2.1 Voedingsmiddelen en Voedingsstoffen

2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voedingsmiddelen 
  • Voedingsstoffen
  • Taken van elke voedingsstof
  • Waar zitten deze stoffen in?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen;
  • Je kunt 6 groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen; 


Slide 3 - Tekstslide

Voedingsmiddelen
  • Iets wat je kunt eten/drinken. Waarom?
  • Voedingsmiddelen kunnen dierlijk of plantaardig zijn. 
  • Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen

Slide 4 - Tekstslide



Wat zijn voedingsstoffen en waarom zijn ze essentieel voor ons lichaam? Geef voorbeelden van verschillende soorten voedingsstoffen.

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Slide 7 - Tekstslide

Water is ..
A
een voedingsmiddel
B
een voedingsstof
C
beide
D
geen van beide

Slide 8 - Quizvraag

Chips is een ... product
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Mix
D
Overig

Slide 9 - Quizvraag

Zout is een ... product
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Mix
D
Overig

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de voedingstoffen? Geef voorbeelden per functie.

Slide 11 - Woordweb

Waarvoor gebruiken we eten?

  • Bouwstof
  • Energie
  • Reserve
  • Bescherming




Slide 12 - Tekstslide

Eiwitten
  • Bouwstoffen: 
      vorming cytoplasma -> vloeistof in de cel/ 
      spieropbouw
      afvoer het water uit je lichaam
  • Brandstoffen  
  • Reservestoffen

Slide 13 - Tekstslide

Eiwitten
Koolhydraten

Slide 14 - Tekstslide

Koolhydraten


  • Brandstoffen
  • Bouwstoffen
  • Reservestoffen 
       in de vorm van glycogeen (mens)
       en zetmeel (plant) 
suikers(glucose)
zetmeel 
glycogeen 

Slide 15 - Tekstslide

Vetten
  • Brandstoffen
  • Bouwstoffen
  • Reservestoffen (meer koolhydraten-> omgezet naar vetten
       Onder je huid en tussen organen

Slide 16 - Tekstslide

Water
Je lichaam -> ongeveer 60% water

  • Bouwstof

        Vervoeren van stoffen  

Slide 17 - Tekstslide

Water
Vetten

Slide 18 - Tekstslide

Vitaminen
  • Bouwstof
       belangrijk voor zicht 
       opbouw huid
       zenuwstelsel
  • Beschermende stof
Letters
A, B, C, D en K  

Slide 19 - Tekstslide

Mineralen
Vitamines

Slide 20 - Tekstslide

Mineralen (zouten)
  • Bouwstof
        Calcium in beenderen 

  • Beschermende stof



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Vezels
  • Het is geen voedingsstof!
  • Plantaardige stof die lichaam niet kan verteren
  • Laat darmen goed werken
  • Goed tegen hartziekten en diabetes  

Slide 23 - Tekstslide

Kwartetspel
1. Verzamel kwartetten door voedselgroepen of voedingsstoffen te verzamelen met de kaarten die je hebt.
2. Vraag een medespeler om een specifieke kaart die je nodig hebt om een kwartet te maken.
3. Vorm kwartetten door alle kaarten van een bepaalde voedselgroep of voedingsstof te verzamelen.
4. Leg een kwartet opzij en vraag om een andere kaart als je een volledig kwartet hebt verzameld.
5. De speler met de meeste kwartetten wint het spel.

timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Afronding het spel
1. Welke voedingsstoffen worden vaak geassocieerd met ieder voedsel in het kwartetspel? Kun je uitleggen waarom deze voedingsstoffen belangrijk zijn voor ons lichaam?
2. Zijn er voedingsmiddelen in het kwartetspel die meerdere voedingsstoffen bevatten? Zo ja, kun je er een noemen en de verschillende voedingsstoffen benoemen die het bevat?

timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
- lees paragraaf 2.1 voedingsmiddelen en voedingsstoffen 
- paragraaf 2.1: opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 11

Slide 26 - Tekstslide

Vetten
Eiwitten
Koolhydraten
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 27 - Sleepvraag

Welke voedingstof kan de minste taken uitvoeren?
A
Eiwit
B
Koolhydraat
C
Vet
D
Water

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een bron van eiwitten?
A
Vlees
B
Fruit
C
Water
D
Brood

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een goede eigenschap van voedingsvezels?
A
Ze helpen infectieziekten tegengaan.
B
Ze voorkomen verstopping.
C
Ze helpen bij de bloedstolling.
D
Ze verbeteren de nierwerking.

Slide 30 - Quizvraag

Alle voedingsstoffen zijn........
A
brandstoffen
B
reservestoffen
C
bouwstoffen
D
beschermende stoffen

Slide 31 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
Koolhydraten
B
Koolhydraten en vetten
C
Vetten en eiwitten
D
Koolhydraten, vetten en eiwitten

Slide 32 - Quizvraag