18e eeuw Verlichting

18e eeuw Verlichting
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

18e eeuw Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Wat is verlichting?

Slide 2 - Woordweb

SAMENLEVING

  •  Verspreiding van kennis en wetenschap, verlichting van de duistere middeleeuwen.
  •  Gebruik van het gezonde verstand.
  •  Basis voor voor democratie, vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid.
  • Vrijheid, gelijkheid, broederschap→Engels en Franse denkers: liberté, egalité,
  • fraternité (Franse revolutie 14 juli 1789)

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent de term ‘verlichting’ in de 18e eeuw?
A
Rede, vrijheid en geluk
B
Tegenovergestelde van duister
C
Minder zwaar
D
Zonneschijn

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer begint de verlichting en hoe lang duurt de stroming ongeveer?

Slide 5 - Open vraag

ONDERWIJS EN WETENSCHAP
VERLICHTINGSIDEEEN
  • De mens moet onderwezen worden
  • De mens moet zijn verstand gebruiken, dan zal hij goed doen en verdraagzaamzijn
  • Alles moet beredeneerd worden m.b.v. helder en kritisch verstand
  • De mens moet opgevoed worden
  •  Literatuur is didactisch
  • De ideeën waren optimistisch, geloof in vooruitgang en de samenleving was maakbaar.

Slide 6 - Tekstslide







Noem drie verlichtingsideeën: per idee een woord.

Slide 7 - Woordweb

DE SCHRIJVER ALS LERAAR
  • Opvoeden tot een rederlijk denkend wezen
  •  Wijze lessen in proza voor burgers
  •  Belangijke literaire vorm (proza)→ verlichtingsideeën verspreiden onder een groot publiek

Slide 8 - Tekstslide

LITERATUUR: PROZA (ROMAN)
  • Proza dé vorm van verzonnen verhaal, omdat het een groot lezerspubliek   aansprak.
  • In Nederland de eerste roman: De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart.
  • Briefroman→ verhaal verteld in brieven door verschillende personages, vooral bij vrouwen populair.
  • Opvoedkundig

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De briefroman staat aan de basis van de roman zoals we die nu kennen.
waar niet of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De briefroman heeft een alwetende verteller? waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Welk perspectief wordt er gebruikt in de briefroman?

Slide 13 - Open vraag

Welke suggestie wekt de briefroman?
A
Dat het om een liefdesverhaal gaat
B
Dat het echt is gebeurd

Slide 14 - Quizvraag

Welke beroemde Nederlandse roman heb je gehoord?

Slide 15 - Open vraag

Wie waren de schrijfsters?

Slide 16 - Open vraag

Bij wie waren de briefromans vooral populair?
A
vrouwen
B
mannen
C
kinderen

Slide 17 - Quizvraag

IMAGINAIRE REISVERHALEN
Imaginair reisverhaal: men beschrijft een reis die nooit heeft plaatsgevonden. 
Populair omdat het zich goed leende voor didactische doeleinden: reis door verzonnen landen met verschillende bestuursvormen en gewoontes
Nadruk op handelingen verloop, weinig
psychologische uitwerking 
◦ (filosofische) ideeën werden op een aantrekkelijke
manier aan het publiek gepresenteerd. Doel:
maatschappijkritiek leveren 
◦ Bijvoorbeeld: Reize door het Aapenland waarin in J.A.
Schasz kritiek leverde op de Hollandse politiek.
• Twee soorten:
1. Utopie (ideale wereld)
2. Robinsonade (overleven door verstand), naar Robinson Crusoe

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke twee soorten reisverhalen ken je?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het doel van de robinsonade?

Slide 21 - Open vraag

Noem kenmerken van een imaginair reisverhaal.

Slide 22 - Open vraag

Waarom waren deze verhalen in de verlichting zo populair?
A
het waren spannende verhalen waarbij je lekker kon wegdromen.
B
Er waren leuke toneelstukken van.
C
ze vormden ideeën hoe de samenleving eruit kan zien
D
ze waren lekker goedkoop zodat iedereen ze kon lezen.

Slide 23 - Quizvraag

LITERATUUR: ENCYCLOPEDIE
  • Verstand is de enige betrouwbare bron
  • Kennis over de hele wereld (voor zover men die tot dan toe kende)
  • Overzichtelijk geordend
  • Kennis werd verspreid door te lezen, maar ook doordat erover gesproken werd
  • Eerste encyclopedie door Denis Diderot

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

LITERATUUR: HOLLANDSE SPECTATOR
Justus van Effen
◦ Opvattingen over goede smaak en publieke moraal;
verlichtingsideeën
◦ Vlotte leesbare stijl met een zekere diepgang.
◦ Zedelijke verbetering van de bestaande orde

Slide 26 - Tekstslide

Welke verschillende tijdschriften zijn er tijdens de verlichting?
A
satirische bladen
B
geleerden tijdschriften
C
spectatoriale tijdschriften
D
allemaal

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van de spectatoriale tijdschriften?

Slide 28 - Open vraag

LITERATUUR: KINDERLITERATUUR
  • Verlichtingsthema’s: opvoeding en onderwijs
  • Hieronymus van Alphen: Proeve van kleine gedigten voor kinderen.
  • Aansluiten bij de kinderleefwereld
  • Pedagogisch

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wanneer worden de kinderboeken populair?

Slide 31 - Open vraag

Wat is het doel van kinderliteratuur?
A
zeggen wat je fout doet
B
lekker lezen
C
opvoeden
D
zeggen wat je goed doet

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het bekendste kinderboek in de Nederlandse literatuur

Slide 33 - Open vraag







Welke soorten kinderboeken heb je nog meer gehoord?

Slide 34 - Woordweb

Waren de kinderboeken voor alle kinderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag





Leg je antwoord op de vorige vraag uit.

Slide 36 - Woordweb