Planning
Herhalen 4.1 en 4.2
Uitleg 4.3
Maken 4.3
Uitle 4.4 en 4.5
Aan de slag
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.
Wat is genotype?
Wat is fenotype?
Wat is een gen?
Wat zijn de geslachtchromosomen in lichaamscel vrouw (en geslachtscel)?
Wat zijn geslachtschromosomen in lichaamscel man (en geslachtscel)?
Wanneer er 1 eicel wordt bevrucht door 1 zaadcel
Geslacht:
- 2 meisjes
- 2 jongens
Maken opdracht
9 t/m 11 en nakijken
Klaar?
Zelfstandig 4.4 lezen en 12 en 13 maken.
1 gen voor steil haar en 1 gen voor krullend haar.
De twee genen zijn dan ongelijk.
Dan ben je heterozygoot voor de haarvorm.
Deze jongen heeft krullend haar.
Het gen voor krullend haar heeft invloed op het uiterlijk. Deze is dus eigenlijk sterker.
Dit noem je een dominant gen
Een dominant gen komt altijd tot uiting.
Gen voor steil haar noem je een recessief gen.
Als een dominant gen het uiterlijk bepaalt...
Kan het organisme homozygoot en heterozygoot zijn voor die eigenschap
Homozygoot krul = AA
Homozygoot steil = aa
Heterozygoot = Aa
geen P en p gebruiken
Samen opdracht 14
Daarna doorwerken tot 20