In de buurt van een donker bos, niet ver van het dorp vandaan, hoedde een jongeman de schapen van zijn meester.
Al snel begon de jongen zich te vervelen.
W2
Slide 2 - Tekstslide
Hij had namelijk niets anders te doen, dan op zijn fluit blazen of met zijn hond praten.
W3
Slide 3 - Tekstslide
Op een dag keek hij opnieuw verveeld naar zijn schapen en het stille woud, en dacht in zichzelf: ‘Wat zou ik doen als ik een wolf zou zien?’ Hierop kreeg hij een ideetje om zichzelf te amuseren.
W4
Slide 4 - Tekstslide
Zijn meester had hem verteld dat, mochten zijn schapen aangevallen worden door een wolf, hij onmiddellijk hulp moest zoeken bij de dorpelingen. Zij zouden dan de wolf wegjagen.
W5
Slide 5 - Tekstslide
En hoewel hij nog niet eens iets had gezien dat op een wolf leek, begon hij toch naar het dorp te rennen en schreeuwde: ‘Wolf! Wolf!’
W6
Slide 6 - Tekstslide
Zoals verwacht legden de dorpelingen gelijk het werk neer om hem te komen helpen, maar toen ze bij het stuk weiland aankwamen, was er geen wolf te bekennen. Ze troffen alleen de jongen aan, dubbel van het lachen.
W7
Slide 7 - Tekstslide
Een paar dagen later rende de jongeman opnieuw naar het dorp en riep: ‘Wolf! Wolf!’ Opnieuw spoedden de dorpelingen hem te hulp en opnieuw lachte de jongen ze uit.
W8
Slide 8 - Tekstslide
Toen op een avond de zon onderging en de schaduwen van de bomen zich op het weiland toonden, sprong er ineens een wolf uit de bosjes, die de schapen begon aan te vallen. In doodsangst rende de jongeman naar het dorp en riep: ‘Wolf! Wolf!’
W9
Slide 9 - Tekstslide
Maar hoewel de dorpelingen zijn smeekbedes hoorden, schoten ze hem niet te hulp. ‘Hij neemt ons niet weer in de maling’, zeiden ze tegen elkaar.
W10
Slide 10 - Tekstslide
En hierdoor werden een heleboel schapen van de jongeman opgegeten door de wolf.
Lesduur is: 15 min
