3.5 De regering regeert

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
Maatschappijleer 
Piter Jelles !mpulse
#MIXEDSIGNALSOCIETY


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
Maatschappijleer 
Piter Jelles !mpulse
#MIXEDSIGNALSOCIETY


Slide 1 - Tekstslide

Als je gaat stemmen maak je gebruik van je ..... kiesrecht:
A
Actief
B
Passief

Slide 2 - Quizvraag

Hoofdvraag:

  • De leerling legt het verschil uit tussen regering en kabinet 
  • De leerling legt uit hoe de kabinetsvorming plaatsvindt
  • De leerling leg uit wat de rol van de koning is in de Nederlandse staat. 

  • Leervragen
  • Waaruit bestaat de regering? 
  • Waaruit bestaat het kabinet? 
  • Wie geeft leiding aan alle ministers en staatssecretarissen? 
  • Hoe wordt een kabinet gevormd? 
  • In welke stappen verloopt de kabinetsvorming? 
  • Wat is het verschil tussen de formateur en de informateur? 
  • Wat is een constitutionele monarchie
  • Waarom is de koning onschendbaar? 
  • Wat zijn de taken van de koning?

Slide 3 - Tekstslide

Doel: De leerling legt uit hoe de kabinetsvorming plaatsvindt
Leervragen

1. In welke stappen verloopt de kabinetsvorming? 
2. Wat is het verschil tussen de formateur en de informateur? 

Bron: Boek & Instructie

Slide 4 - Tekstslide

Kabinetsformatie:
Op de dag van de verkiezingen mag iedere Nederlander van 18+ stemmen. Dezelfde nacht wordt al duidelijk hoeveel zetels de politieke partijen krijgen.

Slide 5 - Tekstslide

Dan is nog niet duidelijk wie er gaan regeren. 
De partijen moeten daar over onderhandelen, dat noemen wij de kabinetsformatie. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verloop kabinetsformatie:
  1. Onderzoek:
    De informateur, meestal een ervaren politicus gaat onderzoeken met welke partijen een coalitie mogelijk is. 
  2. De informatie:
    Als ze partijen hebben gevonden die willen samenwerken, overleggen ze over oplossingen en compromissen voor hun meningsverschillen. Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar.

Slide 8 - Tekstslide

Het regeerakkoord > 
Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaren.

Slide 9 - Tekstslide

De formatie:
3. De  Tweede Kamer benoemt nu een formateur. Dat is meestal de leider van de grootste partij in het kabinet. De formateur overlegt de verdeling van de ministers en staatssecretarissen.

4. Als de posten verdeeld zijn dan wordt het nieuwe kabinet beëdigd door de koning. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De coalitie bestaat uit twee of meer partijen die samen de regering vormen. Zij moeten met elkaar afspraken maken. Alle andere partijen noem je oppositie.

Slide 12 - Tekstslide

Doel: De leerling legt het verschil uit tussen regering en kabinet 
Leervragen
1. Waaruit bestaat de regering? 

2. Waaruit bestaat het kabinet? 

3. Wie geeft leiding aan alle ministers en staatssecretarissen? 

Slide 13 - Tekstslide

Regering

Koning
+
Ministers
Kabinet

Ministers
+
Staatssecretarissen

Slide 14 - Tekstslide

De minister-president (premier) leidt het kabinet. 

Taken van het kabinet zijn: 
  • Opstellen van wetsvoorstellen.
  • Uitvoeren van aangenomen wetsvoorstellen.
  • Leidinggeven aan hun ministerie.
  • Het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting.

  • Een minister heeft een eigen beleidsterrein en (meestal) een eigen ministerie.
  • Een staatssecretaris neemt een deel van het beleidsterrein van de minister op zich.
  • Minister zonder portefeuille: minister die geen eigen ministerie heeft.

Slide 15 - Tekstslide

De leerling leg uit wat de rol van de koning is in de Nederlandse staat. 
1. Wat is een constitutionele monarchie? 

2. Waarom is de koning onschendbaar? 

3. Wat zijn de taken van de koning? 
 

Slide 16 - Tekstslide


Koning

  • Staatshoofd van Koninkrijk der Nederlanden.
  • Bijna geen macht, omdat hij zich niet met politieke kwesties mag bemoeien.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stel de koning heeft in een dronken bui allemaal fietsen in de gracht staan gooien, wat gaat er dan gebeuren?

Slide 19 - Open vraag

Taken Koning
  • Handtekening zetten
  • Troonrede voorlezen
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Prinsjesdag
Troonrede - plannen voor het komende jaar 
Miljoenennota - verwachte inkomsten en uitgave van het komende jaar 

Slide 23 - Tekstslide

OPDRACHTEN

Slide 24 - Tekstslide

"Vertaal" de volgende zin in eenvoudig Nederlands:
'Nederland is een constitutionele monarchie met een parlementaire democratie'

Slide 25 - Open vraag

Bron 1:
Lees de bron en beantwoord de vragen op de volgende slides. 

Slide 26 - Tekstslide

Waarom moest premier Rutte verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer over deze 'misstap' en hoefde de koning dat niet zelf te doen?

Slide 27 - Open vraag

Welke taak/taken zouden verdwijnen bij een volledig ceremonieel koningsschap?

Slide 28 - Open vraag

Wat vind jij van de vakantie van de koning tijdens de coronapandemie?

Slide 29 - Open vraag

Alternatieve coalitie:
Bedenk op de volgende slides 3 alternatieve coalities +76 zetels en leg uit waarom deze wel/niet zouden werken volgens jou.

Slide 30 - Tekstslide

Coalitie 1:
Partijen:
Waarom werkt het wel/niet:

Slide 31 - Open vraag

Coalitie 2:
Partijen:
Waarom werkt het wel/niet:

Slide 32 - Open vraag

Coalitie 3:
Partijen:
Waarom werkt het wel/niet:

Slide 33 - Open vraag

Zoek 3 verschillende krantenartikelen op over verschillende fases van de kabinetsformatie, maak een screenshot en lever die in op de volgende slides. 

Slide 34 - Tekstslide

Formatie 1

Slide 35 - Open vraag

Formatie 2

Slide 36 - Open vraag

Formatie 3

Slide 37 - Open vraag

Maken evaluatiekaart

Slide 38 - Tekstslide