In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3BK
B H6.2
K H5.2
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat gaan we komende weken doen?
1. Collectieve voorzieningen
2. Collectief en particulier
3. Ministers en hun uitgaven
4. Een rampjaar
5. Sociale zekerheid voor jongeren 6. Bruto en netto (Kader)
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Basis: H6, paragraaf 2
Kader: H5, paragraaf 2
Leerdoel
Terugblik
Voorkennis
Uitleg
Opdrachten
Terugkoppeling
Slide 4 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
Uitleggen wat er bedoelt wordt met collectieve sector en voorbeelden noemen
Uitleggen wat sociale zekerheid en solidariteitsbeginsel is
Uitleggen wat bedoelt wordt met de particuliere sector en voorbeelden noemen
UItleggen wat een kartel is
UItleggen wat nationalisatie en privatisering is
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik:
Is dit een collectieve voorziening ja of nee?
Slide 6 - Tekstslide
Is dit een collectieve voorziening ja of nee?
Slide 7 - Tekstslide
Collectieve sector
De collectieve sector zijn instellingen die afhankelijk zijn van geld dat ze uit belastingen en sociale premies krijgen.
Deze bestaat uit: mensen die werken voor de overheid, mensen die werken voor de gesubsidieerde instellingen (school en bibliotheek) en mensen die werken bij instellingen die zorgen voor sociale zekerheid.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Particuliere sector
De particuliere sector zijn alle bedrijven die naar winst streven, (winkels, restaurants, taxibedrijven etc...)
Zij zijn afhankelijk van de verkoopopbrengst en moeten dus winst maken, anders gaan ze failliet.
Zij mogen zelf bepalen over hoe en wat ze produceren, zolang ze zich maar houden aan de regels van de overheid.
Slide 11 - Tekstslide
Provincie
Nederland Provincie Noord-Brabant Gemeente Bergen op Zoom
Slide 12 - Tekstslide
Waar winkelt de overheid?
De collectieve sector (overheid) winkelt bij de particuliere sector. Voorbeeld: het schoonmaakbedrijf dat bij de gemeente schoonmaakt, het bedrijf dat voedsel levert voor de personeelskantine.
De overheid is ook (mede-) eigenaar van sommige bedrijven in de particuliere sector, bijvoorbeeld banken, maar ook NS en Schiphol.
De overheid deelt mee in de winst van de bedrijven.
Slide 13 - Tekstslide
Sociale uitkeringen en sociale premies
Een sociale uitkering is een bedrag dat de overheid betaalt om de gevolgen van bijvoorbeeld ziekte, werkloosheid en ouderdom op te vangen.
Sociale premies is geld dat de overheid vraagt voor de sociale verzekeringen. Iedereen met een inkomen betaalt hieraan mee.
Slide 14 - Tekstslide
Sociale zekerheid
Sociale zekerheid zijn alle maatregelen waarmee de overheid ervoor zorgt dat iedereen verzorging of inkomen krijgt die daar zelf niet voor kan zorgen.
Solidariteitsbeginsel het uitgangspunt dat mensen met inkomen meebetalen aan uitkeringen en zorg voor mensen die geen inkomen hebben of geen zorg kunnen regelen.
Slide 15 - Tekstslide
Kartel
Een kartel is een groep bedrijven die samen afspraken hebben gemaakt om de concurrentie te verminderen.
Dit is verboden!
Slide 16 - Tekstslide
Privatisering en nationalisatie
Privatisering is het overgaan van instellingen van de collectieve naar de particuliere sector.
Nationalisatie is het overgaan van bedrijven of instellingen van de particuliere sector naar de collectieve sector.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Opdrachten
Maak de opgaven van H6 paragraaf 2 (Basis) Maak de opgaven van H5 paragraaf 2 (Kader)
Ben je niet klaar met paragraaf 1 en 2 dan is dit huiswerk voor morgen.