bloedsomloop

Hart- en bloedvatenstelsel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Hart- en bloedvatenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Het bloedvatenstelsel is:
A
De weg die het bloed door het lichaam aflegt.
B
Het hart en de bloedvaten.

Slide 2 - Quizvraag

Samenstelling bloed

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling bloed
bloedplasma
rode bloedcellen
witte bloedcellen
bloedplaatjes

Slide 4 - Tekstslide

SAMENSTELLING BLOED

Slide 5 - Tekstslide

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma
  • In het bloedplasma zitten eiwitten (7%)
  • Het bloedplasma vervoert veel stofjes (bloedcellen, opgeloste stoffen, ..)
  • Verdeelt warmte over het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Bloedcellen
Rode bloedcellen:
Vervoeren zuurstof, geven kleur aan je bloed

Witte bloedcellen:
Beschermen je lichaam tegen ziekteverwekkers

Bloedplaatjes:
Zorgen dat het bloed stolt om een korstje te maken.

Slide 7 - Tekstslide

Bloedgroepen
Bloedgroep: wordt bepaald door de rode bloedcellen
  • De antigenen op de bloedcel bepalen de bloedgroep

Er zijn twee indelingen:
  • AB0-systeem
  • Rhesus-bloedgroepensysteem

Slide 8 - Tekstslide

Bloedgroepen
Er zijn 4 soorten bloedgroepen:
A
 B 
AB
O
MAAR verdubbelen zich door Rhesusfactor (+ of -)

Slide 9 - Tekstslide

Antistoffen in het bloed
Elke bloedgroep heeft de antistoffen in het bloed tegen de antigenen die er niet zijn. Dit is aangeboren.




Slide 10 - Tekstslide

Patiënt X heeft bloedgroep B. Welk donor bloed kan deze patiënt WEL of juist NIET ontvangen?
WEL
NIET
Donorbloed met bloedgroep A
Donorbloed met bloedgroep B
Donorbloed met bloedgroep AB
Donorbloed met bloedgroep 0

Slide 11 - Sleepvraag

Bloedgroep O kan ontvangen van:
Bloedgroep A kan ontvangen van:
Bloedgroep AB kan geven aan:
Bloedgroep B kan geven aan:


bloedgroep O en A


bloedgroep o


bloedgroep AB


bloedgroep B en AB

Slide 12 - Sleepvraag

Van wie kan je bloed krijgen
bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Van
Van B
Van O
Van  AB
Van
Van B
Van O
Van O
Van O

Slide 13 - Sleepvraag

  • Bloedgroep AB = universele acceptor
  • Bloedgroep O = universele donor

Slide 14 - Tekstslide

bloedvaten
rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm

Slide 15 - Tekstslide

Slagaders
  • Aorta: grootste slagader en begint bij het hart
  • Kransslagaders


Slide 16 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Grote bloedsomloop = Hart, hele lichaam, hart
Kleine bloedsomloop = Hart, longen, hart

Slagaders = ALTIJD van het hart af. Dikke elastische wanden want de druk is hoog. (Op de longslagader na, altijd zuurstof rijk)
Aders = Dunner. Bevatten kleppen om het bloed omhoog te wippen en ALTIJD naar het hart toe. (Op de longader na, altijd zuurstof arm.

Slide 17 - Tekstslide

Slagaders en aders
Slagaders: vervoeren bloed met zuurstof van het hart naar de organen toe

Aders: vervoeren bloed met koolstofdioxide van de organen naar het hart

Slide 18 - Tekstslide

Slagaders

  • Naar organen toe
  • komt van het hart
  • Bloed stroomt snel
  • Dikke, gespierde wanden
  • hartslag voelbaar
grote bldsomloop (O² rijk)
kleine bldsomloop (O² arm)
Aders

  • Van organen af
  • gaat naar het hart
  • geen hartslag voelbaar
  • Bloed stroomt langzaam
  • Dunne wanden
  • Kleppen
grote bldsomloop (O² arm)
kleine bldsomloop (O² rijk)

Slide 19 - Tekstslide

Haarvaten
  • Bloed stroomt langzaam
  • Lage bloeddruk
  • van slagader naar ader
  • Dunne wanden met gaatjes
  • Cellen krijgen zuurstof en voedingsstoffen van haarvaten en geven koolstofdioxide en afvalstoffen terug

Slide 20 - Tekstslide

Ader
Slagader
Haarvat
Dikke, stevige, elastische wand.
Bevat kleppen
Bevat (bijna) geen kleppen
Dunne minder elastiche wand.
Hierin stroomt bloed van het orgaan naar het hart.
Hierin stroomt bloed van het hart naar het orgaan.
Liggen minder diep in het lichaam.
Liggen dieper in het lichaam.
Wand is 1 cel laag dik.
Sterk afnemende bloeddruk.
Vormen in een orgaan een haarvatennet.

Slide 21 - Sleepvraag

4

Slide 22 - Video

De bouw van het hart

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

00:41
Wat voeren de kransslagaders
aan naar het hart?

