4.1 prikkels [21-1-2021]

Planning 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning 

Slide 1 - Tekstslide

H4 zenuwstelsel en spieren
4.1 prikkels

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over het zenuwstelsel?

Slide 3 - Woordweb

leerdoelen
Ik kan
  • uitleggen wat prikkels zijn en verschillende voorbeelden noemen
  • uitleggen hoe prikkels worden verwerkt door het lichaam en welke factoren hierop van invloed zijn

Slide 4 - Tekstslide

succescriteria

  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: prikkel, impuls, drempelwaarde, (niet) adequate prikkel, reactiesnelheid.
  • je kent de zintuigen en weet waar ze liggen
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 5 - Tekstslide

zenuwstelsel en spieren
samenwerking in het lichaam:

  • de antennes (alle zintuigen)
  • de verwerking (hersenen, ruggenmerg, zenuwen)
  • het reageren (spieren en klieren)
  • het regelen en aansturen (hormoon- en zenuwstelsel)

Slide 6 - Tekstslide

samenwerking in het lichaam:

de antennes (alle zintuigen)
de verwerking (hersenen, ruggenmerg, zenuwen)
het reageren (spieren en klieren)
het regelen en aansturen (hormoon- en zenuwstelsel)

Slide 7 - Tekstslide

prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen (zowel binnen als buiten lichaam)

opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Je zintuigen nemen verschillende prikkels waar. Welke? Kopieer het lijstje en zet de juiste prikkel er achter.
1) Ogen -
2) Oren -
3) Neus -
4) Tong -
5) Huid -

Slide 10 - Open vraag

prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen (zowel binnen als buiten lichaam)

opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig

Slide 11 - Tekstslide

impuls
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel

via de zenuwcellen komt de impuls bij je hersenen terecht
 

Slide 12 - Tekstslide

(niet)adequate prikkel
de adequate prikkel = de prikkel waarvoor de receptor het meest gevoelig is (hele lage drempelwaarde)


niet adequate prikkel
een klap op je ogen kan voor sterretjes zorgen (receptoren hebben de klap omgezet in impulsen), maar de prikkel is dan geen lichtprikkel. Toch zullen die receptoren wel impulsen afgeven.

de drempelwaarde hiervoor ligt enorm hoog (bij een klein tikje zul je namelijk geen sterretjes zien)

Slide 13 - Tekstslide

juist of onjuist?

Warmte is voor het gehoorzintuig een adequate prikkel.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

juist of onjuist?

De adequate prikkel voor drukzintuigen is zwaartekracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

drempelwaarde
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel


  • drempelwaarde
  • gewenning

sterkere prikkel = toename impulsfrequentie 

Slide 16 - Tekstslide

gewenning
Als de prikkel aahoudt, dan zal er gewenning optreden....

gevolg: drempelwaarde gaat omhoog, minder tot geen impulsen


Slide 17 - Tekstslide

juist of onjuist?

De drempelwaarde voor een zintuig is altijd dezelfde.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welke receptoren vertonen het snelste gewenning?
A
tastreceptoren
B
drukreceptoren
C
pijnreceptoren

Slide 19 - Quizvraag

juist of onjuist?

De motivatie beïnvloedt de drempelwaarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

prikkelsterkte

    sterkere prikkel  = toename impulsfrequentie 

    de impulssterkte blijft altijd hetzelfde 

    Slide 21 - Tekstslide

    juist of onjuist?

    Een harder geluid leidt tot een hogere impulsfrequentie in de gehoorzenuwen dan een zachter geluid.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 22 - Quizvraag

    juist of onjuist?

    Er bestaan vele verschillende typen prikkels, maar impulsen zijn allemaal gelijk.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 23 - Quizvraag

    juist of onjuist?

    Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 24 - Quizvraag

    4.1.2. Verwerking: van impuls tot reactie
    prikkel door receptor omgezet in impuls
    impuls via zenuwen naar centrale zenuwstelsel (hersenen)
    in hersenen verwerking
    indien nodig - reactie (met spieren/ klieren)

    Je wordt je niet bewust van alle prikkels die je ontvangt.
    De meest informatie wordt onbewust verwerkt of gewist.

    Slide 25 - Tekstslide

    Welke prikkels heb je tot op heden ontvangen deze les waarvan je je bewust was?

    Slide 26 - Open vraag

    Luister, voel en kijk in stilte aandachtig naar je omgeving.

    Welke prikkels heb je tot op heden ontvangen deze les waarvan je je niet bewust was?

    Slide 27 - Open vraag

    4.1.3. Reactiesnelheid en verkeer
    reactiesnelheid (tijd tussen ontvangen prikkel en reactie) = 0,2 seconde 

    dit is (evolutionair gezien) afgestemd op mensen die lopen (en geen auto rijden)

    vandaar dat vertragen van de reactiesnelheid erg gevaarlijk is in het verkeer (drugs, alcohol, mobiel, vermoeidheid etc)

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Tekstslide

    juist of onjuist?

    In de maagwand komen pijnpunten voor.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 30 - Quizvraag

    juist of onjuist?

    Het evenwichtszintuig ligt in het binnenoor.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 31 - Quizvraag

    juist of onjuist?

    Je kunt met je smaakzintuigen meer dan tien verschillende smaken waarnemen.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 32 - Quizvraag

    Controle leerdoelen
    Ik kan
    • uitleggen wat prikkels zijn en verschillende voorbeelden noemen
      een prikkel is een verandering in je omgeving die je kunt waarnemen. Voorbeelden zijn lichtprikkels, geluidsprikkels etc. 
    • uitleggen hoe prikkels worden verwerkt door het lichaam en welke factoren hierop van invloed zijn
      receptoren vangen prikkels op en kunnen deze omzetten tot elektrische signalen (impulsen) die naar de zenuwcellen gaan. Dit komt via gevoelszenuwen in de hersenen terecht die dit verwerken en kunnen gaan reageren. Alcohol en drugs hebben een negatieve invloed op de snelheid hiervan.

    Slide 33 - Tekstslide

    Een neuron heeft een bepaalde drempelwaarde. Om de drempelwaarde van dit neuron te overschrijden is bij een bepaalde prikkelduur een bepaalde minimale prikkelsterkte vereist. Er ontstaat dan een actiepotentiaal. Dit neuron wordt vele malen elektrisch geprikkeld met prikkels van verschillende duur en sterkte. In welk van deze diagrammen is het verband tussen prikkelduur en minimale prikkelsterkte juist weergegeven?
    A
    1
    B
    2
    C
    3

    Slide 34 - Quizvraag

    Huiswerk voor morgen


    • basiskennisvragen 4.1 maken en nakijken
    • begrippenlijst maken

    Slide 35 - Tekstslide