haben - sein

Haben, sein & werden
Grammatik
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Haben, sein & werden
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Sleep het persoonlijk voornaamwoord naar de juiste afbeelding.

Slide 2 - Tekstslide

2 antwoorden
ich
du
er
sie (ev)
es
wir
ihr
sie (mv)
Sie (beleefd)

Slide 3 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 4 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 5 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 6 - Sleepvraag

Haben oder sein
Vergeet niet te vervoegen!

Slide 7 - Tekstslide

............... du Zeit für mich? (haben)

Slide 8 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ . (haben)

Slide 9 - Open vraag

.................. du müde? (sein)

Slide 10 - Open vraag

Johann, wo...............du? (sein)

Slide 11 - Open vraag

Es regnet. Die Straße ........ nass. (sein)

Slide 12 - Open vraag

Ihr ....... das jetzt sagen! (haben)
A
hast
B
haben
C
habt
D
hat

Slide 13 - Quizvraag

Ariane ............... noch in der Schule. (sein)
A
ist
B
sind
C
seid
D
bin

Slide 14 - Quizvraag

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch. (haben)
A
habt
B
haben
C
hast
D
hat

Slide 15 - Quizvraag

.............. deine Eltern hier? (sein)
A
seid
B
sind
C
ist
D
bin

Slide 16 - Quizvraag

Wo .............. du deine Tasche versteckt? (haben)
A
habt
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 17 - Quizvraag

Da, ................ wir wieder mal Glück gehabt. (haben)

Slide 18 - Open vraag

Ich kenne jetzt die Formen von
haben sein und werden!
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll