Unit 2 - Recap Unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

I- k weet welke grammatica er van mij gevraagd wordt, kan deze uitleggen, begrijpen en toepassen in de zin.

- Ik heb geoefend met de stof voor het proefwerk.

- Ik heb mijn laatste vragen gesteld over/voor het proefwerk

Maak het juiste meervoud:

One tomato → six ......

Maak het juiste meervoud:

One large pizza → two large ...

Maak het juiste meervoud:

One bee → a swarm of ...

Maak het juiste meervoud:

One church → two ...

Maak het juiste meervoud:

One kiss → three ...

Maak het juiste meervoud:

One popular candy → five popular ...

Maak het juiste meervoud:

One life → hundreds of ....

Maak het juiste meervoud:

One sheriff → two ...

Maak het juiste meervoud:

One woman → a group of ...

Maak het juiste meervoud:

One unread email → nine unread ....

Ik at een oliebol

i  - a

e - o 

	Dichtbij	Verweg
1	Th i s	Th a t
2+	Th e se	Th o se

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

I never go to .....
shop over there. It's too expensive

1. this
2. that
3. these
4. those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Look at ..... T-shirt here! It's really cool!

1. this
2. that
3. these
4. those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Are ... your shoes outside?

1. this
2. that
3. these
4. those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Are ..... your glasses on the table here?

1. this
2. that
3. these
4. those

Schrijf de tijden op en laat ze nakijken door je docent!

Het is half twaalf.

1. It's half past eleven.
2. It's half past twelve.

Het is kwart over vier.

1. It's a quarter to four.
2. It's a quarter past four.

Het is zeven uur.

1. It's seven hours.
2. It's seven o'clock.

Het is vijf over half vier.

1. It's twenty-five to four.
2. It's five past half past four.

https:

https:

https:

https:

Vul de present simple in:

They never ..... (to eat) their vegetables.

Vul de present simple in:

I don’t like this coffee because it ...... (to taste) bitter.

Vul de present simple in:

Your grandma always ..... (to order) tomato soup.

Vul de present simple in:

My parents often ..... (to make) mashed potatoes.

Wat hebben wij vandaag geleerd?

Vragen?