2.1 Week 6 – Contentstrategie (online tool) (MEM)

Contentstrategie

Keuzedeel Media & Entertainment Management 
Opleiding Mediamanager - Mediacollege Amsterdam
Module 2.1 - week 6
Door: M. Montsanto en J. van Mierlo
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatievaardighedenBurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Contentstrategie

Keuzedeel Media & Entertainment Management 
Opleiding Mediamanager - Mediacollege Amsterdam
Module 2.1 - week 6
Door: M. Montsanto en J. van Mierlo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De beginnend beroepsbeoefenaar die KD MEM heeft gedaan:
• Heeft brede kennis van producten en diensten van de media- en entertainmentsector
• Heeft specialistische kennis van de workflow in een bedrijf
• Heeft brede kennis van de soorten bedrijven in de media- en entertainmentsector (uitgeverijen, zendgemachtigden, productiebedrijven e.d.)
• Heeft brede kennis van technologische ontwikkelingen in de media- en entertainmentsector
• Heeft brede kennis van crossmedia in de media- en entertainmentsector
• Heeft kennis van consumenten/kijkersgedrag
• Heeft kennis van broadcasting en narrowcasting
• Heeft kennis van distributiemodellen van de media- en entertainmentsector
• Heeft kennis van adverteren en reclames in de media- en entertainmentsector
• Heeft kennis van de mogelijkheden van studio-opnames en live-uitzendingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MEM 2.1 - Wekenplanning
Thema's MEM
Week 1. Introductie | 7-9-2021
Week 2 Wat is de creatieve industrie? | 14-9-2021
Week 3. Scrummen | 21-9-2021
Week 4. Broadcasting & Narrowcasting | 28-9-2021
Week 5. Distributiemodellen | 05-10-2021
Week 6. Technologische ontwikkelingen + presentaties | 12-10-2021
* Herfstvakantie * | 18-10-2021
Week 7. les Contentstrategie | 26-10-2021
Week 8. les | 02-11-2021
Week 9. les + herkansingsweek | 09-11-2021
Week 10. Eindweek | 16-11-2021

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MEM 2.1 - examinering
MEM 2.1
Je hebt het keuzedeel MEM behaald als je heb voldaan aan deze criteria:

> Aanwezig zijn
> Actieve deelname tijdens lessen (doe je niet mee in LessonUp, dan 'afwezig')
> Opdrachten zijn gemaakt en ingeleverd voor de deadline (portfolio is gevuld).
> Het criteriumgericht interview is behaald

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Competentieniveau:

  • K3: student heeft inzicht in het consumenten- en kijkersgedrag en kan de kennis hierover toepassen door een passend advies voor de media- en entertainmentbranche te formuleren. Daarnaast kan de student verschillende vormen van consumentengedrag onderscheiden en de theorie over distributiemodellen en verdienmodellen koppelen aan de kennis over consumentengedrag.
Lesdoelen:

  • Je kan aan het einde van de les de drie hoofddoelen van bedrijfscommunicatie noemen
  • Je kan aan het einde van de lessenreeks zelf één contentstrategie uitwerken voor een specifiek product/bedrijf

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Contentstrategie
  • Gastles Tim de Hoogh
  • Voorbeelden
  • Opdracht


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting 'contentstrategie'
Bij het bepalen van een strategie wordt er vaak gedacht aan het brengen van de boodschap, maar ook al is de vorm erg sterk, met de inhoud kan je klanten binden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord:
'content. Noem zoveel mogelijk.

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Content
  • ...Is de invulling van je middelen met teksten en beelden die informatief, entertainend of activerend zijn. 
  • Content kan een blog op een website zijn, een post op Facebook of Instagram of een video op een website. 
  • Om ervoor te zorgen dat deze losse berichten op elkaar zijn afgestemd en elkaar daardoor kunnen versterken stellen bedrijven een contentstrategie op.

Slide 9 - Tekstslide

*
Content is de invulling van je middelen met teksten en beelden die informatief, entertainend of activerend zijn. Content kan een blog op een website zijn, een post op Facebook of Instagram of een video op een website. Om ervoor te zorgen dat deze losse berichten op elkaar zijn afgestemd en elkaar daardoor kunnen versterken stellen bedrijven een contentstrategie op.
Korte en lange termijn
  • Op korte termijn scoren organisaties met prijsvragen en weggeefacties maar op lange termijn moet je weten te scoren met sterke content. Mensen kopen steeds minder op basis van reclame want de geloofwaardigheid van reclame neemt sterk af. 
  • Wanneer mensen iets willen kopen, zoeken ze intensief op internet. De informatie die ze daar tegenkomen beïnvloedt hun gedachten en behoeften erg sterk.

