Staatsinrichting Nederland. Paragraaf 1.1 Mavo 4

De Nederlands staatsinrichting nu
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Nederlands staatsinrichting nu

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Dit kunnen wij aan het einde van de les
-Wij weten hoe de Nederlandse staatsinrichting er uit ziet

-Wij weten wie er in de regering en het parlement zitten     

Slide 3 - Tekstslide

Staatsinrichting
-wijze waarop een staat(land) wordt bestuurd
-In Nederland:
1. Parlementaire democratie
2. Constitutionel democratie
3. Rechtsstaat 


Slide 4 - Tekstslide

1. Parlementaire democratie
-Democratie: het volk regeert
-Parlement: vertegenwoordigers van het volk (volksvertegenwoordiging)-> gekozen door het volk -> regeren (besturen het land)
-Volksvertegenwoordiging: De eerste en tweede kamer

Dus een parlementaire democratie = volk regeert door uitgekozen volksvertegenwoordigers.

Slide 5 - Tekstslide

Wie is/zijn de volksvertegenwoordiging van Nederland
A
De koning
B
De tweede kamer
C
De eerste en tweede kamer
D
Het volk

Slide 6 - Quizvraag

2. Constitutionele monarchie
-Constitutie: Grondwet
-Grondwet: geschreven rechten en plichten (grondrechten), de burgers en de overheid moeten zich hier aan houden
-Monarchie: de monarch (koning/koningin) regeert

Dus een constitutionele monarchie = Land met koning en grondwetten. 

Slide 7 - Tekstslide

Wie moeten zich houden aan de grondwet
A
burgers
B
de overheid
C
overheid en burgers
D
de koning

Slide 8 - Quizvraag

3. Rechtsstaat
-Een land waar je rechten en vrijheiden heb, die ook beschermd worden tegen mede burgers en de overheid.
-Iedereen krijgt een eerlijk proces.
-Basis voor goede rechtsstaat= scheiden van machten (machtenscheiding) -> misbruik macht voorkomen.
-In NL 3 machten die elkaar checken:
1. Rechterlijke macht: onafhankelijke rechters
2. Uitvoerende macht: regering en parlement
3. Wetgevende macht: regering


Slide 9 - Tekstslide

Waarom worden de verschillende machten in de rechtsstaat gescheiden

Slide 10 - Open vraag

De regering
-bestaat uit: kabinet en de koning.
-Het kabinet: ministers en staatssecretarissen 
-De koning vergadert niet mee, wel adviseren en wetten ondertekenen. Is onschendbaar.
-Regeringsleider: minister-president/premier
-Taken: land besturen, wetten maken

Slide 11 - Tekstslide

Waar bestaat de regering uit
A
Het parlement en de koning
B
Het kabinet
C
Het kabinet en de koning

Slide 12 - Quizvraag

Parlement
-Nederlandse parlement heet ook wel de Staten-Generaal
-Bestaat uit eerste en tweede kamer
-Controleert regering (controlerende bevoegdheden) & maakt wetten met regering
-Uitgaven van regering verbieden: recht van budget
-uitgebreid onderzoek doen: recht van enquete 
-Uitleg vragen aan minister/staatsecretarissen: recht van interpellatie
-Tweede kamer belangrijk

Slide 13 - Tekstslide

Tweede kamer
-Als eerst wetsvoorstellen naar toe
-mag deze wijzigen: recht van amendement
-zelf indienen: recht van initiatief
-150 leden
-Direct gekozen elke 4 jaar, 18+ 

Slide 14 - Tekstslide

De eerste Kamer
De tweede kamer
recht van budget
recht van enquete 
recht van initiatief
recht van interpellatie
recht van amendement

Slide 15 - Sleepvraag

Opdracht
Wat: Onderzoeken in twee tallen wie de koning van Nederland is en wie hem gaat opvolgen, wat de taken zijn van de koning, wat de positie is van de koning, wat jullie zelf vinden van de koning.
Hoe: Ga naar de site met je telefoon of laptop: parlement.com > Home > Binnenhof Hoe werkt het > Regering > Regering en Kabinet > De koning.
Tijd: 15 minuten via timer op het boord
Uitkomst: Je begrijpt wat de rol van de koning in Nederland is.
Klaar: Open je lesboek op pagina 10 paragraaf 1.1 en lees deze door.

timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
-Wij weten hoe de Nederlandse staatsinrichting er uit ziet
-Wij weten wie er in de regering en het parlement zitten

To do:
Lees paragraaf 1.1 en maak bijbehorende opdrachten.

Volgende les:
Kijken naar politieke partijen, sociale en klassieke grondrechten

Slide 17 - Tekstslide