In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Klimaatverandering
Paragraaf 4
Slide 1 - Tekstslide
Hoe rooskleurig zie jij de toekomst met betrekking tot klimaatverandering?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Ik denk dat de gevolgen van klimaatverandering ook Nederland zullen treffen.
Slide 3 - Poll
Leerdoelen:
- Je kan uitleggen hoe de temperatuur veranderd in Europa
- Je kan uitleggen hoe de neerslag veranderd in Europa
- Je kan verklaren wat de gevolgen zijn van de klimaatverandering in Europa
Slide 4 - Tekstslide
We weten: klimaat is een gemiddelde over 30 jaar.
Dat betekent dat klimaatverandering iets is dat over een lange periode gebeurt.
Slide 5 - Tekstslide
Wat verandert er dan?
De temperatuur wordt hoger - tussen 1900 en nu bijna 2 graden.
De neerslag verandert - bij ons valt er meer, in de warmere gebieden steeds minder.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe komt het dat het klimaat nu zo snel verandert?
Slide 7 - Woordweb
Klimaatverandering is alleen iets van deze tijd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Verandering: iets van alle tijden
Het klimaat schommelt altijd:
soms is het heel heet geweest, soms waren er ijstijden.
De verandering gaat nu alleen heel snel.
Slide 9 - Tekstslide
Is dat erg?
Voor sommige gebieden heeft het niet zoveel gevolgen.
Maar voor landen onder de zeespiegel (wij), landen die al heel droog zijn (Italië) of landen met veel sneeuw en ijs (Zwitserland) zijn er best grote gevolgen.
Slide 10 - Tekstslide
Smelten van ijs
Effect bij de koude klimaten: minder sneeuw/ijs door het jaar heen, gletsjers worden kleiner.
Er kunnen meer planten groeien op bv. de toendra
Slide 11 - Tekstslide
Meer smeltwater = hogere zeespiegel.
En: warm water zet uit, dus hogere temperatuur = ook hogere zeespiegel.
Slide 12 - Tekstslide
Wat denk je dat er gebeurt met de droge gebieden in Europa?
A
Meer neerslag dan nu
B
Minder neerslag dan nu
C
Meer regen in de zomer
D
Geen verandering
Slide 13 - Quizvraag
De landen met het Middellandse Zeeklimaat zullen droger worden.
De grond wordt droger (verwoestijning) en er is minder water voor landbouw.
Het woestijngebied in Noord-Afrika (Sahara) zal zich verder uitbreiden richting Europa als het warmer wordt.
Slide 14 - Tekstslide
Kortom:
Koude gebieden worden warmer
Droge gebieden worden droger
Gebieden onder de zeespiegel lopen meer gevaar
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak van paragraaf 6.4: 1 t/m 3, 5 t/m 7, 10
Gebruik de tekstjes uit het basisboek als dat in de opdracht staat (open het tabje Theorie naast de opdrachten)