Slide 10 - Tekstslide

*
Korte en lange termijn
Op korte termijn scoren organisaties met prijsvragen en weggeefacties maar op lange termijn moet je weten te scoren met sterke content. Mensen kopen steeds minder op basis van reclame want de geloofwaardigheid van reclame neemt sterk af. Wanneer mensen iets willen kopen, zoeken ze intensief op internet. De informatie die ze daar tegenkomen beïnvloedt hun gedachten en behoeften erg sterk.
Content circle
We hebben al eerder gezien dat je geen berichten moet sturen naar je doelgroep met teksten die jij graag wil vertellen maar dat je moet weten waar jouw doelgroep naar op zoek is. Alleen dan zal de boodschap blijven hangen. Daarnaast zijn er nog een paar stappen die je moet doorlopen om te komen tot een goede contentstrategie. 
Dit kan je doen aan de hand van de content circle:

  1. Stap 1: Bepaal het communicatiedoel: wat wil je bereiken?
  2. Stap 2: omschrijf de social persona’s: tegen wie praat je?
  3. Stap 3: formuleer kernthema’s en topics: wat ga je communiceren?
  4. Stap 4: creëer een mediaplatform: waar post je?
  5. Stap 5: maak een contentkalender: wanneer praat je?
  6. Stap 6: stimuleer interactie: hoe blijf je in gesprek?
  7. Stap 7: monitoring: wat ging er goed en wat kan er beter?

Slide 11 - Tekstslide

*
Content circle
We hebben al eerder gezien dat je geen berichten moet sturen naar je doelgroep met teksten die jij graag wil vertellen maar dat je moet weten waar jouw doelgroep naar op zoek is. Alleen dan zal de boodschap blijven hangen. Daarnaast zijn er nog een paar stappen die je moet doorlopen om te komen tot een goede contentstrategie. Dit kan je doen aan de hand van de content circle:
  1. Stap 1: Bepaal het communicatiedoel: wat wil je bereiken?
  2. Stap 2: omschrijf de social persona’s: tegen wie praat je?
  3. Stap 3: formuleer kernthema’s en topics: wat ga je communiceren? Stap 
  4. 4: creëer een mediaplatform: waar post je?
  5. Stap 5: maak een contentkalender: wanneer praat je?
  6. Stap 6: stimuleer interactie: hoe blijf je in gesprek?
  7. Stap 7: monitoring: wat ging er goed en wat kan er beter?

Stap 1: Bepaal de communicatiedoelen
Je bepaalt wat je met de contentstrategie wilt bereiken. We onderscheiden drie hoofddoelen: awareness, engagement en betrokkenheid. Denk ook na hoe je de doelen meetbaar maakt. Wanneer zijn je doelen bereikt?
  • Awareness
  • Engagement
  • Actie
Stap 2: Omschrijf de social persona’s
Een persona is een beschrijving van een (fictief) persoon uit de doelgroep. Voor het maken van een persona houd je enkele interviews en probeer je te achterhalen wat de doelgroep echt denkt en voelt. Door het werken met persona’s kan je gerichter inspelen op hun wensen, behoeften, gedrag en ambities.
Tips voor het maken van een persona:
  • Plaats er een foto bij en geef de persoon een naam, leeftijd, functie en sociale status.
  • Gebruik woorden en begrippen die de persona ook gebruikt.
  • Geef aan wat zijn/haar relatie en betrokkenheid met het merk is.
  • Ga in op zijn/haar mediagebruik.
 
Stap 3: Formuleer het kernthema en de topics
Bedenk welk onderwerp relevant is voor de doelgroep en waar de organisatie echt iets over te zeggen heeft: dit is je kernthema. Na het bepalen van het kernthema kies je enkele subthema’s die daarbij aansluiten: de topics. Je zet storytelling in om pakkende content te ontwikkelen.

Stap 4: Creëer een mediaplatform
Een contentstrategie bestaat uit meerdere middelen en het is de kunst de doelgroep te verleiden om je organisatie te volgen via meerdere kanalen. Denk niet aan losse media maar aan een platform. Onthoud dat elk kanaal andere eigenschappen heeft en pas je content hierop aan.
Denk minder in losse middelen en meer in een crossmediale aanpak. Verbind de kanalen met elkaar. Zo zie je op Facebook vaak een foto van Instagram voorbijkomen en verwijzen tweets door naar een site.

Stap 5: Maak een contentkalender
Een contentkalender geeft overzicht bij het ontwikkelen en plannen van content. In de contentkalender geef je aan wanneer je wat post via welk medium. Inhaken bij bepaalde gebeurtenissen zoals Sinterklaas, Secretaressedag of Social Media Day is ook interessant. Daarnaast kun je met je content aanhaken bij een gebeurtenis in het nieuws, tenminste als je het kunt koppelen aan een van je gekozen topics.

