Mavo les 15 CB Les 38 Informatieve tekst 76-78 nieuwsbericht

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Leg op tafel:

Leesboek
Kernboek 
Laptop 
Map + pen/potlood





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een actieve werkhouding?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Agenda 

1. Boek lezen
2. 
3. hst 38 Informatieve tekst
4. NUMO 

--> bespreken huiswerk



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrijpend lezen 
Les 14             Tekstdoelen
Les 15             Tekstverbanden
Les 27             Functie van een alinea: je leert welke bedoeling een schrijver heeft met elke alinea

Spelling/grammatica
Les 13              Verschillende werkwoordsvormen 
Les 26              Samenstellingen
Les 39              Verschillende werkwoordsvormen

Schrijven
Les  38              Informatieve teksten
Les  76,77,78   woensdag as





   

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?
Fictie
Les 4 Fictie 
Les 17 Personages
Les 18 Omgeving
Les 31 Realistisch en niet-realistisch

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak hst 38 
Vraag 1 t/m 10 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden hst 38 
1 A, B, D  
2 De uitleg geeft de lezer meer informatie over hoe je een informatieve tekst schrijft. Als lezer leer je iets wat je eerst nog niet wist of misschien alweer vergeten was. T2
3 In een tijdschrift, een website over dieren of bijzondere verschijnselen.
4 Het artikel bevat vooral feiten en is objectief en neutraal: de schrijver geeft niet zijn eigen
mening in de tekst. De schrijver beantwoord allerlei wh-vragen. T1
5 a Het probleem is dat sommige wallaby’s verslaafd zijn aan opiumsappen.
b Het is een serieus probleem, omdat verslaafde wallaby’s minder energie steken in belangrijke
zaken als eten, een partner zoeken of nakomelingen verzorgen en minder alert zijn op gevaar.
c Het probleem wordt veroorzaakt door papaverplantages waar wallaby’s toegang tot weten te
krijgen door over de hekken te springen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden hst 38 
6 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Hoeveel papaver moet een wallaby eten voordat hij high wordt?
Hoe snel raakt een wallaby verslaafd aan papaver? Wat moet er gedaan worden om het
probleem op te lossen? 
7 C 
8 – Met één druk op de knop zendt de Embr Wave scheuten van warmte of kou door je lichaam.
– Door de warmte- of koudescheuten neemt je gevoelstemperatuur toe of af.
– Het wetenschappelijk onderbouwde idee achter de Embr Wave is dat bepaalde lichaamsdelen,
zoals polsen of voeten, sterk de gevoelstemperatuur bepalen. 
9 Je leest een mening in de eerste zin: Met het Embr Wave-polsapparaatje hoef je nooit meer
ruzie te maken over de temperatuur thuis of op kantoor.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden hst 38 
10 Bijvoorbeeld: Met het Embr Wave-polsapparaatje kan iedereen de temperatuur
naar eigen wens aanpassen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel - Is dit gelukt?


Je weet hoe je een informatieve tekst schrijft. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel: aan het einde van de les weet je


- wat de 'lead' is van een nieuwsbericht.
-  wat de 5WH-vragen zijn.
En kun je zelf bij een nieuwsbericht deze 5WH-vragen stellen en beantwoorden. Ook ben je gestart met het schrijven van een 'lead' van een nieuwsbericht. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Les 14  Tekstsoorten
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat voor tekstsoort zijn krantenartikelen?
A
activerend
B
overtuigen
C
amuseren
D
informeren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nieuws?
actueel
wat op dit moment belangrijk is
vb: dit krantenartikel gaat over een actueel onderwerp
synoniem: hot

      belangrijk voor een grote groep mensen
 


feit
iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is
objectief
wie alleen op feiten let en niet zijn eigen gevoel of mening laat meespelen
vb: deze journalist is erg objectief in wat hij schrijft
neutraal
niet kiezen voor één kant of één partij
vb: hij stelt zich altijd neutraal op
neutraal grondgebied [dat niet in de strijd betrokken is]
Les 38  Informerende teksten
Weet je nog?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De krant lezen: waarom en hoe?

De belangrijkste reden om een krant te lezen is kennisnemen van het nieuws: wat is er gaande in de wereld? 
Elke lezer heeft zijn eigen voorkeur en belangstelling, en vrijwel niemand wil alles lezen. Daarom is de krant lezen vaak ook verkennend lezen. Om de lezer hierbij zo goed mogelijk van dienst te zijn, schrijven journalisten hun nieuwsberichten op een speciale manier. 
verkennend lezen
Dit wordt bij de lesmethode Kern uitgelegd als globaal lezen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

details, voorbeelden en uitleg
belangrijkste zaken uit een tekst
verzameling zinnen die met elkaar samenhangen
herhaling informatie, toekomst, antwoord vraag
Inleiding
Bijzaak
Hoofdzaak
Alinea
Slot
onderwerp benoemen, nieuwsgierig maken

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet een nieuwsbericht eruit?
Titel
Inleiding
Één of meer alinea's met deelonderwerpen
Vaak een foto
Witregels tussen de alinea's.
Vaak een foto
Heeft dit bericht een slot?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwsbericht schrijven (hst 78)
W5H

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W5H?
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER
WAAROM 
HOE

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een nieuwsbericht

De opbouw van een nieuwsbericht is niet driedelig: er is geen slot

Wel begint het met een opvallende kop (titel) en een, meestal vetgedrukte, inleiding (in krantenjargon ‘lead’ genoemd) waarin het nieuwsfeit duidelijk wordt beschreven. 
Wat daarna volgt, is een uitwerking die kort of lang kan zijn.
Hoe verder je doorleest in een nieuwsbericht, des te meer details je tegenkomt. Wanneer je vindt dat je genoeg weet over het onderwerp, stop je met lezen. De schrijver van het bericht houdt rekening met deze manier van lezen.
Wat is een ander woord voor lead?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEAD
Lead = inleiding van je nieuwsbericht.

Je geeft antwoord op de vraag
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwsbericht
Titel
Inleiding
Lead
Één of meer alinea's met deelonderwerp
Vaak een foto

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over wie gaat de tekst?
Inleiding/ Lead
Wie
Wat
Waar
Wanneer

Slide 25 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat is er gebeurd?
Inleiding/ Lead
Wie
Wat
Waar
Wanneer

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het gebeurd?
Inleiding/ Lead
Wie
Wat
Waar
Wanneer

Slide 27 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wanneer is het gebeurd?
Inleiding/ Lead
Wie
Wat
Waar
Wanneer

Slide 28 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Hoe is het gebeurd?
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Inleiding/ Lead
Één of meer alinea's met deelonderwerp
Waarom?
Hoe?

Slide 29 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

KERNZINNEN
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin? 
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Kijken luister goed
Schrijf in je schrift en vul in:
  • Wie
  • Wat
  • Waar
  • Wanneer
  • Waarom
  • Hoe

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Jouw bericht: wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies