In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Je détèste ranger ma chambre
Slide 1 - Tekstslide
Qu'est-ce qu'on va faire?
les mots
corriger les exercices
grammaire
au travail!
Slide 2 - Tekstslide
au nord =
Slide 3 - Open vraag
lourd =
Slide 4 - Open vraag
au printemps =
Slide 5 - Open vraag
pauvre =
Slide 6 - Open vraag
l'enfant =
Slide 7 - Open vraag
froid =
Slide 8 - Open vraag
sortir le chien =
Slide 9 - Open vraag
nul =
Slide 10 - Open vraag
affreux =
Slide 11 - Open vraag
chanter =
Slide 12 - Open vraag
sterk =
Slide 13 - Open vraag
te laat =
Slide 14 - Open vraag
zonder =
Slide 15 - Open vraag
Qu'est-ce que tu vas faire demain?
Slide 16 - Open vraag
Demain matin, je vais faire la grasse matinée. =
Slide 17 - Open vraag
Qu'est-ce que tu aimes faire? =
Slide 18 - Open vraag
ik vind het leuk om naar de bioscoop te gaan =
Slide 19 - Open vraag
Je détèste ranger ma chambre =
Slide 20 - Open vraag
Schrijfopdracht 1:
Bonjour!
Qu'est-ce que tu fais le weekend? Moi, le matin, je fais la grasse matinée. Et après je regarde des séries sur Netflix. Quelle est ta série préférée? Moi, je déteste sortir le chien. Qu'est-ce que tu n'aimes pas faire?
Slide 21 - Tekstslide
Formuleer antwoorden in het Frans op de volgende vragen en leer deze voor de toets
1. Qu'est-ce que tu veux faire samedi?
2. Et vendredi?
3. On va manger où?
4. Quelle est ta série préférée?
5. Qu'est-ce que tu n'aimes pas faire?
6. Pourquoi tu n'aimes pas?
Slide 22 - Tekstslide
on va corriger
Blz. 76
Exercice 22+23+25
Slide 23 - Tekstslide
Le grammaire
maak aantekeningen
Slide 24 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden op -ir
finir = eindigen
choisir = kiezen
réfléchir = nadenken
réussir = slagen (examen)
remplir = invullen
grandir = groeien
rougir = blozen
Slide 25 - Tekstslide
Stap 1: Stam maken
-ir
Finir --> fin
Grandir --> grand
Slide 26 - Tekstslide
Stap 2: De uitgang erachter plakken
Je + is je choisis
Tu + is tu choisis
il/elle/on + it il/elle/on choisit
Nous + issons nous choisissons
Vous + issez vous choisissez
Ils/elles + issent ils/elle choisissent
Slide 27 - Tekstslide
Passé composé
Voltooid deelwoord eindigt op een i
J'ai choisi
Nous avons rempli
Tu as réussi
Slide 28 - Tekstslide
Oefenen!
(eindigen) Je - présent = ..................
(slagen) nous - passé composé = ................ ...................
(blozen) ils - présent = ........................
(kiezen) on - passé composé = ................ ...............