In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Weerstandskracht in de lucht en op de grond
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het doel van de les en zorg dat de leerlingen dit begrijpen.
Wat weet je al over lucht- en rolweerstandskracht?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Luchtweerstandskracht
Luchtweerstandskracht hangt af van de snelheid van een object en de vorm van het object.
Slide 4 - Tekstslide
Gebruik afbeeldingen om de vorm van objecten te laten zien en leg uit hoe snelheid de luchtweerstandskracht beïnvloedt.
Rolweerstandskracht
De rolweerstandskracht hangt af van de oppervlakte waarover een object rolt en de textuur van die oppervlakte.
Slide 5 - Tekstslide
Gebruik voorbeelden zoals fietsbanden of auto's om de leerlingen te helpen begrijpen hoe de rolweerstandskracht werkt.
Toepassingen
Lucht- en rolweerstandskracht zijn belangrijk bij het ontwerpen van voertuigen en bij het begrijpen van de fysica van sporten zoals wielrennen en schaatsen.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen nadenken over voorbeelden van voertuigen of sporten waarbij lucht- en rolweerstandskracht belangrijk zijn.
Welk onderdeel van een voertuig draagt bij aan de meeste luchtweerstand?
A
De wielen
B
De voorzijde
C
De achterzijde
D
De zijkanten
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat kan je doen om de luchtweerstand op de fiets te verminderen?
A
Langzaam fietsen
B
Een gebogen fietshouding aannemen
C
Een zware rugzak meenemen
D
Een rechte fietshouding aannemen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.