Stap 6: Stimuleer de interactie
Aantrekkelijke content die de doelgroep boeit, leidt tot betrokkenheid. En die zorgt ervoor dat mensen jouw content delen in hun sociale netwerk. Zorg er dus voor dat je content shareable is: leuk om te delen.
Elk kanaal heeft zijn eigen mogelijkheden wat betreft interactie. Vooral online is het makkelijk om interactie tussen de doelgroep en de organisatie te creëren. Denk bijvoorbeeld aan prijsvragen en polls.

Stap 7: Monitor de activiteiten
Het posten van content is een proces van trial-and-error. Blijf dus niet hangen in het maken van plannen maar probeer uit: wat werkt wel en wat niet? Meet en analyseer de effecten van je (online) communicatie. Denk bijvoorbeeld aan het aantal websitebezoeken, de tijd die een bezoeker spendeert op je artikelpagina, het aantal comments en shares, … Zorg dat je weet welke analysetools je wilt inzetten om de resultaten te meten.


Content circle

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: wat wil je bereiken?
Aan de hand van de organisatiedoelen bepaal je de communicatiedoelen. Wat wil de organisatie? Denk bijvoorbeeld aan: bekendheid verhogen, meer betrokkenheid creëren?

Er zijn drie hoofddoelen:
  • Awareness: meer bekendheid creëren voor je organisatie, merk, product of dienst
  • Engagement: je wilt dat je doelgroep meer wordt betrokken bij jouw organisatie
  • Actie: je wilt dat de doelgroep in actie komt en iets doet. Bijvoorbeeld mensen laten stemmen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Welke contentstrategie kan je herkennen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  1. Kies een bestaand product uit de media dat jou aanspreekt. Denk aan tijdschriften, televisieprogramma’s of events.
  2. Doe research naar het product. Maak vervolgens een SWOT-analyse van dit product. Alles wat voorkomt in deze analyse moet je gebaseerd zijn op gevonden informatie uit relevante bronnen (noem de bronnen ook).
  3. Uit je eigen onderzoek blijkt waar de zwakke punten van het product liggen. Aan de hand van één of alle zwakke punten bepaal je waar het overkoepelende bedrijf een strategie op moet ontwikkelen. Omschrijf welke strategie jij zou inzetten voor dit product en waarom.
  4. Wissel je contentstrategie uit met een klasgenoot. Je mailt het gevonden zwakke punt zonder het bedrijf of product te noemen. Vervolgens laat je weten welke contentstrategie jij wilt toepassen.
  5. Als je de contentstrategie van een klasgenoot hebt ontvangen dan voer je de opdracht omgekeerd uit. Je leest de tekst en je geeft antwoord op de volgende vragen:
- Wat valt je op aan de tekst? Kan je eruit halen welk product/dienst er zal worden verbeterd?
- Zijn er onderdelen onderbelicht? Heb je vragen na het lezen van de tekst?

Geef je klasgenoot opbouwende feedback (denk daarbij aan de regels over feedback: in de ik-vorm, opbouwend en kijk samen naar een oplossing)

Slide 15 - Tekstslide

*

Opdracht 2
1. Kies een bestaand product uit de media dat jou aanspreekt. Denk aan tijdschriften, televisieprogramma’s of events.
2. Doe research naar het product maak vervolgens een SWOT- analyse van dit product. Alles wat voorkomt in deze analyse moet je gebaseerd zijn op gevonden informatie uit relevante bronnen.
3. Uit je eigen onderzoek blijkt waar de zwakke punten van het product liggen. Aan de hand van één of alle zwakke punten bepaal je waar het overkoepelende bedrijf een strategie op moet ontwikkelen. Omschrijf in een korte tekst welke strategie jij zou inzetten voor dit product en waarom.
4. Wissel je contentstrategie uit met een klasgenoot. Je mailt het gevonden zwakke punt zonder het bedrijf of product te noemen. Vervolgens laat je weten welke contentstrategie jij wilt toepassen.
5. Als je de contentstrategie van een klasgenoot hebt ontvangen dan voer je de opdracht omgekeerd uit. Je leest de tekst en je geeft antwoord op de volgende vragen:
- Wat valt je op aan de tekst? Kan je eruit halen welk product/dienst er zal worden verbeterd?
- Zijn er onderdelen onderbelicht? Heb je vragen na het lezen van de tekst?
- Geef je klasgenoot opbouwende feedback (denk daarbij aan de regels over feedback: in de ik-vorm, opbouwend en kijk samen naar een oplossing)
Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling

