Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Adjective vs Adverb
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
At the end of the class
- Ken je het verschil tussen een adjective en een adverb
- Kun je een adverb maken.
- Kun je in een zin kiezen tussen een adjective of adverb.
Slide 2 - Tekstslide
We live in a SAFE neighbourhood.
Waar zegt SAFE iets over?
A
mens, dier of ding
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quizvraag
She drives SAFELY.
Waar zegt SAFELY iets over?
A
mens, dier of ding
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quizvraag
My dad is a REALLY strong man.
Waar zegt REALLY iets over?
A
mens, dier of ding
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Zegt iets over
gebruik
Voorbeeld
mens, dier, ding
BN (adjective)
She is a
nice
girl.
This girl is
nice
.
werkwoord
BW (adverb)
(BN + ly)
That was
nicely
done.
She acted
nicely
.
BN
BW (adverb)
(BN + ly)
She is an
extremely
nice girl.
Let op: soms hebben bijwoorden een eigen vorm:
fast (geen -ly erbij) , very, well (van good)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
My cousin always walks very _____.
A
quick
B
quickly
Slide 8 - Quizvraag
Thomas is very _____. He always helps me.
A
kind
B
kindly
Slide 9 - Quizvraag
The ______ man opened the door and looked inside.
A
nervous
B
nervously
Slide 10 - Quizvraag
The man _____ opened the door and looked inside.
A
nervous
B
nervously
Slide 11 - Quizvraag
She is the most _____ person I know.
A
polite
B
politely
Slide 12 - Quizvraag
He lived ... on his farm.
A
simple
B
simply
Slide 13 - Quizvraag
Mum always dresses ________________.
A
beautiful
B
beautifully
Slide 14 - Quizvraag
Don't eat so ____ (QUICK). It's not good for you.
Slide 15 - Open vraag
Can you speak __ (SLOW) please?
Slide 16 - Open vraag
Bill is a very ____ (CAREFUL) driver.
Slide 17 - Open vraag
Jane can run very ____ (FAST).
Slide 18 - Open vraag
Some companies pay their workers very ___ (BAD)
Slide 19 - Open vraag
I don't remember much about the accident. It happened ___ (QUICK).
Slide 20 - Open vraag
Your English is very good. You speak it ___ (GOOD).
Slide 21 - Open vraag
How well do you think you know the difference?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
To finish
Do exercises 8, 9 and 10
Unit 6, Lesson 4
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Adjective vs Adverb Ha2d GT
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Les 8 B3GT2 Grammar
Juni 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2G1 20-04-22
April 2022
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
2B1 20-04-22
April 2022
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
English 02/06/21 2G1
Juni 2021
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
2VE Adjectives + Adverbs
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
2B2 25-04-22
April 2022
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
English 01/06/21 2G1
Mei 2021
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2