Een hogere CO₂-concentratie en de hogere temperatuur kunnen in de toekomst leiden tot hogere landbouwopbrengsten. Maar: alleen als er voldoende water beschikbaar is:
Spanje: te weinig water, dus minder landbouwopbrengst
Nederland: extreem weer kan leiden tot minder landbouwopbrengst (hagel, buien, droogte).
Slide 14 - Tekstslide
Welke problemen dreigen voor landbouw en toerisme?
Irrigatie
Het land op een kunstmatige manier van water voorzien: sproeien, bevloeiing (overstromen).
In Spanje is dit nodig omdat het te droog is in de zomer.
Verzilting
Verzilting = het zout worden van de bodem. In water zitten altijd zouten. Als je gaat irrigeren, zal een groot deel van dat water verdampen. De zouten kunnen niet verdampen en blijven in de bodem.
Dit kun je voorkomen door overtollig water uit de bodem af te voeren (= drainage) of door druppelirrigatie.
Verdroging
In de zomer is de vraag naar water groot. Veel toeristen, veel verdamping en weinig neerslag. Water wordt opgeslagen in stuwmeren als voorraad in droge tijden. Ook grondwater wordt opgepompt. Hierdoor droogt de bodem uit = verdroging.
Slide 15 - Tekstslide
Examenvragen
Slide 16 - Tekstslide
Bekijk bron 4 en bron 5. Over de klimaatgrafieken in bron 4 worden twee uitspraken gedaan. 1: San Sebastian en Vlissingen hebben allebei een gematigd zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden. 2. In San Sebastian valt stijgingsneerslag. Wat is juist?