Cours v2b le mardi 21 avril 2020

Cours du mardi 21 avril
Leerdoelen
je eigen fouten kunnen  herkennen in de schrijfoefening van vorige week

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Cours du mardi 21 avril
Leerdoelen
je eigen fouten kunnen  herkennen in de schrijfoefening van vorige week

Slide 1 - Tekstslide

Algemene opmerkingen
Werkwoorden vervoegen. Dus niet : je habiter, je faire mes devoirs
Onthoud goed welke zelfst. naamwoorden masculin/fém. zijn
Let op de vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Gebruik de juiste tijden.
Bijv: wij hebben gezwommen =  nous avons fait de la natation
Veel slordigheden: bijv, het ontbreken van een hoofdletter voor een land; lidwoord niet gebruikt:


Slide 2 - Tekstslide

QUIZ
We gaan een quiz maken
Start de app: LessonUp
Houd je microfoon gedempt, tenzij je een vraag hebt
De code voor LessonUp staat linksonder
De Quiz bestaat uit 13 vragen
Wij gaan beginnen!

Slide 3 - Tekstslide

Bezittellijk voornaamwoord (p. 138)
Mijn kamer is op zolder

timer
1:00
A
Mon chambre est au grenier
B
Ma chambre est au grenier

Slide 4 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwrd (p. 138)
Mijn idool is ...
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
Mon idole est
B
Ma idole est

Slide 5 - Quizvraag


Ik zit in de 2e klas
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
Je suis en 2eme
B
Je suis dans la 2eme

Slide 6 - Quizvraag

Delend lidwoord - hoeveelheidswoord (p. 134)
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
Je mange beaucoup spaghetti
B
Je mange beaucoup de spaghetti

Slide 7 - Quizvraag

Ontkenning (p. 140)
Welke zin is goed?

timer
1:00
A
Je n'ai pas un idole
B
Je n'ai pas d'idole

Slide 8 - Quizvraag

Hulpwerkwoord être (p. 146)
Welke zin is goed?
Waarom?
timer
1:00
A
(Sylvie) Je suis allée en Croatie
B
(Sylvie) Je suis allé en Croatie

Slide 9 - Quizvraag

Être of avoir? (p 146)
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
Je suis été en vacances en Turquie
B
J'ai été en vacances en Turquie

Slide 10 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord p. 135
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
J'ai les cheveux brun
B
J'ai les cheveux bruns

Slide 11 - Quizvraag

Het bepaald lidwoord (p. 133)
Mijn lievelingskleur is oranje
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
Ma couleur préférée, c'est orange
B
Ma couleur préférée est l'orange

Slide 12 - Quizvraag

Ik ben op vakantie naar Turkije gegaan (p. 133)
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
J'ai été en vacances à la Turquie
B
J'ai été en vacances en Turquie

Slide 13 - Quizvraag

Delend lidwoord (p. 134)
Ik heb huisdieren
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
J' ai animaux domestiques
B
J'ai les animaux domestiques
C
J' ai des animaux domestiques

Slide 14 - Quizvraag

Telwoorden & rangtelwoorden
(pp. 141-142)
Welke zin is goed?
timer
1:00
A
Mon anniversaire est le dix août
B
Mon anniversaire est le dixième août

Slide 15 - Quizvraag

Afsluiting
Ik ga jullie werk corrigeren
Ik ga aan ieder van jullie tips geven om je schrijfvaardigheid te verbeteren

Slide 16 - Tekstslide