2.5 Woorden

Welkom bij Nederlands!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • Terugblik: hoe schrijf je een nieuwsbericht?
  • Doornemen: woordenlijst van 2.5 op bladzijde 116
  • Samen maken: opdracht 3 op bladzijde 117
  • Zelfstandig maken:
    opdracht 3 t/m 8 en 14 en 16 op blz. 118 t/m 122.
  • Terugkijken


Doelen van deze les:
  1. Aan het einde van de les heb je geoefend met het gebruiken van 25 nieuwe woorden.

  2. Aan het einde van de les kun je uitleggen wat achtervoegsels zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

2.5 Woorden

Slide 5 - Tekstslide

'Aanraden' betekent...
A
dreigend aanwezig zijn
B
een advies geven over iets
C
bij mensen terechtkomen die je kwaad doen
D
met moeite in leven blijven

Slide 6 - Quizvraag

'De bescherming' betekent...
A
de manier die ervoor zorgt dat iets of iemand veilig is
B
een advies geven over iets
C
bij mensen terechtkomen die je kwaad doen
D
met moeite in leven blijven

Slide 7 - Quizvraag

'Op de loer liggen' betekent...
A
dreigend aanwezig zijn
B
een advies geven over iets
C
bij mensen terechtkomen die je kwaad doen
D
met moeite in leven blijven

Slide 8 - Quizvraag

'Het ongedierte' betekent...
A
dier dat andere dieren opeet en doodt
B
beestjes die schadelijk zijn
C
bij mensen terechtkomen die je kwaad doen
D
met moeite in leven blijven

Slide 9 - Quizvraag

'Onherkenbaar' betekent...
A
niet gezien worden
B
beestjes die schadelijk zijn
C
niet te herkennen
D
met moeite in leven blijven

Slide 10 - Quizvraag

'In verkeerde handen vallen' betekent...
A
bij mensen terechtkomen die je kwaad doen
B
een advies geven over iets
C
bij mensen terechtkomen die je kwaad doen
D
met moeite in leven blijven

Slide 11 - Quizvraag

'De omgeving' betekent...
A
dier dat andere dieren opeet en doodt
B
beestjes die schadelijk zijn
C
zorgen dat je niet opvalt in de omgeving, doordat je op iets lijkt.
D
het gebied rond iets of iemand

Slide 12 - Quizvraag

'Hooguit' betekent...
A
meer dan dat
B
niet meer dan dat
C
dat je uitsteekt boven andere mensen
D
een uitkijkpost in een bos

Slide 13 - Quizvraag

'Stamelen' betekent...
A
de stal van paarden, koeien of ander vee opruimen
B
dieren die drie bulten op hun rug hebben
C
met moeite iets zeggen en steeds stukjes van een zin herhalen
D
de gedeeltes van de boomstam waar bomen water mee opnemen

Slide 14 - Quizvraag

'Opzadelen met' betekent...
A
een zadel op de rug van een paard leggen
B
iemand iets vervelends laten doen of vervelend laten voelen
C
het zadel op een fiets monteren
D
zorgen dat iemand een taak krijgt, die hij of zij graag wil

Slide 15 - Quizvraag

'Vermoeden' betekent...
A
voorzichtig zijn omdat je iets of iemand niet helemaal vertrouwt
B
kleding aantrekken, waardoor niemand je meer herkent
C
iets laten zien wat in werkelijkheid anders is
D
denken dat iets zo is omdat je daar een aanwijzing voor hebt

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn achtervoegsels?

Slide 17 - Tekstslide

Een nieuwsbericht geeft de lezer informatie over een speciale gebeurtenis.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video