H1. Wat is Maatschappijleer

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 1. De maatschappij
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 1. De maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappijleer

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je
  • Wat een ander woord voor maatschappij is
  • Wie er tot je sociale omgeving behoren
  • Het verschil tussen gedrags- en wetregels

Slide 3 - Tekstslide

Samenleven
  • Maatschappij = samenleving

  • In het klein: je gezin
  • In het groot: de maatschappij
  • Tussen in: je sociale omgeving
     (vrienden, klasgenoten etc.)

Slide 4 - Tekstslide

Afspraken maken
  • Gedragsregels:
  • Ongeschreven regels
  • VB: bij de kassa achterin
              de rij aansluiten
  • Wetten: 
  • Regels die voor iedereen
     gelden
  • VB: niet stelen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor maatschappij?

Slide 6 - Open vraag

Gedragsregels
Wetten
Deze regels gelden voor iedereen
Ongeschreven regels
Niet moorden
Handen wassen na wc-gebruik

Slide 7 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maken opdracht 1 tot 7 van H1.1

Slide 8 - Tekstslide

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 2. Met wie ben je verbonden?

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je
  • De vier soorten bindingen onderscheiden

Slide 10 - Tekstslide

Soorten bindingen
  • 1. Economische binding:
  • Om in je levensonderhoud te voorzien

  • 2. Kennisbinding:
  • Heeft te maken met alle mensen die jou iets leren

  • 3. Gevoelsbinding:
  • Heeft te maken met mensen waar we emotioneel mee verbonden zijn

  • 4. Politieke binding:
  • Gaat over de afhankelijkheid van de overheid

Slide 11 - Tekstslide

Economische
binding
Kennis
binding
Gevoels
binding
Politieke
binding
Je krijgt zakgeld
Je hebt ruzie met je beste vriend
De gezondheidszorg wordt verbeterd
Je docent geeft je uitleg
Je koopt een ijsje
Je vader geeft je bijles

Slide 12 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maken:
- alle opdrachten van H1.1
- alle opdrachten van H1.2

Moet deze les af!

Slide 13 - Tekstslide

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 3. Kernbegrippen voor maatschappijleer

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je
  • Wat waarden en normen zijn
  • Wat belangen zijn
  • Wat belangstellingen zijn

Slide 15 - Tekstslide

Waarden en normen
  • Waarden:
  • Uitgangspunten die je
     belangrijk vindt in het
     leven

  • VB 1: Trouwheid
  • VB: Hygiëne 
  • Normen:
  • Regels over hoe jij en   anderen zich moeten gedragen



  • VB 1: je gaat niet vreemd in een relatie
  • VB 2: je wast je handen na een wc-bezoek

Slide 16 - Tekstslide

Belangen
  • Belang: het voordeel dat je
      ergens bij hebt

  • Belangtegenstellingen: het 
      belang van de een botst met
      het belang van de ander

Slide 17 - Tekstslide

Noem een norm bij de waarde ''eerlijkheid''

Slide 18 - Open vraag

Noem een waarde bij de norm
''je spuugt niet op straat''

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent belangtegenstelling?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
Maken:
- alle opdrachten van H1.1
- alle opdrachten van H1.2
- alle opdrachten van H1.3

Moet deze les af!

Slide 21 - Tekstslide

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 4. Kernbegrippen voor maatschappijleer

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Weet je wat macht betekent
  • Kan je voorbeelden van machtsmiddelen benoemen
  • Weet je wat sociale ongelijkheid betekent

Slide 23 - Tekstslide

Macht
  • Macht: de mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden 
  • Machtsmiddel: middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden 

  • Machtsmiddelen:
  • 1. Functie op beroep
  • 2. Het aantal mensen
  • 3. Gebruik van geweld

Slide 24 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
  • Niet iedereen heeft dezelfde
     kansen in de samenleving

Slide 25 - Tekstslide

De politie maakt gebruik van het machtsmiddel ...als ze optreden tegen vechtende hooligans
A
Geld
B
Aanzien
C
Geweld
D
Aantal mensen

Slide 26 - Quizvraag

Alle docenten staken voor een hoger loon. Van welke machtsmiddel maken zij gebruik?
A
Beroep
B
Aanzien
C
Geweld
D
Aantal mensen

Slide 27 - Quizvraag

Aan de slag
Maken:
- alle opdrachten van H1.1
- alle opdrachten van H1.2
- alle opdrachten  van H1.3
- alle opdrachten van H1.4

Moet deze les af!

Slide 28 - Tekstslide

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 5. Maatschappij

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Weet je welke vier kenmerken een maatschappelijk probleem heeft
  • Kan je belangen noemen a.d.h.v. het voorbeeld uitgaansgeweld
  • Weet je wat een dilemma is

Slide 30 - Tekstslide

Maatschappelijk probleem
  • Vier kenmerken:
  1.  Veel mensen hebben er last van
  2. Mensen hebben verschillende meningen
  3. Aandacht in de media
  4. Politiek bemoeit zich ermee

Slide 31 - Tekstslide

Wie en welk belang
  • Wie?
  • Mensen die uitgaan

  • Clubeigenaar
  • Politie
  • Buurtbewoners
  • Welk belang?
  • Plezier en veiligheid OF spanning opzoeken
  • Geld verdienen
  • Rust en orde
  • Geen geluidsoverlast

Slide 32 - Tekstslide

Dilemma
  • Een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben

Slide 33 - Tekstslide

Noem de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem

Slide 34 - Open vraag

Aan de slag
Maken:
- alle opdrachten van H1.1
- alle opdrachten van H1.2
- alle opdrachten van H1.3
- alle opdrachten van H1.4
- Alle opdrachten van H1.5 


Slide 35 - Tekstslide

H1. Wat is Maatschappijleer?
Les 6 . Je mening geven

Slide 36 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Weet je welke vier kenmerken een goede mening heeft
  • Weet je wat feiten zijn
  • Weet je wat vooroordelen zijn
  • Kan je beargumenteren 

Slide 37 - Tekstslide

Een goede mening
  • Vier kenmerken:
  • 1. De feiten kennen
  • 2. Probleem van verschillende kanten bekijken
  • 3. Argumenten
  • 4. Geen vooroordelen

Slide 38 - Tekstslide

Voorbeeld
  • Vrouwen kunnen geen auto rijden. Deze uitspraak is een...

  • A. Vooroordeel
  • B. Mening
  • C. Argument
  • D. Feit

Slide 39 - Tekstslide

Stelling
  • Mensen worden asocialer door smartphones. Ik ben voor/tegen deze stelling omdat.....

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag
Maken:
- alle opdrachten van H1.1
- alle opdrachten van H1.2
- alle opdrachten van H1.3
- alle opdrachten van H1.4
- Alle opdrachten van H1.5 


Slide 41 - Tekstslide