Slide 25 - Open vraag

00:55
Hoe heten de holle ruimtes
in het hart?
A
Boezems bovenin & kamers onderin
B
Boezems onderin & kamers bovenin
C
Kamers links & boezems rechts
D
Kamers rechts & boezems links

Slide 26 - Quizvraag

01:32
Welke ruimte heeft de dikste wand?
A
Rechterboezem
B
Linkerboezem
C
Rechterkamer
D
Linkerkamer

Slide 27 - Quizvraag

02:07
Wat is de functie van de kleppen
in het hart?

Slide 28 - Open vraag

Het Hart
De werking van het hart in drie fasen. 
  1. Samentrekken van de boezems. 
  2. Samentrekken van de kamers. 
  3. Hartpauze.

Rechter Boezem
Vanuit de holle ader loopt de rechter boezem vol met bloed.
Dit bloed bevat veel afvalstoffen.
Dit bloed is zuurstof arm.
Linker Boezem
Vanuit de longaders stroomt de linker boezem vol met bloed.
Dit bloed is zuurstof rijk.
Rechter Kamer
De rechter kamer bevat zuurstof arm bloed.

De rechterkamer is het begin van de kleine bloedsomloop.
(Hart-Longen-Hart)
Linker Kamer
De linker kamer bevat zuurstof rijk bloed.

De linker kamer is het begin van de grote bloedsomloop. 
(Hart-alle organen-Hart)

De linker kamer heeft de dikste wand (spierlaag).
Aorta
De Aorta is de grootste en belangrijkste slagader in je lichaam.

De Aorta bevat zuurstof rijk bloed.

Het bloed stroomt vanuit de linker kamer de Aorta in.

De Aorta is niet vernoemt naar 1 orgaan. 
Het laat het bloed als een brede snelweg door je lichaam stromen. 
Aan deze Aorta (snelweg) zitten heel veel slagaders vast. 

Bovenste Holle Ader
De bovenste holle ader bevat zuurstof arm bloed.
 
Zuurstof arm bloed met afvalstoffen vanuit hoofd en armen worden hier verzameld.

De bovenste holle ader is niet vernoemd naar een orgaan. 
Aan de holle ader zitten verschillende aderen vast.
Deze ader laat het bloed als een snelweg door je lichaam, terugstromen naar het hart.

De bovenste holle ader laat het bloed in de rechter boezem stromen.
Onderste Holle Ader
De onderste holle ader bevat zuurstof arm bloed.

Zuurstof arm bloed met afvalstoffen vanuit de romp en benen worden hier verzameld.
De holle ader is niet vernoemd naar 1 orgaan. Aan de holle ader zitten verschillende aderen vast. 

De holle ader laat het bloed als een snelweg door je lichaam, terugstromen naar je hart.

De onderste holle ader laat het bloed in de rechter boezem stromen.
Longslagader
De longslagader bevat zuurstof arm bloed.
De longslagader is de enige slagader die zuurstof arm bloed bevat.

De longslagader brengt het bloed van de rechter kamer naar de longen.
Longader
De longader bevat zuurstof rijk bloed.
De longader is de enige ader met zuurstof rijk bloed.

In de longader stroomt bloed van de longen naar de linker boezem.

Extra: 
Als je goed kijkt zie je er twee! Vraag je eens af waarom!

Slide 29 - Tekstslide

Boezems 
  • Ontvangen het bloed 
  • Rechterboezem vanuit het lichaam 
  • Linkerboezem vanuit de longen 
 
Kamers 
  • Pompen het bloed het hart uit 
 
  • Linkerkamer naar het lichaam 
  • Rechterkamer naar de longen 
 
  • Linkerkamer heeft een dikkere wand 
  • Linkerkamer is groter 

Slide 30 - Tekstslide

Aorta
Rechter boezem
Bovenste holle ader
rechter kamer
Longslagader
Linker kamer
Linker boezem

Slide 31 - Sleepvraag

Het hart hoort niet bij het bloedvatenstelsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze bloedvaten hebben kleppen
A
slagaders
B
haarvaten
C
Aders

Slide 33 - Quizvraag

Wat is o.a. de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof naar het hart brengen
B
Zuurstof bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
= longen

Alleen de longen 
  • Van rechterkamer naar de longen 
  • Van longen naar de linkerboezem
Longslagader 
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 
Longader
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 

Slide 36 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
= lichaam

Het hele lichaam, behalve de longen 

  • Van linkerkamer naar het lichaam 
  • Van lichaam naar de rechterboezem 

Slagaders
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 
Aders
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 

Slide 37 - Tekstslide

Hartritme
-Bestaat uit 3 fasen:
- Boezemsystole = Samengetrokken -> bloed naar kamers

- Kamersystole = Samengetrokken -> Bloed stroomt lichaam in

- Diastole = Rust fase -> bloed in de boezems

Slide 38 - Tekstslide

Hartpauze, bloed stroomt het hart in
vanuit de aders.
De boezems trekken samen, 
bloed gaat de kamers in.
De kamers trekken samen, 
bloed gaat de slagaders in.

Slide 39 - Sleepvraag

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
'Dunne' wand, weinig gespierd
Vervoert bloed 
van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 40 - Sleepvraag

Wat begrijp je echt al goed?

Slide 41 - Open vraag