Uitleg portfolio-opdracht 3

Uitleg opdracht 3
Portfolio
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Uitleg opdracht 3
Portfolio

Slide 1 - Tekstslide

Portfolio klas 4
  • Verzameling aan opdrachten
  • Opdracht 1: Essay Reynaert de Vos
  • Opdracht 2: Recensie
  • Opdracht 3: Creatief schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Beoordeling portfolio
  • Elke opdracht krijgt een O (0,5 punt), een M (1 punt), een V (1,5 punt) of een G (2 punten) als beoordeling.
  • Lever je niets in of pleeg je plagiaat? = 0 punten
  • Alle beoordelingen samen vormen je eindcijfer
  • Voorbeeld: Je hebt dit als eindscore:
  • V, V, O, G, V = 1,5+1,5+0,5+2+1,5 =

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfopdracht 3
3 opties
Zie ELO --> Bronnen --> Portfolio-opdracht 3

Slide 4 - Tekstslide

Optie 1: Dystopisch YA-verhaal
Deze opdracht sluit aan bij de termen uit de lessenreeks verhaalanalyse.
Het genre Young Adult is sinds een aantal jaren ontzettend populair. Wellicht heb je zelf ook weleens een boek gelezen uit dit genre. Titels als Twilight, The Hunger Games en The Maze Runner zijn voorbeelden van bekende reeksen uit dit genre. De laatste twee reeksen kunnen ook nog als een soort subgenre worden beschouwd, hierin is er vaak een ramp gebeurd waardoor er een samenleving is ontstaan waarin de meeste mensen niet terecht willen komen: een dystopie.

Slide 5 - Tekstslide

Optie 1: Dystopisch YA-verhaal
Opdracht: Schrijf een kort dystopisch YA-verhaal. Speel in je verhaal met tijd, vertel je verhaal bijvoorbeeld niet-chronologisch door flashbacks en/of flashforwards te gebruiken.
 Woordeis: Minstens 500 woorden.
 Wat lever je in?: Je tekst, geschreven in Word.
Waar moet je op letten?: Wees creatief met de manier waarop je tijd gebruikt in je verhaal. Vertel je verhaal chronologisch of juist niet. Je kunt ook gebruik maken van toekomst- en terugverwijzingen.


Slide 6 - Tekstslide

Optie 2: Liedtekst vertalen naar het Nederlands
Deze opdracht bereidt voor op de lessenreeks poëzieanalyse.
Het schrijven van liedteksten is een vak apart maar het vertalen ervan is misschien nog wel moeilijker. Lettergrepen moeten vaak in een bepaald ritme/metrum vallen en dan moet de tekst ook nog een beetje overeenkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Optie 2: Liedtekst vertalen naar het Nederlands
Opdracht: Vertaal een lied naar het Nederlands (het hoeft niet per se een Engelstalig nummer te zijn) en zorg dat de tekst in het ritme van het oorspronkelijk nummer past.

Woordeis: n.v.t. (Maar je kiest uiteraard niet voor een nummer dat als enige tekst “Lalalala” heeft.)
Wat lever je in?: Je vertaalde nummer met daarnaast de originele tekst, geschreven in Word.
Waar moet je op letten?: Zorg dat je het originele rijmschema van het oorspronkelijke nummer wel aanhoudt, wees verder creatief met je vertaling!

Slide 8 - Tekstslide

Optie 3: Sprookje
Deze opdracht sluit aan bij de termen uit de lessenreeks verhaalanalyse.
Sinds de romantiek zijn sprookjes een erg populair genre, maar eigenlijk bestaan de meeste sprookjes waarschijnlijk al veel langer. Veel sprookjes zijn in de romantiek opgeschreven maar bestonden daarvoor al als volksverhalen. Deze verhalen hadden vaak een erg moraliserend karakter, er zaten belangrijke levenslessen in voor de lezer. De sprookjes van nu worden vooral gelezen door kinderen en bevatten daarom vaak dezelfde motieven. Vaak gaat het over een boze tovenaar of heks die een onschuldig kind kwaad wil doen (denk maar aan Sneeuwwitje of Doornroosje).

Slide 9 - Tekstslide

Optie 3: Sprookje
Opdracht: Schrijf een kort sprookje waarbij je gebruik maakt van de
  standaardkenmerken van een klassiek sprookje. Zorg ervoor dat bepaalde
  motieven terugkomen in je verhaal (denk aan onschuld vs. kwaad, ‘er was
  eens lang geleden’, ‘ze leefden nog lang en gelukkig’).

 Woordeis: Minstens 500 woorden
 Wat lever je in?: Je tekst, geschreven in Word.

Slide 10 - Tekstslide

Optie 3: Sprookje
Waar moet je op letten? Maak gebruik van sprookjesmotieven in je verhaal,
  hier ben je wel erg vrij in! Denk aan de standaardkenmerken van een
  sprookje, vaak is er sprake van een happy end (tenzij dat je de sprookjes van
  Andersen als inspiratie neemt). Daarnaast komen de getallen 3 en 7 ook vaak
  terug (denk aan de zeven geitjes, de drie biggetjes). Vaak is er sprake van
  magie, en je verhaal mag best wel cliché zijn, want dat zijn de meeste
  sprookjes ook.

Slide 11 - Tekstslide

Inleveren? 
Doe dit in de ELO --> Opdrachten --> Portfolio-opdracht 3

Slide 12 - Tekstslide