MRN 3havo H1 §1/2 (les 2 9-9-24)

Ga zitten volgens de plattegrond
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Ga zitten volgens de plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

Pak je spullen!
...wel
...niet

schrift
rekenmachine
boek
pen
kauwgom
jas, pet, oortjes
laptop / tas
ander drinken dan water

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Bespreken moeilijk opgaven / huiswerk over schaarse en vrije goederen, en productiefactoren (KANO, weetjenog?)
  • Een budgetlijn tekenen: dit kun je dus, na deze les
  • Een begroting maken

Slide 3 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen ____A____ proberen te bevredigen door middelen van ____B____ goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn ___C___ nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit ___D___ . ___E___ zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit ___F___ .

Slide 4 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen behoeften proberen te bevredigen door middelen van ____B____ goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn ___C___ nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit ___D___ . ___E___ zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit ___F___ .

Slide 5 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen behoeften proberen te bevredigen door middelen van schaarse goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn ___C___ nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit ___D___ . ___E___ zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit ___F___ .

Slide 6 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen behoeften proberen te bevredigen door middelen van schaarse goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn middelen nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit ___D___ . ___E___ zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit ___F___ .

Slide 7 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen behoeften proberen te bevredigen door middelen van schaarse goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn middelen nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit consumeren . ___E___ zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit ___F___ .

Slide 8 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen behoeften proberen te bevredigen door middelen van schaarse goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn middelen nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit consumeren . Consumptiegoederen zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit ___F___ .

Slide 9 - Tekstslide

Vul in...

Het vak economie bestudeert hoe mensen behoeften proberen te bevredigen door middelen van schaarse goederen. Om in die behoeften te voorzien zijn middelen nodig. Als je in je behoeften voorziet door het kopen van goederen en/of diensten, noem je dit consumeren . Consumptiegoederen zijn goederen die consumenten gebruiken. Als goederen gebruikt worden voor de productie van iets, dan noemen we dit 
productiegoederen.

Slide 10 - Tekstslide

KANO
Wat was dat ook alweer?

  • K
  • A
  • N
  • O

Slide 11 - Tekstslide

KANO
Wat was dat ook alweer?
Productiefactoren!
  • Kapitaal voor machines of een gebouw
  • Arbeid om het te maken
  • Natuur voor grondstoffen
  • Ondernemerschap om te bedenken hoe winst wordt gemaakt

Slide 12 - Tekstslide

Gemaakte opgaven

Slide 13 - Tekstslide

Gemaakte opgaven

Slide 14 - Tekstslide

Gemaakte opgaven
N
K
K
K
A

Slide 15 - Tekstslide

Gemaakte opgaven

Slide 16 - Tekstslide

Tot slot

Schaars  ≠ zeldzaam

Slide 17 - Tekstslide

§ 2

Slide 18 - Tekstslide

Economie = oorzaak --> gevolg
Een voorbeeld...
  • wat gebeurt er als we maïs voor biobrandstof gaan gebruiken?
  • en wat gebeurt er daarna?
  • en daarna?

Slide 19 - Tekstslide

Economie = kiezen
een voorbeeldje...
  • een vlees         wordt zo'n 6 weken oud
  • ...ze eet gemiddeld 4 kilo voer (vooral          )
  • ...en weegt dan maar 1,5 kilo
  • ...waarvan maar 1 kilo eetbaar is

Slide 20 - Tekstslide

Economie = kiezen

Waarom kiezen we voor 1 kilo       
en niet 4 kilo            ?

Slide 21 - Tekstslide

Maïs=alternatief aanwendbaar 
Dat betekent: je kunt het voor veel doelen gebruiken
(veevoer, brandstof, popcorn, cornflakes, zakjes groentemix, Dorito's, etc.)

Slide 22 - Tekstslide

Groepsopdracht: Budgetlijn
  • Jullie maken straks groepjes van 4. Tafels tegen elkaar.
  • Je krijgt 1 blaadje en 4 kleuren stiften. Bepaal wie tekent.
  • Jullie krijgen van mij 10 instructies. Na elke instructie overleggen jullie, daarna tekent één van jullie de instructie.
  • De bedoeling is dat jullie budgetlijnen tekenen die er precies hetzelfde uitzien als die van mij.
  • Laat je boek dicht!

Slide 23 - Tekstslide

Groepsopdracht: Budgetlijn
  • Leg het blad in de breedte neer. Pak de zwarte stift en schrijf bovenaan: budget = € 120
  • Teken dicht bij de rand van het blad een x-as en schrijf erbij: BigMac menu's
  • Een BigMac-menu kost € 12. Teken halverwege de x-as een stip. Schrijf erbij hoeveel BigMac menu's je kunt kopen met je budget

Slide 24 - Tekstslide

Groepsopdracht: Budgetlijn
  • Teken nu een y-as, schrijf daarbij: Boeken
  • Een boek kost gemiddeld € 15 euro. Teken een stip op de y-as en schrijf erbij hoeveel boeken je kunt kopen
  • Trek nu een streep tussen de punten met de blauwe stift. Dit is een budgetlijn.
  • Overleg met elkaar of deze bewering klopt: elk punt op de lijn staat is hoeveel BigMac's en boeken je budget kunt kopen

Slide 25 - Tekstslide

Groepsopdracht: Budgetlijn
  • Aanbieding: 50% korting op BigMac-menu's! Overleg met elkaar hoe de budgetlijn er nu uitziet. Teken deze met groen.
  • De aanbieding is voorbij en nu gaat de BTW op boeken omhoog: boeken zijn nu € 20. Teken met rood de budgetlijn
  • Tot slot: teken vanaf het midden van jullie eerste budgetlijn een pijl met de zwarte stift. De pijl geeft aan waar de lijn heen verplaatst als het budget groter wordt.

Slide 26 - Tekstslide

Voor we verdergaan...
  • Budgetlijn inleveren per groepje
  • (namen erboven!)
  • Stiften inleveren bij mij
  • Tafels weer normaal
  • Laptop pakken

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lees de tekst op pagina 15 
  • Maak opgave 9
  • Maak dit in google docs
  • Maak bij b) netjes een tabel
  • Vraag om hulp of doe het samen
  • Lever wel zelf in voor maandag 10:00
  • Klaar? Doe iets voor jezelf tot de bel
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met huiswerk?
WAAROM?
  • herhaling afgelopen les / voorbereiding volgende les
  • goede oefening voor de toetsweek
WANNEER? WAT?
  • vaak, maar niet veel (2-4 vraagjes)
  • inleveren ALTIJD voor maandag 10:00
HOE?
  • op classroom (niet vergeten: verzenden!)
  • niet in Magister, in je EF agenda
  • afwezig? volgende les alsnog ingeleverd!
  • niet (serieus) gemaakt = nablijven :-(

Slide 29 - Tekstslide