Britse Rijk 1.1 (deel 3)

Britse Rijk breidt zich uit
H5
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Britse Rijk breidt zich uit
H5

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  1. Herhaling + soorten koloniën (15 min.)
  2. Uitwerking Leerdoelen (10 min.) 
  3. Voorbereiding volgende les (Rest van de les)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt sociale en economische eigenschappen noemen van vestigingskoloniën en plantage-economieën 
  2. Je kunt verklaren waarom de plantage-economieën in het Caribisch gebied, zoals Barbados en Jamaica, winstgevender waren voor de Britse kolonisator dan de plantage-economieën in Noord-Amerika 
  3. Je kunt de driehoekshandel van de Britse African Company beschrijven en verklaren

Slide 3 - Tekstslide

Keuzemenu 
Keuze 1: Doe mee met de reguliere les. Volg de instructies van de docent

Keuze 2: Ga zelfstandig aan de slag. Doe het volgende: 
  1. Neem deze LessonUp Britse Rijk 1.1 (deel 3) Nauwkeurig door en check of je de leerdoelen van deze les in eigen woorden kunt uitwerken.
  2. Dit gedaan? Volg dan de instructies op de laatste pagina van deze lessonup
Maak een keuze! Niets doen is geen optie!

Slide 4 - Tekstslide

Britse Overzeese expansie 
16e eeuw: Spanje (Zuid-Amerika) en Portugal (Azië) pakken eerste koloniën  
17e eeuw: Engeland wordt machtiger en wil ook koloniën. Maar waarom?
  1. Gewin in goud en zilver/ zoektocht handelsroutes (economisch: KA Overzeese expansie) 
  2. De strijd met Spanje (politiek/religieus. KA Reformatie)
  3. Overbevolking Engeland (sociaaleconomisch) 
  4. Vlucht protestantse kolonisten:Pelgrim Fathers (religieus. KA Reformatie)
  5. Nieuwsgierige houding (cultureel: KA Renaissaince)

Slide 5 - Tekstslide

Gevolgen en kenmerken Britse overzeese expansie
Kenmerken: 
  1.  Eerst vooral Oostkust. Begint met Virginia, bouwt uit tot 13 koloniën 
  2. Wisselend succes. Vooral veel Tabak verbouwd 
  3. Verplaatst zich steeds meer naar het zuiden + Caraïben: ander soort koloniën.

Gevolgen:
- Grote sterfte onder de inheemse bevolking
- Conflicten over eigenaarschap gebieden: Indianen vs. Kolonisten 
- Begin Britse Rijk als wereldmacht 



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slavernij in het Britse Rijk 
  • (Zuidelijke) Koloniën verbouwden plantage-gewassen: Tabak, rijst, thee, indigo. Erg arbeidsintensief (veel mensen nodig) (KA 29)
  • In het begin: nieuwkomers konden kosten 
       reis betalen door aantal jaar te werken 
       op plantage: ook 'slaven'  (KA 29)
  • Later: Slaven veel winstgevender. Afrikanen moesten gedwongen gaan werken. Britse Rijk wordt onderdeel Driehoekshandel en Transatlantische Slavenhandel (KA's 25 en 29) 

Slide 8 - Tekstslide

Vestigingskolonie 

  1. Noord (Amerika)
  2. Landbouw voor eigen consumptie
  3. Geen grootschalige en arbeidsintensieve producten (Rotsachtig/kouder) 
  4. Handel en nijverheid: Hout, schepen en vis (winstgevend)
  5. Geen grootschalige slavernij

Plantage kolonie

  1. Zuid (Amerika)
  2. Agrarische samenleving: weinig steden
  3.  Grootschalige en intensieve landarbeid op plantage door slaven (goed klimaat)
  4. Winstgevend, afhankelijk van slaven: Grote speler transatlantische slavenhandel 

Slide 9 - Tekstslide

Noord en Zuid
Plantage kolonie

Slide 10 - Tekstslide

Britse Rijk op de Caraïben (KA 25 + 29) 
  • Britse Rijk op zoek naar meer winst: Nemen Barbados en Jamaica in. 
  • Waarom heel winstgevend: 
  1. Grond en klimaat ideaal voor veel productie en plantages
  2. Suiker: Grote vraag naar in Europa, dus veel winsten. 
  3. Nog meer focus op plantages: enorme winsten, afhankelijk van slaven. 
Gevolgen: 
1. Toename slavenhandel: ook WIC + Royal African Compagny bij betrokken 
2. Grond raakt uitgeput, erosie: natuurrampen.  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Plaats hier je uitwerking van leerdoel 4

Slide 13 - Open vraag

Uitwerking Leerdoel 4 
Zie de slide over de vestigingskoloniën en plantage koloniën (slide 9).
Bedenk dat de economische kenmerken met geld en winst te maken hebben en de sociale met welke mensen er woonden en hoe die zich tot elkaar verhouden. Het aantal slaven is dus zowel een economisch als sociaal kenmerk. 

Slide 14 - Tekstslide

Plaats hier je uitwerking van leerdoel 5

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking Leerdoel 5 
Zie natuurlijk de slide (11) over het Britse Rijk op de Caraïben. 
Korte uitwerking: 
Op deze eilanden was een erg gunstig klimaat waardoor er vaak en veel geproduceerd kon worden van een product (suiker) waar heel veel vraag naar was. Deze productie ging volledig via plantagebouw, waarbij gebruik werd gemaakt van gratis arbeid: slavernij.

Slide 16 - Tekstslide

Plaats hier je uitwerking van leerdoel 6

Slide 17 - Open vraag

Uitwerking leerdoel 6 
De Royal African Company had voor de Britten een monopolie op de handel in de Atlantische Oceaan (Net als de WIC voor de republiek). Zij brachten wapens textiel en luxegoederen naar Afrika, vulde daar de schepen met slaafgemaakte. Deze slaafgemaakte werden naar de Caraïben vervoerd. Een doel moest daar werken de rest ging naar Zuid en Noord Amerika. Vanaf daar werden de schepen gevuld met plantageproducten en goud en zilver. Allemaal bedoeld om in Europa de Britse economie te stimuleren. Check Bron 15 voor de schematische tekening van deze driehoekshandel

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting Syllabus 
De noordelijke koloniën aan de oostkust waren vestigingskoloniën, gericht op landbouw, handel en nijverheid. De koloniën in het zuiden ontwikkelden zich steeds meer tot plantage-economieën, waar producten als tabak en katoen voor de export werden verbouwd. De dertien koloniën aan de oostkust van Noord-Amerika vormden slechts een deel van het Britse rijk in Amerika. Andere Engelse plantagekoloniën in het Caribische gebied, zoals Barbados en Jamaica, waren winstgevender. Alle Engelse koloniën maakten gebruik van de arbeid van slaafgemaakten, maar in de zuidelijke plantagekoloniën vormden zij een groter deel van de bevolking. De driehoekshandel, waarvoor de Engelsen de Royal African Company oprichtten, was lucratief.

Slide 19 - Tekstslide

Nog vragen over dit gedeelte van 1.1 Britse Rijk

Slide 20 - Open vraag

Klaar? Wat nu?
  • Lees de rest van Britse Rijk 1.1 door (vanaf 'oplopende spanningen in Noord-Amerika: blz. 215)
  • Check voor jezelf of je daarna leerdoelen 7, 8, 9 en 10 kunt uitwerken (blz. 239)
  • Bedenk welke KA's uit TV 7 bij dit gedeelte van 1.1 horen. 
  • Hiermee klaar? Ga aan de slag met het samenvattingsschema  over 1.1 (zie Teams) 

Slide 21 - Tekstslide