Leesvaardigheid en argumentatie wk 49, 50, 51

leesvaardigheid & argumentatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

leesvaardigheid & argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • je kent de betekenis van verschillende woorden
  • je kent verschillende soorten argumenten
  • je kunt argumentatieschema's maken
  • je kunt drogredenen herkennen

Slide 2 - Tekstslide

isabella &  jamely
dorian & angelina
luuk & iris
lotte b & anika
famke & rishan

michelle & bram
tijs & mandy
amani & romy  
laura & neëomi
valentijn & mèlanie
lisa & noah & lotte s
melina & chhaya

Slide 3 - Tekstslide

van vertrouwelijke aard
professor
vertrouweling
opgerekt
verdedigingsrede
benadrukken
pessimist
kaler worden
weergeven
doeltreffend
algemeenheden
in enigerlei mate
intiemer
hoogleraar
intimi
verruimd
pleidooi
bekrachtigen
somberaars
verschraalt
vertolkt
efficienter
koetjes en kalfjes
betrekkelijke

Slide 4 - Sleepvraag

wisselwerking
zonder betrokkenheid
ontgoocheling
mogelijkheden
overheerst
zeer gewoon
levensverhaal
afkerig
geestelijke diepte
uitgebreider
normaal
gedomineerd
wars van
biografie
uitvoeriger
alledaagsheid
diepgang
gangbaar
faciliteiten
interacties
vervreemdend
ontnuchtering

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Lees tekst 1 
'Trap er niet in, water van restaurantkwaliteit héb je thuis al'
en beantwoord de vragen

Slide 8 - Tekstslide

Geef één categorie door met de bijbehorende begrippen

Slide 9 - Open vraag

Opdracht 2 tekst 1
                               a. Noteer het standpunt dat de auteur van de tekst inneemt.
                               b. Noteer de argumenten die de auteur gebruikt om dit                                                    standpunt te onderbouwen. 
                               c. Bedenk zelf een tegenargument bij het standpunt van de                                          auteur.
                               d. Bedenk zelf een weerlegging bij één van de argumenten                                            van de auteur.
Koop geen flessenwater
  • Ons Nederlands kraanwater is van uitstekende kwaliteit
  • Flessenwater is duur en kraanwater goedkoop
  • Je moet de flessen naar huis sjouwen
  • Plastic is een belasting voor het milieu
  • Water van restaurantkwaliteit heb je thuis al
  • Flessenwater heeft een andere chemische samenstelling
  • De flessen moet je naar huis sjouwen: voor je gezondheid moet je wat overhebben

Slide 10 - Tekstslide

Lees tekst 2 
'Wie verzint het om water van restaurantkwaliteit te verkopen?'
en beantwoord de vragen

Slide 11 - Tekstslide

isabella &  dorian
jamely & angelina
luuk & anika
lotte b & bram & neëomi
Iris & rishan



http://student.lessonup.com/

michelle & amani 
tijs & romy 
mandy & valentijn  
laura & noah 
lotte s & mèlanie
lisa & chhaya
melina & famke 

Slide 12 - Tekstslide

Geef één categorie door met de bijbehorende begrippen

Slide 13 - Open vraag

Opdracht 2 tekst 2
                               a. Noteer het standpunt dat de auteur van de tekst inneemt.
                               b. Noteer de argumenten die de auteur gebruikt om dit                                                    standpunt te onderbouwen. 
                               c. Bedenk zelf een tegenargument bij het standpunt van de                                          auteur.
                               d. Bedenk zelf een weerlegging bij één van de argumenten                                            van de auteur.
Koop niet het water dat Freek van Noortwijk aanprijst.
  • Het is makkelijker
  • Plastic is een belasting voor het milieu
  • Flessenwater is duur en kraanwater goedkoop
  • Freek is ambassadeur van Chaudfontaine en daarmee niet objectief
  • De woordvoerder van Chaudfontaine kan het verschil niet uitleggen
  • Een waterexpert ziet geen verschil
  • Gasten in het reataurant van Freek drinken ook gewoon kraanwater
  • Freek van Noortwijk is een chef-kok en zal het dus wel weten.
  • De flessen moet je naar huis sjouwen: voor je gezondheid moet je wat overhebben

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatietheorie
  • Stelling: bewering
  1. Kraanwater in Nederland is net zo goed als flessenwater
  • Standpunt: persoonlijke stellingname
  1. Koop geen flessenwater!
  • Argument: ondersteuning van de stelling
  1. Water van restaurantkwaliteit heb je thuis al

Slide 15 - Tekstslide

voorbeeldstelling
Als de verwarming het niet doet, moet de school dicht.

