Schrijven laatste les

Schrijven

Tijdens de toetsweek moet je een tekst schrijven. Dit kan een artikel of e-mail zijn. Elke schrijfopdracht wordt vooraf gegaan door een tekst die gaat over het onderwerp.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijven

Tijdens de toetsweek moet je een tekst schrijven. Dit kan een artikel of e-mail zijn. Elke schrijfopdracht wordt vooraf gegaan door een tekst die gaat over het onderwerp.

Slide 1 - Tekstslide

Welke titel voor een artikel over verschillende soorten koekjes is goed?
A
Lekker
B
Soorten koekjes
C
Welke soort koekjes is het lekkerst?
D
Sprits, rondo's, gevulde koeken

Slide 2 - Quizvraag

Aan welke eisen moet een goede titel voldoen?

Slide 3 - Open vraag

Welke leestekens mag je gebruiken aan het eind van de titel?

Slide 4 - Open vraag

Je mag geen afkortingen gebruiken in je mail, brief of artikel, n.a.v. moet je dus voluit schrijven. Wat is de juiste spelling?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een synoniem van:
naar aanleiding van?
A
zoals
B
maar
C
daardoor
D
vanwege

Slide 6 - Quizvraag

Schrijf de volgende zin zonder de afkorting, gebruik daarvoor een synoniem.
Ik schrijf deze brief n.a.v. een gelezen artikel.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de juiste aanhef?
A
Geachte mevrouw Thijssen
B
Geachte Mevrouw Thijssen,
C
Geachte mevrouw Thijssen,
D
geachte mevrouw Thijssen,

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef?
A
Geachte mevrouw Van Dijk,
B
Geachte Mevrouw Van Dijk,
C
Geachte mevrouw Van Dijk
D
Geachte mevrouw van Dijk,

Slide 9 - Quizvraag

Hoe mag je een e-mail beginnen?
A
Hallo, ik ben Jan de Groot.
B
Mijn naam is Jan de Groot.
C
mijn naam is Jan De Groot.
D
Goedendag, mijn naam is Jan de Groot.

Slide 10 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een artikel niet?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen/ tot handelen aanzetten
D
mening geven

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet je in de inleiding van een e-mail altijd zetten?

Slide 12 - Open vraag

Hoe sluit je een e-mail netjes af?
A
Groetjes,
B
M.v.g.
C
Met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groet.

Slide 13 - Quizvraag

Welke notatie is juist?
A
18-4-2023
B
18 April '23
C
18 apr. 2023
D
18 april 2023

Slide 14 - Quizvraag

Schrijfopdracht mail/artikel
Lees de situatieschets aandachtig door. 
1. Lees de punten die in je schrijfopdracht moeten komen.
2. Maak een indeling van je schrijfopdracht: inleiding/kern/slot.
3. Verwerk de vragen in het antwoord en haal je info uit de situatieschets.
4. Houd je aan alles wat je geleerd hebt en check of je niks mist

Slide 15 - Tekstslide

Keuze:
1. Maak een schrijfopdracht ter voorbereiding op de toetsweek
(Kader opdracht 3, Basis opdracht 2).
2. Oefen met werkwoordspelling: Blink (digitaal boek) en open de app werkwoordspelling. Maak de diagnostische toets.
3. Oefen met spelling: Blink (digitaal boek) en maak de opdrachten Leestekens en hoofdletters

Slide 16 - Tekstslide