Slide 17 - Tekstslide

*
Zoek het antwoord op de onderstaande vragen:  
  1. Wat is Multibit? (Een digitale portemonnee) 
  2. Wie is de bedenker van Bitcoin? (Satoshi Nakamoto, al wordt er wel gedacht dat dit een schuilnaam is. Niemand weet precies wie de bedenker is) 
  3. Wat is mining? (Wanneer geld via Bitcoin wordt overgemaakt, moet de transactie worden gecontroleerd. Dit kan door verschillende moeilijke wiskundige formules op te lossen. Wanneer je een puzzel oplost krijg je Bitcoins voor je prestatie) 
  4. Hoe weet je waar je met Bitcoins kan betalen? (coinmap) 
  5. Blockchain is een nieuw soort database, waarin transacties opgeslagen kunnen worden. Dat kunnen allerlei soorten transacties zijn. In het ene geval gaat het om betalingen met een digitale munt, in het andere om belangrijke gegevens die 2 partijen uitwisselen, zoals contracten, diploma's of eigendomsbewijzen. Eén ding hebben ze gemeen. Het worden blokjes informatie die digitaal 'ondertekend' zijn door beide partijen. Zonder tussenkomst van een derde partij en ze worden direct opgeslagen in de database. (bron: https://www.consumentenbond.nl/veilig-internetten/blockchain
Leeropbrengst van vandaag

  • Je kan de drie verschillende hoofddoelen van contentstrategie toepassen

Slide 18 - Tekstslide

*
Zoek het antwoord op de onderstaande vragen:  
  1. Wat is Multibit? (Een digitale portemonnee) 
  2. Wie is de bedenker van Bitcoin? (Satoshi Nakamoto, al wordt er wel gedacht dat dit een schuilnaam is. Niemand weet precies wie de bedenker is) 
  3. Wat is mining? (Wanneer geld via Bitcoin wordt overgemaakt, moet de transactie worden gecontroleerd. Dit kan door verschillende moeilijke wiskundige formules op te lossen. Wanneer je een puzzel oplost krijg je Bitcoins voor je prestatie) 
  4. Hoe weet je waar je met Bitcoins kan betalen? (coinmap) 
  5. Blockchain is een nieuw soort database, waarin transacties opgeslagen kunnen worden. Dat kunnen allerlei soorten transacties zijn. In het ene geval gaat het om betalingen met een digitale munt, in het andere om belangrijke gegevens die 2 partijen uitwisselen, zoals contracten, diploma's of eigendomsbewijzen. Eén ding hebben ze gemeen. Het worden blokjes informatie die digitaal 'ondertekend' zijn door beide partijen. Zonder tussenkomst van een derde partij en ze worden direct opgeslagen in de database. (bron: https://www.consumentenbond.nl/veilig-internetten/blockchain
Volgende les...

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Dit was les 6 MEM van periode 2.1 Dank.
Tot volgende week!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak een swot analyse over jezelf. Benoem bij iedere letter 2 punten.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Omschrijf de social persona’s
Een persona is een beschrijving van een (fictief) persoon uit de doelgroep. Voor het maken van een persona houd je enkele interviews en probeer je te achterhalen wat de doelgroep echt denkt en voelt. Door het werken met persona’s kan je gerichter inspelen op hun wensen, behoeften, gedrag en ambities.

Tips voor het maken van een persona:
  • Plaats er een foto bij en geef de persoon een naam, leeftijd, functie en sociale status.
  • Gebruik woorden en begrippen die de persona ook gebruikt.
  • Geef aan wat zijn/haar relatie en betrokkenheid met het merk is.
  • Ga in op zijn/haar mediagebruik.

Slide 24 - Tekstslide

*

Opdracht 2
1. Kies een bestaand product uit de media dat jou aanspreekt. Denk aan tijdschriften, televisieprogramma’s of events.
2. Doe research naar het product maak vervolgens een SWOT- analyse van dit product. Alles wat voorkomt in deze analyse moet je gebaseerd zijn op gevonden informatie uit relevante bronnen.
3. Uit je eigen onderzoek blijkt waar de zwakke punten van het product liggen. Aan de hand van één of alle zwakke punten bepaal je waar het overkoepelende bedrijf een strategie op moet ontwikkelen. Omschrijf in een korte tekst welke strategie jij zou inzetten voor dit product en waarom.
4. Wissel je contentstrategie uit met een klasgenoot. Je mailt het gevonden zwakke punt zonder het bedrijf of product te noemen. Vervolgens laat je weten welke contentstrategie jij wilt toepassen.
5. Als je de contentstrategie van een klasgenoot hebt ontvangen dan voer je de opdracht omgekeerd uit. Je leest de tekst en je geeft antwoord op de volgende vragen:
- Wat valt je op aan de tekst? Kan je eruit halen welk product/dienst er zal worden verbeterd?
- Zijn er onderdelen onderbelicht? Heb je vragen na het lezen van de tekst?
- Geef je klasgenoot opbouwende feedback (denk daarbij aan de regels over feedback: in de ik-vorm, opbouwend en kijk samen naar een oplossing)