Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenen so Kap.3
Uhrzeiten
Wie spät ist es?
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
50 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Uhrzeiten
Wie spät ist es?
Slide 1 - Tekstslide
Let op!
Ein
Uhr
Viertel nach/vor
eins
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wie spät ist es?
Bij de opdrachten over tijd kun je de volgende vragen krijgen:
1. WIE SPäT IST ES? (hoe laat is het?) of
2. WIE SPäT FäNGT ... AN? (hoe laat begint...?)
Je antwoordt als volgt:
1. Es ist ....... (Het is ...)
2. Um ....... (Om ...)
Slide 4 - Tekstslide
Wie spät ist es?
Es ist ....
Slide 5 - Open vraag
Wie spät ist es?
Es ist...
Slide 6 - Open vraag
Wie spät ist es?
Es ist...
Slide 7 - Open vraag
Wie spät ist es?
Es ist...
Slide 8 - Open vraag
Wie spät ist es?
Es ist..
Slide 9 - Open vraag
Wie spät ist es?
Es ist..
Slide 10 - Open vraag
Wie spät ist es?
Slide 11 - Open vraag
Wie spät ist es?
Slide 12 - Open vraag
Wie spät ist es?
Slide 13 - Open vraag
Wie spät ist es?
Slide 14 - Open vraag
Wie spät ist es?
Slide 15 - Open vraag
halb
Stunde
kwart voor
Viertel nach
Uhr
half
uur
Viertel vor
kwart over
Slide 16 - Sleepvraag
A
Es ist halb zwei
B
Es ist halb nach zwei
C
Es ist halb nach eins
D
Es ist halb eins
Slide 17 - Quizvraag
A
Es ist Viertel nach 3
B
Es ist Viertel vor 3
C
Es ist Viertel nach 4
D
Es ist Viertel vor 4
Slide 18 - Quizvraag
A
Es ist Viertel nach 7
B
Es ist Viertel vor 7
C
Es ist zehn vor 7
D
Es ist halb 7
Slide 19 - Quizvraag
A
Es ist halb elf
B
Es ist zehn nach halb elf
C
Es ist zwanzig vor elf
D
Es ist Viertel vor elf
Slide 20 - Quizvraag
Woordjes
Slide 21 - Tekstslide
die Note
A
de noot
B
de toets
C
het cijfer
D
de muziek
Slide 22 - Quizvraag
das Heft
A
het schrift
B
de pen
C
het boek
D
het potlood
Slide 23 - Quizvraag
die Hausaufgaben
A
de huishoudelijke klusjes
B
het huiswerk
C
het leerwerk
D
de huisopdrachten
Slide 24 - Quizvraag
spät
A
spontaan
B
wakker
C
moe
D
laat
Slide 25 - Quizvraag
geschiedenis
A
Kunst
B
Gesichte
C
Mathe
D
Geschichte
Slide 26 - Quizvraag
Vertaal: Nederlands
Slide 27 - Open vraag
Vertaal: frans
Slide 28 - Open vraag
Vertaal: natuurkunde
Slide 29 - Open vraag
HAVO
Het gedeelte wat hierna komt is voor havo!
Slide 30 - Tekstslide
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
mogen (toestemming)
können
kunnen
mögen
houden van, lusten
müssen
moeten (noodzaak)
sollen
moeten (opdracht, bevel, de wil van een ander)
wollen
willen
wissen
weten
Slide 31 - Tekstslide
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
sollen
kunnen
mogen, toestemming hebben
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
leuk vinden, lusten, aardig vinden
willen
wollen
mögen
dürfen
können
Slide 32 - Sleepvraag
modale werkwoorden
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
ich
d
a
rf
k
a
nn
m
a
g
m
u
ss
soll
w
i
ll
w
eiß
du
d
a
rf-
st
k
a
nn -
st
m
a
g -
st
m
u
ss -
t
soll -
st
w
i
ll -
st
w
eiß
-
t
er/sie/es
d
a
rf
k
a
nn
m
a
g
m
u
ss
soll
w
i
ll
w
eiß
wir
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
soll -
en
woll -
en
wiss -
en
ihr
dürf -
t
könn -
t
mög -
t
müss -
t
soll -
t
woll -
t
wiss -
t
sie/Sie
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
soll -
en
woll -
en
wiss -
en
Slide 33 - Tekstslide
Modalverb
"dürfen"
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 34 - Sleepvraag
Modalverb
"wissen"
weiß
weißt
weiß
wissen
wisst
wissen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 35 - Sleepvraag
Modalverb
"müssen"
muss
musst
muss
müssen
müsst
müssen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 36 - Sleepvraag
Modalverb
"können"
kann
kannst
kann
können
könnt
können
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 37 - Sleepvraag
Modalverb
"wollen"
will
willst
will
wollen
wollt
wollen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 38 - Sleepvraag
Modalverb
"sollen"
soll
sollst
soll
sollen
sollt
sollen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 39 - Sleepvraag
Modalverb
"mögen"
mag
magst
mag
mögen
mögt
mögen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 40 - Sleepvraag
Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 41 - Sleepvraag
(wollen)
Du _____ keine Hausaufgaben machen.
A
woll
B
will
C
willst
D
wollst
Slide 42 - Quizvraag
(wissen)
Er ___ nicht, ob er heute noch kommt.
A
wiss
B
wisst
C
weißt
D
weiß
Slide 43 - Quizvraag
Möchten...."de vreemde eend in de bijt".
Slide 44 - Tekstslide
Möchten = zou graag willen
Möchten is een vriendelijkere -/beleefdere vorm van willen. Deze vorm wordt in het Duits veel gebruikt als je iets wilt hebben.
Beispiel (voorbeeld):
Ich
möchte
gerne ein Eis haben.
Slide 45 - Tekstslide
Möchten = zou graag willen
ich möchte
du möcht
e
st
er/sie/es möcht
e
wir möchten
ihr möcht
e
t
sie/Sie möchten
Slide 46 - Tekstslide
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchte
möchten
möchten
möchtet
Slide 47 - Sleepvraag
_________ du eine Cola?
Slide 48 - Open vraag
Wir ________ eine Cola bitte!
Slide 49 - Open vraag
Was _______ er?
Slide 50 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Goethe 19.11.
Oktober 2023
- Les met
28 slides
a
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V4 3.4. mod ww tt, Lesen
Maart 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Les 18
April 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Modalverben
Mei 2024
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Kapitel 8 B Modalverben sollen, wollen, mögen, möchten
April 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Modalverben plus wissen und möchten (ohne sollen)
December 2023
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3VWO Modale werkwoorden
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Anne Frank, ihr kurzes Leben
September 2022
- Les met
15 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Primary Education
Secondary Education
Age 11-13
Anne Frank House