Slide 16 - Tekstslide

Soorten argumenten
  • feitelijk~
  • ervaring~

  • gezag/autoriteits~
  • vergelijkings~

  • nut/gewenst gevolg
Voorbeeld
  • kou vernauwt je bloedvaten
  • als er iets geks gebeurt, zijn leerlingen altijd afgeleid
  • dat zegt mijn vader
  • ziekenhuizen nemen ook geen patiënten meer aan
  • leerlingen kunnen dan thuis aan hun huiswerk

Slide 17 - Tekstslide

Soorten argumenten
  • ongewenst gevolg

  • veronderstellings~

  • moreel ~

  • emotioneel ~
Voorbeeld
  • er wordt echt niet meer geleerd op zo'n dag
  • het zal een onrustige dag worden met veel geklaag
  • Het is een soort kindermishandeling
  • Ik vind het zielig voor die arme kleumende kindertjes

Slide 18 - Tekstslide

Opbouw van redeneringen

Type 1
Stelling
WANT
Argumenten

Type 2
Argumenten
DUS
Conclusie (=stelling)
Langere redenering:

Type 3
Stelling 
WANT
Argumenten
DUS
Conclusie

Slide 19 - Tekstslide

Argumentatieschema's 1










mening
argument
mening
argument
argument
argument
mening
argument
subargument
enkelvoudige argumentatie
meervoudige, nevengeschikte argumentatie
meervoudige, ondergeschikte argumentatie

Slide 20 - Tekstslide

Argumentatieschema's 2










mening
argument
subargument
argument
subargument
subargument
meervoudige argumentatie, combinatie van nevengeschikt en ondergeschikt

Slide 21 - Tekstslide

ervaringsargument
feitelijk argument
veronderstellingsargument
Het is makkelijker

Plastic is een belasting voor het milieu

Flessenwater is duur en kraanwater goedkoop

Freek is ambassadeur van Chaudfontaine en daarmee niet objectief

Slide 22 - Sleepvraag

autoriteitsargument
vergelijkingsargument
feitelijk argument
De woordvoerder van Chaudfontaine kan het verschil niet uitleggen

Een waterexpert ziet geen verschil

Gasten in het reataurant van Freek drinken ook gewoon kraanwater

Slide 23 - Sleepvraag

De beslissende zin

We gaan er vanuit dat deze groot dictee-avond met deze extreem-moeilijke shoot out-zin van zeggen en schrijven twee en zestig woorden – geboekstaaft door terzake kundige corryfeeën die geverceerd zijn in dit buitennissig linguistisch jiujutsispel – tenslotte zal lijden tot exclamatsietjes bij 1 gelouwerde. Zoniet, dan wordt je door Eus Akyol vermoeid met exqusiete worden die noch enichmatischer zijn dan parallelipipidum, concoerstje of legastenie.

Slide 24 - Open vraag

We gaan er1van2uit dat deze groot3dictee-4avond met deze extreem-5moeilijke shoot6out-7zin van zeggen8 en schrijven8 twee9 en9 zestig woorden – geboekstaaft10 door terzake11 kundige corryfeeën12 die geverceerd13 zijn in dit buitennissige14 linguistisch15 jiujutsispel16 – tenslotte17 zal lijden18 tot exclamaatsietjes19 bij 120 gelouwerde21. Zoniet22, dan wordt23 je door Eus Akyöl24 vermoeid met exqusiete25 worden26 die noch27 enichmatischer28 zijn dan parallelipipidum29, concoerstje30 of legastenie31.

Slide 25 - Tekstslide