5 Kabinet en regering

5 Kabinet en regering
1. Hoe wordt een kabinet (ministers + staatssecretarissen) gevormd?
2. Welke taken heeft de regering en welke rol speelt de koning daarbij?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5 Kabinet en regering
1. Hoe wordt een kabinet (ministers + staatssecretarissen) gevormd?
2. Welke taken heeft de regering en welke rol speelt de koning daarbij?

Slide 1 - Tekstslide

Kabinetsformatie 
Het kabinet = alle ministers + staatssecretarissen 
Staatssecretarissen zijn ambtenaren die hen helpen

Na de verkiezingen is duidelijk hoeveel zetels de verschillende politieke partijen hebben gewonnen.  Dan begint de kabinetsformatie: het vormen van een kabinet. 
Welke partijen kunnen en willen samenwerken?

Slide 2 - Tekstslide

kabinetsformatie
de grootste partij zoekt vaak andere partijen om mee samen te werken. Die samenwerking van 2 of meer partijen noemen we de coalitie.
Het is in Nederland nog nooit gebeurd dat 1 partij meer dan 50% van alle stemmen had en dus alleen kon regeren.

Slide 3 - Tekstslide

kabinetsformatie
om samen te werken moet er aan 2 voorwaarden worden voldaan:
1. de partijen moeten in het in grote lijnen eens zijn over hun plannen.
2. De partijen samen moeten meer dan de helft van de zetels hebben in de 2e kamer (dus minsten 76) anders worden hun wetten nooit goedgekeurd.

Slide 4 - Tekstslide

Fases van de formatie
1. Onderzoeksfase -> de 2e kamer benoemt de informateur. Hij gaat met alle partijen praten om te kijken welke misschien samen willen gaan werken.
2. Informatie -> partijen die samen willen werken stellen hun plannen op voor de komende 4 jaar. Dit is het regeerakkoord.
3. Formatie -> de 2e kamer benoemt de formateur

Slide 5 - Tekstslide

Fases van de formatie
4. de beëdiging -> als de formateur alle ministers heeft gevonden wordt het nieuwe kabinet beëdigd (officieel benoemd) door de koning. Het kabinet krijgt dan de naam van de minister-president: het kabinet Rutte of zoals nu het kabinet Schoofs.

Slide 6 - Tekstslide

machtsmiddelen van het kabinet
- hun partijen hebben meer dan de helft van de zetels in de 2e kamer en zullen hun plannen dus steunen.
- ministers hebben veel deskundige ambtenaren die hen helpen
- Alle afspraken staan in het regeerakkoord, alle regeringspartijen hebben daarvoor getekend en kunnen niet zomaar afwijken
- Het kabinet kan dreigen met een kabinetscrisis

Slide 7 - Tekstslide

Taken van de ministers
Elke minister heeft een eigen afdeling, bijvoorbeeld de minister van onderwijs. Hij heeft duizenden ambtenaren die in zijn ministerie werken en waar hij leiding aan geeft.

Ministers hebben 1-2 staatssecretarissen, dit zijn een soort hulpministers.

De ministers vergaderen 1x per week met de ministerraad.
Taken: wetsvoorstellen maken, wetten uitvoeren, begroting opstellen

Slide 8 - Tekstslide

Prinsjesdag
Elk jaar op de 3e dinsdag van de maand september is het Prinsjesdag. De koning leest dan de troonrede voor:
- een overzicht van wat er afgelopen jaar is bereikt
- de plannen voor het komende jaar

Op Prinsjesdag wordt ook de miljoenennota bekend: de plannen voor het komende jaar. Een onderdeel van de miljoenennota is de rijksbegroting: overzicht van alle inkomsten en uitgaven voor komend jaar.

Slide 9 - Tekstslide

Prinsjesdag
In de dagen na Prinsjesdag houdt de 2e kamer de algemene beschouwingen: ze voeren dan debat over de plannen van de ministers en de minister-president.

Slide 10 - Tekstslide

Monarchie (koninkrijk)
Regering = koning + ministers
De koning is staatshoofd dus ook hoofd van de regering maar hij heeft eigenlijk geen macht.

Nederland is namelijk een koninkrijk met en grondwet (constitutionele monarchie) waarin de macht van de koning beperkt is door de grondwet.

Slide 11 - Tekstslide

Monarchie (koninkrijk)
Als de koning of koningin overlijdt wordt het oudste kind de troonopvolger. (erfopvolging)

Volgens de grondwet is de koning niet verantwoordelijk voor wat hij zegt en doet. Dat heet onschendbaarheid. In plaats daarvan zijn de ministers verantwoordelijk voor de daden van de koning. Dit noemen we ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 12 - Tekstslide

Monarchie (koninkrijk)
De koning moet zijn handtekening onder iedere wet zetten en mag dit niet weigeren.
Taken van de koning:
- ministers en andere politici beëdigen
- handtekening plaatsen onder alle wetten
- overleg voeren met minister-president (op de hoogte blijven)
- troonrede voorlezen
- ons land vertegenwoordigen in het buitenland (staatsbezoek)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar blz 64 en maak de begrippen van Hoofdstuk 5

Slide 14 - Tekstslide