H4 Ongelijkheid - Herhalingsles
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor soort ongelijkheid zie je hier?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
Slide 2 - Quizvraag
Hoe noem je een groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft
Slide 3 - Open vraag
Geeft aan hoeveel procent van de bevolking kan lezen en schrijven
Slide 4 - Open vraag
Hoeveel geld je minimaal per dag nodig hebt om van te leven.
A
BBP/hoofd
B
Welvaart
C
Armoedegrens
D
Welzijn
Slide 5 - Quizvraag
Een Nederlandse mainport kun je vinden in...
A
Utrecht
B
Friesland
C
Drenthe
D
Rotterdam
Slide 6 - Quizvraag
Welke driedeling kun je maken als je de wereld indeelt naar welvaart?
A
arm-gemiddeld-rijk
B
koplopers-volgers-achterblijvers
C
lage inkomenslanden-middeninkomenslanden-hoge inkomenslanden
D
centrumlanden - BRIC's -landenontwikkelingslanden
Slide 7 - Quizvraag
Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Hoge inkomenslanden
Midden inkomenslanden
Lage inkomenslanden
Diensten
Landbouw
Industrie
Slide 8 - Sleepvraag
Welk van de onderstaande antwoorden hoort niet bij welzijn?
A
BBP per hoofd
B
Levensverwachting
C
Alfabetisme
D
Gezondheidszorg
Slide 9 - Quizvraag
Mensen in de beroepsbevolking kunnen in verschillende officiële sectoren werken.
Welke hoort er niet bij?
Welke hoort er niet bij?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Scharreleconomie
Slide 10 - Quizvraag
Welke bewering over het BBP per hoofd klopt?
A
In arme landen hebben mensen een hoog BBP per hoofd
B
In Nederland heeft de gemiddelde inwoners een laag BBP per hoofd
C
In Duitsland werken veel mensen in de diensten en is het BBP per hoofd hoog
D
In het continent Afrika zijn geen landen met een hoog BBP per hoofd
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is onderwijs zo belangrijk om de welvaart te laten toenemen?
Slide 12 - Open vraag
Een ander woord voor een arm land is....?
A
Midden inkomensland
B
Centrumland
C
Koploper
D
Ontwikkelingsland
Slide 13 - Quizvraag
De welvaart in dit land is...
A
Afgenomen
B
Gelijk gebleven
C
Toegenomen
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Welk soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Welke soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide
Slide 18 - Quizvraag
Wat valt er niet onder infrastructuur?
A
Bruggen
B
Wegen
C
Vliegvelden
D
Lantaarnpalen
Slide 19 - Quizvraag
Wat is logistiek?
A
Het alleen maar opslaan van goederen in een magazijn
B
Het vervoeren van producten van A naar B zonder planning
C
Het verkopen van producten aan klanten in een winkel
D
Ervoor zorgen dat spullen op de juiste plek komen, op het juiste moment, en op de beste manier
