kleur is die alle kwaliteiten heeft. De kleuren moeten dus samenwerken.
Conclusie: als je elkaars krachten gebruikt, krijg je de beste resultaten.
3.2 Verschillende types - Theorie 1
Slide 37 - Tekstslide
3.2 Verschillende types - Opdracht
Welke eigenschappen horen bij welk type?
rood
blauw
groen
geel
verleden
angst: afwijzing
optimisme
nu
rust
kort lontje
voorzichtig
perfectie
uitdaging
angst: kritiek krijgen
neutraal
heden
toekomst
plezier
angst: Verlies zekerheden
angst: Controle verlies
Slide 38 - Sleepvraag
Elke kleur heeft zijn eigen krachten en werkt dus ook het liefst op een bepaalde manier.
Rood: laten we het nu doen!
Blauw: laten we het goed doen!
Geel: laten we het samen doen!
Groen: laten we het kalm doen!
Als je begrijpt hoe andere persoonstypes (kleuren) werken, hoe ze zich uiten en wat hen motiveert, dan kan dit je helpen om zo goed mogelijk samen te werken.
3.2 Verschillende types - Opdracht
Slide 39 - Tekstslide
4: Experiment
Instructie
Maak groepjes van vier.
Van de docent krijg je papier, schaar en eventueel plakband of lijm.
Het doel: hoogste toren maken. Let op: teamwork is heel belangrijk in deze opdracht.
klik hier voor de stappen
Slide 40 - Tekstslide
Quiz: Samenwerken!
5. Quiz
Slide 41 - Tekstslide
Ben jij een échte teamplayer of werk je liever solo!?
A
echte teamplayer
B
dat ligt aan m'n bui
C
dat ligt aan de opdracht
D
solo
Slide 42 - Quizvraag
Vind jij het moeilijk of ongemakkelijk om een compliment te geven?
A
ja
B
nee
Slide 43 - Quizvraag
Vind jij het moeilijk of ongemakkelijk om een compliment te krijgen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Anders...
Slide 44 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde.
1
2
4
5
3
Rollen en taken verdelen.
Taken uitvoeren.
Hulp vragen als je vast loopt.
Elkaar feedback geven.
Reflecteren (terugkijken).
Slide 45 - Sleepvraag
Van wie neem je eerder iets aan?
A
leeftijdsgenoten
B
mensen die jonger dan jezelf zijn
C
ouders en leraren
D
influencers
Slide 46 - Quizvraag
Extra: Helium Stick Test
Zorg voor een lange liniaal/stok/bezemsteel.
Ga aan beiden kanten staan.
Iedereen mag alleen de wijsvingers gebruiken.
Probeer het object van de grond tot boven jullie hoofden te krijgen. Het object moet recht blijven.
Iemand heeft de leiding en geeft instructies.
Succes!
Deze praktijkopdracht is niet geschikt voor coronatijd! Denk aan anderhalve meter! :-)