Woorden 2.5 2kgt
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent "Hergebruiken"?
A
De gift
B
Opnieuw gebruiken
C
Zomaar
D
Voortdurend
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent "Het ongedierte"?
A
Kleine dieren die schadelijk zijn
B
Een klein beetje meehelpen
C
Gat in het ijs
D
Iets willen doen
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent "Qua"?
A
De leefwereld
B
Wat lang goed blijft
C
Opmaken door het te gebruiken
D
Wat betreft
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent "Het wak"?
A
Gat in het ijs
B
Niet veel verbruikend
C
Spaarzaam
D
Werkplaats voor wetenschappelijk onderzoek
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent "Opzadelen met"?
A
De groep mensen tussen wie je leeft
B
Uit afval stoffen halen en die opnieuw gebruiken
C
Uit vrije wil
D
Iemand iets vervelends laten doen
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent "Belasten"?
A
Een moeilijke taak geven
B
Het aandeel
C
Opnieuw gebruiken
D
Zonder onderbreken
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
Kinderen
B
Waardeloos
C
Waarde
D
Lopen
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
Betaalbaar
B
Fiets
C
Stal
D
Jongen
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
Volwassen
B
Zonder
C
Boom
D
Kindje
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
Zanger
B
Winkel
C
Zangeres
D
Boer
