Les 11 Dieetleer

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Dieetleer

Lesdoelen

Je kunt van onderstaande diëten een beschrijving geven:

1. Cholesterol verlagend
2. Energieverrijkt
3. Energiebeperkt
4. Eiwitverrijkt
5. Eiwitbeperkt
6. Voedingsvezelverrijkt
7. Diabetes mellitus
8. Natrium beperkt
9. Glutenvrij

Agenda

Herhaling voedingsstoffen (voedingsboekje) (Thema 3.10)

Theorie dieetleer basis (Thema 3.11)

Zelf aan de slag

Afsluiting

Vraag 1: in hoeveel groepen zijn voedingsstoffen verdeeld?

Vraag 2: waar zorgen koolhydraten voor?(noem er 2)

Vraag 3: wat zijn voedingsvezels

Vraag 4: wat zijn onverzadigde en verzadigde vetten?

Vraag 5: Waar zorgen eiwitten voor?(Noem er 2)

Vraag 6: Wat verstaan we onder regulerende stoffen? En waar zijn deze goed voor?

Dieetleer Boek: persoonlijke zorg Thema 3 H11

Dieet:

• Onderdeel van een medische behandeling
  
• Moet aan specifieke eisen voldoen
  
• Voorgeschreven aan een bepaald persoon met een bepaald doel
  
• 2 categorieën: een beperkt dieet (lage dosering) en een verrijkt dieet (hoge dosering)
  

Soorten diëten (veelvoorkomend)

1. Cholesterol verlagend
   
2. Energieverrijkt
   
3. Energiebeperkt
   
4. Eiwitverrijkt
   
5. Eiwitbeperkt
   
6. Voedingsvezelverrijkt
   
7. Diabetes mellitus
   
8. Natrium beperkt
   
9. Glutenvrij

Glutenvrij

Voedselallergie

• geeft een bijzondere, meestal heftige reactie van het afweersysteem op bepaalde voedselbestanddelen. Bijv. huidsuitslag, hartkloppingen, benauwd zijn. 
• Vaak erfelijk

Voedselintolerantie

• Onverdraagzaamheid van het lichaam voor bepaalde stoffen
  
• Vaak reageert het lichaam minder heftig dan bij een allergie
  
• Geeft ongewenste reacties op voedsel maar het afweersysteem is er niet bij betrokken
  
• Soms wordt een voedingsstof niet goed afgebroken, bijv. door een stoornis in de stofwisseling (bv. lactose intolerantie)
  
• Wordt door een arts vastgesteld
  

Adviseren en motiveren om een dieet te volgen

• Jouw taak om cliënt hierbij te begeleiden
  
• Controleer of de cliënt begrijpt wat het dieet inhoudt
  
• Is de cliënt in staat verstandige keuzes te maken in verschillende situaties?
  
• Weet de cliënt hoe de maaltijd smakelijk gemaakt kan worden?
  
• Krijgt de cliënt belangrijke voedingsstoffen binnen?
  
• Vraag de diëtist om tips en adviezen om het dieet vol te kunnen houden
  

Opdracht (15 min)

1: Schrijf de verschillende diëten (9) op en zoek op in je boek wanneer zo’n dieet wordt voorgeschreven (Thema 3 H 11)

2: geef 2 voorbeelden van een voedselallergie en 2 voorbeelden van een voedselintolerantie

Afsluiting

Blik op de lesdoelen