§3.2 In de stad gebeurt het deel 1

3.2 In de stad gebeurt het deel 1

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 In de stad gebeurt het deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling stad en platteland/soorten steden (15 min)
- Uitleg paragraaf 1 (10 min)
- Verder werken aan opdrachten (planner) (15 min)
- opdrachten bespreken (5 min)
- Maak opdracht 1, 3, 5, 6 en 7 van paragraaf 1 (20 min)
- uitleg paragraaf 2 (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Terugbikken
Zet de volgende begrippen van klein naar groot: agglomeratie, centrale stad, stedelijk gebied en stadsgewest
Zet ook de begrippen urbanisatie en surbanisatie als processen erbij
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Stedelijke gebieden 
Centrale stad                     Urbanisatie          

Agglomeratie 

Stadgewest                       Suburbanisatie 

Stedelijk gebied               Netwerkstad 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stad en platteland
Zet de volgende omschrijvingen in een tabel: jongeren trekken weg, voorzieningen nemen toe, vergroening, urbanisatie, vergrijzing en voorzieningen weg
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Stad en platteland 
Krimp op het platteland                              Groei in de stad 
- Jongeren trekken weg                               -  Verhuizen erheen            - Voorzieningen  weg                                  -  Nemen toe 
- Vergrijzing                                                       -  Vergroening 

Slide 7 - Tekstslide

Welke woorden horen bij elkaar? Maak combinaties.
  1. stadsgewest
  2. agglomeratie
  3. stad
  4. platteland
  5. randstad
  6. dorp
  7. suburbanisatie
  8. recreatie
a  stedelijk gebied
b  vrije tijd
c  urbanisatie
d  centrale stad
e  laagbouw
f  stedelijke voorzieningen
g  voorsteden
h  lage adressendichtheid 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Atlasopdracht
Stelling - juist of onjuist? 
  1. verzorgingsgebieden zijn kleiner in gebieden met een lage bevolkingsdichtheid (GB54 kaart 56c / GB55 kaart 54A / GB53 kaart 61A)
  2. De provincie Flevoland heeft een natuurlijke bevolkingsgroei (GB54 kaart 48A en 48B /
    GB46A en 46B / GB53 kaart 224)

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik voor deze vraag de Basis bosatlas, 61 ste druk, "Nederland-soorten steden"

Is Amersfoort een stad met een historische stadskern?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Stel je verhuist naar de stad. Wat zou de belangrijkste reden zijn?
A
Kwaliteit van de woning.
B
Kwaliteit van de woonomgeving.
C
Voorzieningen in de stad.
D
De historische binnenstad.

Slide 11 - Quizvraag

De stad hierop de achtergrond is
A
een stad met historische stadskern
B
stad ontstaan uit een dorpskern
C
beleidsstad
D
een industrie stad.

Slide 12 - Quizvraag

Een bedrijventerrein is gelegen ...
A
aan de rand van stad
B
net buiten de historische binnenstad
C
in de oude woonwijken
D
in het centrum

Slide 13 - Quizvraag


A
Historische stad
B
industriestad
C
Beleidsstad

Slide 14 - Quizvraag


A
Historische stad
B
Industriestad
C
Beleidsstad

Slide 15 - Quizvraag


A
Historische stad
B
Industriestad
C
Beleidsstad

Slide 16 - Quizvraag

Hoe herken je dat Almere geen oude stad is?
A
Geen historisch stadcentrum
B
Veel water
C
Veel winkels
D
Rechte & brede wegen

Slide 17 - Quizvraag

De historische binnenstad is in elke Nederlandse stad aanwezig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is suburbanisatie?
A
De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit een centrale stad.
B
Het vernieuwen van woonwijken in een stad, zodat de leefbaarheid verbetert
C
Oudste deel en centrum van een stad. Heet ook historische binnenstad.
D
Mate waarin een woonwijk geschikt is om er te leven.

Slide 19 - Quizvraag

De Randstad is een voorbeeld van een
A
Historische stad
B
Agglomeratie
C
Stedelijke zone

Slide 20 - Quizvraag

Een historische binnenstad vergroot de aantrekkelijkheid van een stad
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Gebruik eventueel de atlas. Welke stad heeft GEEN historische binnenstad?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Utrecht

Slide 22 - Quizvraag

Gebruik eventueel de atlas. wat voor soort stad is Eindhoven?
A
stad met een historische stadskern
B
stad ontstaan uit een dorpskern
C
nieuw ontworpen stad
D
Vinex-locatie

Slide 23 - Quizvraag

Verstedelijking Nederland
Urbanisatie graad?
Urbanisatie tempo?

Slide 24 - Tekstslide

Krimp naast groei 
Nederlandse bevolking groeit elk
jaar, maar dat is niet overal zo.

Welke gebieden groeien?

Welke gebieden krimpen?

Slide 25 - Tekstslide

Platteland verandert
  • Jongeren trekken van het platteland naar de stad
  • In dorpen neemt bevolking af, omdat er minder kinderen worden geboren
  • Gevolgen?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Vergrijzing 
Groter aandeel 65+  

Grijze druk 

Platteland of stad? 


Slide 28 - Tekstslide

Gevolgen platteland
  • Minder voorzieningen
  • Oudere bevolking blijft over
  • Bedrijven trekken daardoor weg
  • Dorp krimpt

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Meer huishoudens 
Bevolking individualistischer 
Grotere welvaart 
Geëmancipeerder 
Eenzaamheid... 



Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Planning
- Bespreken opdracht vergrijzing
- Uitleg paragraaf 2
- Oefenen examenopgaven
- Maken opdracht 1, 5, 6 en 7 van paragraaf 1
- Maken opdracht 2, 3, 4 en 7 van paragraaf 2

Slide 36 - Tekstslide

Doelen 

Slide 37 - Tekstslide

Stad
Functies van een stad:
Wonen
Werken
Recreëren
Knooppunt (verkeer)

Slide 38 - Tekstslide

Om over na te denken 
  • Welke factoren zijn van invloed zijn op de economische groei van steden?

  • Wat zijn de ruimtelijke en economische gevolgen van de komst van veel hogeropgeleiden naar de stad?


Slide 39 - Tekstslide

Overleg met
  • Wat maakt een stad volgens jou aantrekkelijk?

  • Wat denken jullie dat de top vijf is van de meeste aantrekkelijke steden?

Slide 40 - Tekstslide

Wat maakt een stad aantrekkelijk?
Meest aantrekkelijke woonsteden*: Amsterdam, Utrecht, Amstelveen, Haarlem en ’s-Hertogenbosch.



Slide 41 - Tekstslide

Amstelveen
Vreemde eend in de top 5. Waarom toch zo hoog?

Slide 42 - Tekstslide

Groningen / Maastricht
Wel een historisch centrum, toch niet hoog op de lijst. Waarom?
Groningen
Maastricht

Slide 43 - Tekstslide

Voorkeuren
  • werkgelegenheid
  • koophuis met tuin (voorkeur voor vooroorlogse woning)
  • kwaliteit woonomgeving (recreatie, scholen, parken, veiligheid)
  • voorzieningen (restaurants, theater, voetbalclub, uitgaan)
  • historische binnenstad

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Steden
  • Steden zijn van oudsher het economisch hart van een regio
  • Om economisch succes te meten wordt gekeken naar groei van werkgelegenheid
  • Samenstelling van de bevolking heeft invloed op de economische groei
  • Wat is bijvoorbeeld het effect van meer hoogopgeleiden? Beredeneer in oorzaak-gevolg relaties

Slide 46 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg
Meer hoogopgeleide mensen --> betekent aantrekkelijk voor bedrijven om te vestigen --> dus meer werkgelegenheid

Hoogopgeleide verdienen meer --> geven het geld uit of starten eigen bedrijf --> meer werkgelegenheid (ook voor de laagopgeleiden)

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide